Gemiddelde leestijd: 15 min
Hij ging mensenrechtenactivist worden. Tot hij besefte dat dieren samen met kinderen behoren tot de meest kwetsbare groepen onder de levende wezens. Een schandaal met apen op een koninklijk vliegtuig én een boek van ethicus Peter Singer deden de rest. Voor dieren opkomen werd de keuze van zijn leven voor Michel Vandenbosch, voorzitter van GAIA.
Precies twintig jaar bestaat GAIA (Global Action in the Interest of Animals). Anno 2012 telt de dierenrechtenorganisatie 20.000 leden en daarnaast zijn er tienduizenden sympathisanten. “Dat is zoals een politieke partij”, vindt Vandenbosch. “Die hebben leden maar daarbuiten nog veel meer kiezers.” Daags voor ons gesprek komt iets letterlijk ‘uit de lucht gevallen’: de katten van Jan Fabre. De Antwerpse kunstenaar zorgde voor ophef tijdens filmopnames met het stadhuis van Antwerpen als decor. Enkele katten werden metershoog de lucht ingegooid om met een smak terecht te komen op de trappen van ’t Schoon Verdiep. Een ambtenaar van de stad filmde het tafereel en zette de video online. GAIA diende klacht in. Voor Michel Vandenbosch is Fabre ‘een narcistische zot’ die samen met de filmregisseur ‘in het gesticht hoort’. “Ik moest hier een punt maken. Fabre huilt krokodillentranen maar is er zich nog altijd niet van bewust wat hij verkeerd deed. Ik las onlangs dat er tussen bepaalde kunstenaars en psychopaten een verband is. Ik laat dat voor het artikel. Maar na deze affaire verbaast het mij geenszins.”
Jouw verontwaardiging blijft, ook na al die jaren.
Vandenbosch: “Absoluut. Maar het komt er op aan om die verontwaardiging zoveel mogelijk in efficiënte actie om te zetten. De dag dat de storm over de kattenworp losbrak voelde ik me zoals een buitenaards wezen dat van een andere planeet hier ineens gedropt wordt. Ik stond namelijk op een tijdelijke slachtinrichting in Antwerpen. Daar werden 1.700 schapen onverdoofd gekeeld tijdens het Offerfeest. Ik moest keer op keer ingrijpen: twee slachters op non-actief gezet, de hoofdslachter tot de orde geroepen omdat hij niet in één vloeiende beweging sneed. Aanwijzingen gegeven: ‘Wacht tot de stuiptrekkingen helemaal voorbij zijn om de dieren weg te takelen, anders dreig je ze levend te villen. Duw met je vinger tegen die oogbol, volgt er geen reactie, pas dan kan je met grotere zekerheid zeggen dat ze weg zijn’. Eén van de voorwaarden is dat de dieren die geslacht worden elkaar niet mogen zien. Die regel werd systematisch met de voeten getreden. Ik zag ook twee schapen die tegelijk de keel werden overgesneden en ineens opstonden en al bloedend aanstalten maakten om weg te vluchten. Surrealistisch, maar pure realiteit. Van het eerste tot het laatste schaap heeft geleden. Ik heb dan toch meerdere keren het leed kunnen verminderen.”
Is het jou daar vooral om te doen: het dierenleed verminderen?
Vandenbosch: “In de gegeven omstandigheden kon ik niet meer doen. Maar mij is het vooral te doen om de dieren niet te doen lijden. Ze niet als gebruiksvoorwerpen te doen mishandelen. Respect voor de kwetsbaarheid. Hoe kwetsbaarder een levend wezen – mens of dier – hoe meer recht op bescherming tegen machtsmisbruik. Ik ben al 25 jaar vegetariër. Voor mij moeten geen dieren gedood worden. Maar in Antwerpen kon ik niet meer doen dan het lijden te verminderen in die omstandigheden. Ik heb niet de macht als individu om de slachtvloer stop te zetten. Maar ik heb wel kennelijk de morele autoriteit om onnodig extra lijden te voorkomen. Weten wat je wel en niet kan veranderen is een grote wijsheid.”
