Gemiddelde leestijd: 10 min 

“Het gevaar voor de VLD is dat de N-VA zich tegenover de VLD-achterban voorstelt als een liberale partij. De N-VA is een grootwarenhuis. Ik denk dat dat maar beperkt politiek houdbaar is. Maar als we ons daar niet tegen wapenen, kan de VLD er veel schade van ondervinden.” Zijn partij krijgt klappen, maar Europees Commissaris voor Handel Karel De Gucht blijft strijdvaardig. “Het aantal liberaal denkenden is nu niet minder dan vijf jaar geleden. Diegenen die uitgezwermd zijn, moeten we terughalen.”

Uitgangspunt van het gesprek: de vorige gemeenteraadsverkiezingen. Hoe anders zag de wereld er in 2006 niet uit? Open VLD leverde nog de federale premier. En van een oppermachtige N-VA of een crisis in de eurozone was nog lang geen sprake. In 2006 riep het weekblad Knack Karel De Gucht uit tot Man van het Jaar. Zes jaar later prijkt Open VLD-voorzitter Alexander De Croo op de cover van Knack met een (gefotoshopte) ‘Gezocht: kiezers’. O tempora, o liberales. Maar we beginnen met een aangenamere herinnering voor De Gucht. Op 8 oktober 2006 werd hij titelvoerend burgemeester in Berlare.

Meteen na de verkiezingsuitslag vertelde je mij – en eigenlijk iedereen die het wilde horen – dat die dag de gelukkigste was uit je politieke loopbaan. Had dat te maken met het doorbreken van de christen-democratische hegemonie in je eigen gemeente?
Karel De Gucht:
“Dat had verschillende redenen. Ik had in Berlare vrij vlug een nogal grote persoonlijke populariteit, maar ik heb de hegemonie maar gebroken bij de vierde poging. Met een absolute meerderheid. Dat is toch niet zo’n evidente zaak. Na 14 oktober gaan er in Vlaanderen niet veel absolute meerderheden meer overschieten, denk ik. Ten tweede, ik heb een emotionele band met Berlare. Sommige mensen begrijpen dat niet. ‘Je hebt een internationale job. Hoe kun je je dan nog met jouw gemeente bezig houden?’ Als je een politiek dier bent, krijg je adrenalinestoten bij elke verkiezing. Bovendien wil je dat ook bewijzen met je eigen mensen waar je woont. En een derde reden is dat ik sterke historische banden heb met Berlare en deelgemeente Overmere, mijn geboortedorp. Mijn oudst gekende voorvader is gestorven in 1644 en is burgemeester geweest van Overmere.”

Je bedoelt Marinus Baert.
De Gucht:
“Inderdaad. Dat was mijn aartsvader. Nu kan je zeggen: ‘Dat is toch allemaal onnozel. Wat heb jij met die man uit 1644 te maken?’ Wel, eigenlijk toch wel iets. Ik ben nu 58. Ik heb mijn grootvader nog gekend. Als je dan een generatie verder gaat, zit je al vrij ver in je stamboom. Je komt van ergens. En ik kom van Overmere. In heel Vlaanderen zijn er maar 224 De Guchten. Het is één van de kleinste geslachten. Een groot deel van de mensen komt uit Berlare en omstreken.”
“8 oktober 2006 was een ontlading. Ik heb altijd willen bewijzen dat ik burgemeester kon worden in mijn gemeente. Het is nog altijd mijn gelukkigste politieke dag. Het is niet de enige geweest. Maar tegen alle andere momenten heb ik altijd veel rationeler gestaan. De job als Europees Commissaris doe ik zeer graag, en het is politiek een belangrijkere job dan burgemeester van Berlare, maar de eedaflegging in Luxemburg heb ik vrij rationeel beleefd. Terwijl de verkiezingen in 2006 op mij een ongelooflijk emotioneel effect hadden.”