“Had mijn leven een andere samenloop van omstandigheden gekend, zou ik je hier mogelijk als een mensenrechtenactivist te woord staan. Als adolescent van 17 jaar trok ik me de putschen van de militaire regimes in Zuid-Amerika erg aan. De zogenaamde ‘vuile oorlogen’, met de CIA in een smerige rol. Ook wat er in de kampen gebeurd was tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte me. Lange tijd dacht ik dus dat het iets met mensenrechten zou worden. Maar aan de universiteit studeerde ik moraalwetenschappen. Samen met Roland Corluy, een VUB-professor biologische antropologie, die daarnaast een organisatie voor internationale apenbescherming vertegenwoordigde, ontdekte ik in 1985 een schandaal. Koning Boudewijn keerde terug met het vliegtuig na de viering van 25 jaar Zaïrese onafhankelijkheid. Op de vlucht waren ook twee babychimpansees, in jutten zakken gestopt als cadeau voor de koning. Eigenlijk waren er drie, maar één chimpansee was ter plaatse al gestorven van ontbering. De andere mensapen zijn meer dood dan levend op het paleis aangekomen. Het paleis belde naar de zoo om in alle discretie de apen te komen halen. Dat was buiten de waard gerekend. Het ging om mishandeling en illegale smokkel, onthulden we. Chimpansees zijn bovendien een bedreigde diersoort. We hadden de zaak aan de krant De Morgen vrijgegeven. Die kopte op de voorpagina: ‘Apensmokkel met koninklijk vliegtuig’. De Wall Street Journal pikte daar op in. Eén chimpansee stierf in de Antwerpse Zoo. Slechts één, die Maaike gedoopt werd, overleefde. Uiteindelijk heeft de Belgische overheid een protocol uitgevaardigd. Daarin stond dat staatshoofden geschenken van dergelijke aard voortaan niet meer mochten ontvangen. En toen wist ik dat ik iets kon veranderen. Dat was mijn Damascus-moment.”
Jouw aandacht voor mensenrechten is dus verschoven naar een strijd voor de dierenrechten?
Vandenbosch: “Ja, zo is dat. Omdat ik tot het besef kwam dat dieren samen met kinderen behoren tot de meest kwetsbare groepen levende wezens met gevoel die kunnen afzien en in die zin recht hebben op een kwaliteitsvol bestaan. Zij kunnen zichzelf niet afdoende verdedigen tegen machtsmisbruik. Iedereen vindt het vanzelfsprekend dat er mensenrechtenactivisten zijn. Maar opkomen voor dierenrechten was bijlange nog geen verworvenheid. Het lot van kinderen trof me ook zeer. En nog altijd. Maar je moet een keuze maken. En aangezien er in ons land bijna niemand was die voor dieren zijn nek uitstak, op een paar dierenasielen na, wilde ik die actieradius uitbreiden. Met al mijn vezels in mijn lichaam voelde ik dat ik daarvoor in de wieg gelegd was. Een beetje zoals Maarten Luther in 1512 toen hij in Worms zijn hervormingsleer verdedigde: ‘Hier sta ik en ik kan niet anders…’ Toen ik mijn moeder zaliger op mijn 24ste vertelde dat ik de zin van mijn leven gevonden had en me voortaan ging inzetten voor dieren, verklaarde ze mij onmiddellijk stapelgek. Ze zag me al met de clochards liggen onder de brug langs de Seine in Parijs. ‘Wablief, ben je nu helemaal zot geworden?’ En de tweede vraag: ‘Wat brengt dat op?’ Tja, daar had ik niet bij stil gestaan. Daar ging het mij ook niet om. Maar niets zou mij ervan weerhouden. Het was de keuze van mijn leven.”
Heb je dan de goede keuze gemaakt door moraalfilosofie te studeren?
Vandenbosch: “Dat denk ik wel. Ik wilde ergens het mysterie ontrafelen waarom mensen in hemelsnaam hun groeps- en soortgenoten verschrikkelijke wreedheden kunnen aandoen. De Holocaust greep me dermate aan dat ik, die toch altijd geloofde in de fundamentele goedheid van de mensen, op enkele uitzonderingen na als accidents de parcours, er meer inzicht in wilde krijgen. Ik heb vele antwoorden gekregen. Maar hèt antwoord… ? Tja, de mens is geen simpel beestje. Een vat vol raadsels.”
Iemand die jou al kent lang voor je periode bij GAIA, vertelt dat je ‘zachtaardig’ bent.
Vandenbosch: “Ik ben behoorlijk temperamentvol en assertief. Anders zou geen enkele slachter of moslim naar mij luisteren. Dat moreel gezag heb ik opgebouwd door de jaren heen. Ik kan me ook inbeelden dat ik tussenkom als een geliefde van mij aangerand wordt. Maar dat is natuurlijk een fictief voorbeeld. Zachtaardig… Wel, ik heb nog nooit in mijn leven gevochten. Om als individu fysiek geweld te gebruiken, moet de reden om dat te rechtvaardigen uiterst gewichtig zijn, of een onbetwistbaar immens groot goed voortbrengen, en in die zin aantoonbaar zeer efficiënt zijn. Ik haat confrontatie. Ik voorkom het veel liever. Maar door de aard der dingen ben ik al dikwijls in situaties gekomen die niet te vermijden en zelfs nodig waren om resultaten te kunnen bereiken.”