Je was al vrij snel in de liberale beweging actief, sinds je studentenjaren. Wie of wat heeft jou die microbe voor het liberale gedachtegoed gegeven?
De Gucht:
“Ik denk dat zo’n microbe in een familie zit. Mijn vader, die later veldwachter geworden is in Wieze, zat voordien in de gemeenteraad van Overmere. Toen was natuurlijk nog geen sprake van een liberale partij. Het waren twee plaatselijke partijen, waarbij de ene aanleunde bij het kerkelijke gezag en de andere het traditionele Vlaamse patroon in vraag stelde. En mijn pa was bij die laatste partij, tegen de gevestigde orde. Nu, thuis heeft men mij nooit gezegd: ‘je moet aan politiek doen’.”

Maar wat jouw vader over politiek vertelde, dat geloofde je?
De Gucht:
“Mijn pa vertelde daar niet veel over. Maar het was de tijd, begin jaren ’70, dat er overal afdelingen werden opgericht van de PVV. Men vond dat er ook een jongerenafdeling moest komen. Ik ben toen op 17 jaar naar de universiteit gegaan en heb me onmiddellijk geëngageerd in het LVSV, het Liberaal Vlaams Studenten Verbond, dat zeer klassiek liberaal en vrijzinnig was. Later ben ik ook ondermeer nationaal voorzitter van de jongeren geworden. En in 1979, met de eerste rechtstreekse verkiezingen voor het Europees parlement, ben ik op 26 jaar Europees parlementslid geworden. Op vraag van de toenmalige PVV-voorzitter Willy De Clercq. Dat was nog de tijd dat we respect hadden voor de voorzitter van een partij en zegden: ‘Ja, meneer de voorzitter’.” (lacht)

Dat respect is er nu niet meer?
De Gucht:
“Goh, de tijden zijn veranderd, hè. Geen enkele voorzitter zou dat soort gezag nog hebben. Ik denk niet dat ik voor mijn 50 jaar ooit tegen Willy De Clercq ‘Willy’ gezegd heb. Altijd ‘meneer de voorzitter’. Zelfs niet toen ik zelf voorzitter was van de partij. Alleen de laatste jaren noemde ik hem bij zijn voornaam.”

En toch ben je naar eigen zeggen allergisch aan autoriteit en gezag.
De Gucht:
“Er is een groot verschil tussen autoriteit aanvaarden en gezag hebben. Maar ik heb niet zo graag dat iemand boven mij staat, dat klopt. Ik zou dat misschien beter niet toegeven. Maar eigenlijk is dat wel zo. Nu, ik denk niet dat ik een autoritair mens ben om mee samen te werken. (kijkt naar zijn woordvoerder) Ik ben geen autoritaire figuur, hè? Maar als mensen mij zeggen: ‘het is zo omdat het zo is’, dan klapt bij mij de deur dicht.”

Ik kan me voorstellen dat jij zo al was als tiener en tijdens je studententijd?
De Gucht:
“Ja. Ik denk dat ik zo geboren ben. (droog) En de kans zit er in dat ik ook zo sterf.”

 

QUID OPEN VLD?

In zes jaar tijd is er veel veranderd. Je partij leverde toen nog de premier. De meest recente peilingen geven Open VLD nu nog amper 10 procent. Anderzijds is er die tegenbeweging ‘dat de partij door de lage score in de peilingen alleen nog maar kan winnen’.
De Gucht:
“Ik weet dat een aantal mensen in de partij dat denkt. Maar dat is een grote misvatting. Ik denk dat je altijd kan blijven verliezen.”

Het kan nog lager dan die 10 procent?
De Gucht:
“Daar gaat het niet om. Maar de idee dat we niet meer kunnen verliezen, is onjuist. Er zijn partijen die gewoon verdwenen zijn. De liberale partij in Groot-Brittannië was rond de eeuwwisseling een zeer grote partij, is nadien zo goed als volledig verdwenen, en is pas na een halve eeuw terug boven water gekomen. Je kan niet alleen gemarginaliseerd worden, maar ook politiek verdwijnen. En waarschijnlijk nu gemakkelijker dan vroeger, omdat de partijhonkvastheid veel kleiner is.”

De koers die de partij is gaan varen de laatste twee jaar, is dat dan de foute keuze gebleken?
De Gucht:
“De vaststelling is dat we in een divisie spelen die niet de onze is. Dat die partij terug moet groeien. En dat Vlaanderen nood heeft aan een grote liberale partij. En dat de N-VA geen liberale partij is. Dat is een harde, nationalistische partij die af en toe een liberale slogan oppikt en voortborduurt op de Volksunie met een vrij serieuze inbreng vanuit het Vlaams Belang. Het gevaar voor de VLD is dat de N-VA zich tegenover de VLD-achterban voorstelt als een liberale partij. De N-VA is een grootwarenhuis, nee? Ik denk dat dat maar beperkt politiek houdbaar is. Maar als we ons daar niet tegen wapenen, kan de VLD er veel schade van ondervinden.”

N-VA is beperkt politiek houdbaar, zeg je. Voorzie je dan een achteruitgang zoals het Vlaams Belang of zit de vervlaamsing diepgeworteld en gaat die blijven?
De Gucht:
“Ik denk dat we daar maar een begin van antwoord zullen op hebben na de gemeenteraadsverkiezingen. Mijn persoonlijke mening is dat vooral in dorpen, gemeenten en kleinere steden de gevestigde politieke figuren zullen doorwegen. Ik zie bijvoorbeeld een Siegfried Bracke niet doorbreken in Gent. Wat mij interesseert, zijn de provincieraadsverkiezingen. Voor een aantal mensen gaat dat een tegengewicht zijn. Ze stemmen in de gemeente voor X, maar op de provincielijsten gaan we misschien andere verhoudingen zien.”
“We moeten politiek terrein heroveren. En ik hoop dat we op 14 oktober een eerste stap kunnen zetten. Er gaan altijd liberalen zijn in Vlaanderen. Ook in de landen rond ons. Waar het op aankomt, is die liberaal denkenden verenigen in een grote partij. Het aantal liberaal denkenden is nu niet minder dan vijf jaar geleden. Diegenen die uitgezwermd zijn, moeten we terughalen.”

Hoe?
De Gucht:
“Door een wervend politiek project. En ik denk dat de partij ook in staat is om dat project te concipiëren en uit te voeren.”

Dat klinkt vaag.
De Gucht:
“Dat klinkt helemaal niet vaag. Ik vind dat men daar onmiddellijk na de gemeenteraadsverkiezingen werk moet van maken. De partij moet in de regering in zeer moeilijke omstandigheden werken. Daar moet je me niet van overtuigen. En dat moet je de partij ook niet verwijten. Als na meer dan anderhalf jaar de partij die de verkiezingen gewonnen heeft, de N-VA, blijft zeggen dat ze niet in een regering wil, is dat pervers. Terwijl op dat moment de financiële markten onder zware druk stonden. Het risico bestond dat we in een situatie kwamen zoals Spanje of Italië. De partijen die uiteindelijk een regering vormden, namen hun verantwoordelijkheid. Een VLD die een nederlaag geleden heeft en dus zwakker staat. En die partij komt in de regering terecht met een linkse PS, een linkse cdH, een linkse sp.a. Ook de CD&V is grotendeels links: een ACV-fractie. En wij waren verplicht om in de regering te stappen omdat je het land toch niet kan laten kapot gaan, enfin? De Iraakse minister van Buitenlandse Zaken zei me in die periode: ‘Ik begrijp je, we zitten in dezelfde situatie’. (roept) Irak! Nu doet men daar zo losjes over. ‘Jullie hebben ons verkocht’. Terwijl de N-VA weigerde om haar verantwoordelijkheid op te nemen, ook na 650 dagen. Terwijl er duidelijk geen meerderheid was voor hun project. En het kunnen aanvaarden dat er voor je project geen meerderheid is, is ook democratie, nee? Een land lamleggen… dat is pervers gedrag. En het is te gemakkelijk om naar de VLD te wijzen en te zeggen: ‘Jullie zijn de verantwoordelijken voor een aantal maatregelen die ons niet aanstaan’.”