Je spreekt nu al twee keer over ‘moreel gezag’. Maar jouw pad als GAIA-voorzitter is niet over rozen gegaan. Zeker niet ten tijde van de doodsbedreigingen van een tiental jaar geleden. Nooit bang geweest?
Vandenbosch: “Jawel. Vanuit verschillende bronnen dicht bij het milieu van de vleesmaffia kreeg ik te horen dat er een aanslag werd beraamd. Het was de tijd van de wreedheden op de veemarkten van Anderlecht en Ciney die we hadden onthuld en aangeklaagd en de mensen tot ver buiten onze landsgrenzen hadden geschokt. De toenmalige Rijkswacht bevestigde dit nieuws en stelde iemand aan die ik 24 op 24 kon bereiken. Ze gaven instructies: niet op één plek overnachten maar constant veranderen van woning, niet langs telkens dezelfde route naar huis gaan. Die klassieke voorzorgen heb ik gevolgd. Toen ik in mekaar geslagen werd op de paardenmarkt in Anderlecht, voor het oog van de televisiecamera’s, stel je voor, dacht ik dat ze me gingen doodslaan en afmaken. Doodsbang was ik. Die stokslagen leken eeuwig te duren. Het is nochtans allemaal vrij snel gebeurd. Gelukkig hebben twee van onze mensen me weggetrokken. Dat voorval behoort zowat tot het collectief bewustzijn. Sommigen komen nu nog naar me toe, vragen hoe het met me is, en spreken er over alsof het vorige week gebeurd is. Terwijl het al van 1998 dateert.”
“Ik heb het er nog redelijk goed van afgebracht maar het traumatisch effect liet zich meer dan een jaar gevoelen. Maanden later liet ik me door vrienden overtuigen om mee naar de tentoonstelling Körperwelten in de kelders van Kuringen te gaan. Ik stond aan de trappen om af te dalen en ineens brak het angstzweet brak. Ik moest daar weg en ben niet binnengegaan. Ik leef echt mee met mensen die nog veel ergere dingen hebben meegemaakt: verkrachting, in coma geraken. Welk trauma moeten zij niet verwerken? Toen ik na die gebeurtenis in Anderlecht iemand over straat zag lopen die een tronie had van een fors uit de kluiten gewassen veehandelaar, sloeg mijn hart sneller en stapte ik meteen de straat over. Angst, paniek. Op lezingen werd ik in die periode ook systematisch achtervolgd door konvooien veehandelaars. Eén keer zijn ze binnengevallen in een zaal in Ronse en omsingelden ze het gebouw. Op last van de BOB heb ik me in een kast moeten opsluiten. Behoorlijk intimiderend. Ik ben ook niet van staal, hè.”
Denk je op zo’n momenten niet: voor wie of wat doe ik het?
Vandenbosch: “Ik weet bijzonder goed voor wie ik het doe. Voor die dieren uiteraard die zichzelf niet kunnen verdedigen. Op de tijdelijke slachtvloer in Antwerpen bleven nog 9 niet-geslachte schapen over. Die waren niet aangekocht en gingen terug mee naar de wei. Eén schaap komt al mekkerend naar mij toe en duwt met zijn hoofd tegen mijn hand, zoals een hond of een kat. Ik streel dat schaap. En dat schaap blijft me maar kopjes geven als een kat. Ik verzeker je: dat doet wel iets met een mens. Het deed alvast iets met mij. Eigenaardig hè? Wetenschappelijk onbetwisbaar is het niet, maar het was alsof dat dier aanvoelde waarom ik daar was. Voorwaar een encounter of a very special kind. Ik weet niet wat ik er precies van moet denken. Maar het was wel een bijzonder moment.”
Geweend?
Vandenbosch: “Goh, laat er ons geen melodrama van maken. Maar mijn ogen werden wat vochtig, ja. Dat is empathie hè. Dat is onze grootste rijkdom als mens. Op de dag van het Offerfeest worden in België 38.000 schapen en runderen onverdoofd ritueel geslacht. Er is een moordpartij aan de gang op zo’n slachtvoer. Een schapenhel. Je twijfelt op het einde van de dag of je wel genoeg hebt gedaan. Soms is het gewoon de schade beperken. Ik kon helaas de boel niet stilleggen. En dan komt zo’n schaap naar je toe.”
TOONBEELD VAN MOED
Je kan soms niet anders dan de schade beperken, zeg je. Kan je daar mee leven?