 

NIET GEVLUCHT NAAR EUROPA

In 2007 beleefde België de langste politieke crisis ooit. Jij hebt een tijd aan de onderhandelingstafel gezeten om een regering te vormen. Maar dat mocht niet baten.
De Gucht:
“Ik vind nog altijd dat de Franstaligen zich in 2007 ongelooflijk stom hebben opgesteld. De meesten geven dat in privé nu ook toe. Ze hadden een akkoord kunnen sluiten dat communautaire vrede bracht en waar ze waarschijnlijk minder hadden moeten betalen dan nu. Daar hebben de Franstaligen een grote tactische blunder gemaakt. Yves Leterme heeft zich werkelijk in alle bochten geplooid om toch een akkoord te kunnen bereiken. Men doet nu of er geen akkoord was wegens Leterme. Dat is niet waar. Er is geen akkoord gekomen omdat de Franstaligen gewoonweg geen akkoord wilden. Omdat de PS vat bleef houden op de cdH.”

Je geraakte door die crisis naar eigen zeggen gedegouteerd door de politiek. Ben je toen gevlucht naar Europa? Vaandelvlucht, zou ik bijna zeggen?
De Gucht:
“Dat zou ik niet zeggen. Iedereen die er aan heeft deelgenomen, was er door gedegouteerd. Ik denk dat dit ook verklaart waarom Leterme nu in Parijs zit. Je moet je dat eens inbeelden. Maandenlange discussies, één mierenneukerij. Op den duur dacht iedereen: enfin, waar zijn we hier mee bezig?”
“Maar ik ben niet gevlucht. Eigenlijk had ik al Europees Commissaris moeten worden in 2004. Dat was de afspraak, gemaakt in ’99. Dat is toen niet gebeurd omdat de MR de verkiezingen verloren heeft. Bovendien heb ik altijd lid willen worden van de Europese Commissie. Voor iemand die Europees aan politiek wil doen, is de Europese Commissie toch nog altijd het eindstation. Het is op veel terreinen een Europese regering.”

Toch opgelucht dat je op dat moment naar de Europese Commissie kon gaan?
De Gucht:
“Had ik toen in de Belgische politiek moeten blijven, zat ik niet meer in de politiek. Ik zou er op een bepaald moment uitgestapt zijn. Ik had het toen wel gehad. Er was geen enkele rationaliteit meer in te bevroeden. Bij een normale mens zit het tot daar (houdt de handen boven het hoofd). Dat was gewoon Kafka.”

Betekent dit dat je nu wel in de politiek blijft, tot aan je pensioen?
De Gucht:
“Dat zal niet gaan, want ik ben zinnens om nooit met pensioen te gaan.”

Ik zal de vraag anders formuleren: ga je ooit uit de politiek?
De Gucht:
“Ik heb nu een beslissing genomen over de gemeenteraadsverkiezingen. Ik laat het lijsttrekkerschap aan Katja Gabriëls. Als ik in 2014 uit de Commissie zou stappen, en als de VLD terug de meerderheid heeft in Berlare, wil ik voorzitter van de gemeenteraad worden en vanuit die positie mijn rol in de gemeente spelen.”

De lokroep van het bedrijfsleven is er niet meer?
De Gucht:
“Ik weet ook niet wat ik na 2014 doe, als mijn mandaat als Commissaris afloopt: in de Commissie blijven of niet. Als ik iets doe, dan doe ik dat graag. Ik heb altijd gezegd dat ik wel eens naar het Belgisch parlement wil terugkeren als ‘elder statesman’ om mijn gedacht te zeggen over een aantal zaken.”

Er was in 2006 nog geen sprake van de eurocrisis. In een interview vorig jaar zei je: ‘De eurozone zal niet uit elkaar vallen’. Ben je daar nog altijd van overtuigd?
De Gucht:
“Dat blijkt ondertussen toch. Door de Europese centrale bank rechtstreeks te laten tussen komen met onbeperkte slagkracht en het oprichten van een Europees stabiliteitsfonds waar 500 miljard euro in zit. Ook een bankenunie is er nu, waarbij de controle op de banken Europees wordt. Men onderschat de stappen die gezet zijn. Die zijn historisch. Men zegt altijd: ‘het is te laat en te weinig’. Maar leg eens aan een aantal landen zoals Duitsland uit dat ze enkele honderden miljarden op tafel moeten leggen. In die hele crisis leerde Europa nog met een fiets rijden. Plots moest het onvoorbereid de Mont Ventoux oprijden. Ja, dan moet je hier en daar wel eens stoppen eer je tot boven geraakt.”

En wanneer geraken we boven?
De Gucht:
“Ik denk dat nu technisch alles in orde is om die munt te stabiliseren. En dat blijkt nu ook. Maar men zal wel orde op zaken moeten stellen in die nationale economieën. Als men dat niet kan verwezenlijken, ga je binnen een bepaalde periode – 2,3 of 5 jaar – voor hetzelfde probleem staan. Dat verschil in competitiviteit tussen de landen moet verdwijnen. En de begrotingen van de lidstaten moeten we onder controle krijgen. ‘Je mag toch niet te veel besparen’, zeggen ze. Nee, het probleem is dat we gedurende tien à vijftien jaar te veel hebben uitgegeven. België zal de Europese richtlijnen rond de begroting moeten naleven. Zo niet riskeert ons land in problemen te geraken. Elke lidstaat zal die richtlijnen maar naleven als men weet dat er een sanctie kan volgen en dat de Commissie ook bereid is om die sanctie te nemen. Voor Hongarije hebben we die sanctie intussen genomen. Dat gaf een serieuze discussie in de Europese Commissie.”

Je leidt een druk bestaan. Heb je het gevoel dat je een sociaal of familiaal leven hebt gemist?
De Gucht:
“Had ik niet aan politiek gedaan, dan had ik nog een druk bestaan geleid. Ik heb niet de indruk dat mijn kinderen blijvende schade ondervonden hebben. Ik heb geen hobby’s omdat ik daar ook geen tijd voor heb. Tenzij boeken lezen en dat soort zaken. Als ik mij zou beklagen, is er met mij iets aan de hand. Dat zou zeer hautain zijn. Ik zou wel nog enkele levens kunnen opvullen met alles wat ik wil doen.”

Geef eens een aantal voorbeelden.
De Gucht:
“O, ik zou graag een grote boerderij hebben. Niet met beesten, koeien of zo. Want die moet ik dan doden. Niets voor mij. Ook ontwikkelingswerk zou ik graag doen. Ik kan me perfect inbeelden dat ik in een niet-gouvernementele organisatie zou werken. Omdat ik denk dat ik verstand heb van wat er moet gebeuren om zo’n ontwikkelingsland vooruit te helpen. Ik heb zeer veel respect voor mensen die dat doen. Ik kan me dus een heleboel dingen inbeelden die ik graag zou doen.”

Wat mogen we op jouw grafzerk schrijven?
De Gucht:
“Niets. Ik denk dat ik zelfs geen grafzerk wil. Als ik sterf, wil ik verast worden en mogen ze mijn as uitstrooien. Als je dood bent, blijft er maar één ding over: de herinnering. En dan nog alleen zolang de mensen die je gekend hebben, overblijven.”

 

Beluister hier een kort interview-fragment met Karel De Gucht.

      1. Karel De Gucht

 

Pin It on Pinterest