Vandenbosch: “Ik moet daar mee leven. Sommigen begrijpen niet dat ik een hele dag op zo’n tijdelijke slachtvloer aanwezig kan zijn. Ik moet mijn geest verdoven terwijl al mijn zintuigen op scherp moeten staan. Om te kunnen ingrijpen daar waar inspecteurs van (het Federaal Voedselagentschap) FAVV er op staan te kijken. Ze geven me wel gelijk, maar beperken hun tussenkomsten, op een paar uitzonderingen na, tot noteren. De samenleving heeft de mond vol van het respect voor dieren. Maar in de praktijk blijkt grotendeels net het tegendeel. De schapenslachtingen waren volop aan de gang toen een moslim mij aansprak, een medewerker van de stadsdiensten die de chaos op zo’n slachtvloer in goede banen moest leiden. ‘Meneer Vandenbosch, ik heb je al een hele dag gade geslagen. Ik besef zeer goed hoe moeilijk dit voor jou moet zijn. Dat wilde ik je zeggen. En ik hoop dat ik je op die manier toch ergens moed kan inspreken. Volg uw hart…’ Een welgekomen moreel ruggensteuntje Ik heb hem bedankt. Het is alsof je als mensenrechtenactivist in een kamp van kindsoldaten terechtkomt. Zombiekinderen die weerloze kinderen, vrouwen en mannen folteren. En niet beseffen dat wat ze doen immoreel is. Dat is voor velen het toppunt van absolute misdadigheid. Dat hoef je niet te rationaliseren. De algemene reflex nu – anders dan in de middeleeuwen – is: ‘dit is absoluut misdadig’. Bij dieren is die automatische reflex er nog maar nauwelijks in vele gevallen.”
“Wat ik meegemaakt heb in Antwerpen, heb ik op onze Facebook-pagina en op de website beschreven, van mij afgeschreven eigenlijk. Daar kwam een resem aan positieve reacties op. Ik weet het wel maar besef het te weinig: ik denk niet dat ik alleen sta. Vele mensen vinden me een toonbeeld van moed. Zo zie ik dat niet, ik doe gewoon wat ik doe. Hun reacties geven wel moed en kracht. Maar slechts weinig mensen kunnen mijn ervaringen aanhoren. (lachend:) Luc (Bungeneers, de Antwerpse schepen voor Dierenwelzijn die GAIA volop steunt en Michel Vandenbosch zijn steun en toeverlaat noemt), zegt me dat altijd: ‘Ik moet het niet horen, Michel, ik kan er niet tegen’. En zo zijn er velen. Ik begrijp dat. Maar voor mij is het zo wel eenzaam, in die zin dat ik er maar zelden met iemand over kan praten… ”
De drive verlies je dus nooit?
Vandenbosch: “Nee. Ik heb wel al momenten gehad van twijfel . Maar dat duurt slechts enkele seconden. Want onmiddellijk springt mijn brein over op een heel andere gedachte. ‘Stel dat je stopt’. Het gevoel dat ik dan krijg, is dat ik de dieren in de steek zou laten. Dat zou bijna verraad plegen zijn aan wat we allemaal hebben opgebouwd in die 20 jaar. We hebben België gevoeliger gemaakt voor dierenleed en België minder wreed gemaakt. Als je aan een kippenhouder 20 jaar geleden zou gezegd hebben ‘Er zal geen enkele supermarkt meer zijn die kooieieren verkoopt’ of in Sint-Eloois-Winkel verteld dat de straatpaardenkoersen zouden verboden worden, zou men je in je gezicht uitgelachen hebben. Los van onze toenemende impact op de maatschappij, het bedrijfsleven en de politiek, trek ik me aan de kleine dingen op. Zoals een jonge moslim die ooit naar me kwam en zei: ‘Meneer, mag ik u de hand schudden. Ik bid elke dag voor u’. Wetend dat ik tegen onverdoofd slachten opkom. Dat soort dingen geeft me hoop.”
En toch ben jij iemand die de polemiek oproept. Mensen zijn heel vaak voor, maar ook tegen jou. Er is blijkbaar geen middenweg.
Vandenbosch: “Dat zegt natuurlijk veel over de relaties tussen mens en dier. Mocht iedereen applaudisseren, zou dat op twee dingen wijzen. Ofwel leven de dieren hier in een paradijs, ofwel ben ik bij de hond gaan slapen en heb ik zijn vlooien gekregen. Maar de harde tegenstanders, die hun eigenbelang bedreigd zien, vertegenwoordigen slechts een minderheid van pakweg tien procent. Er zijn mensen die zeggen: “goed dat ze er zijn, maar op bepaalde punten overdrijven ze toch”. Maar als je dan een concreet voorbeeld vraagt, volgt een ‘euh’. Dat heeft mogelijk ook met hun perceptie van GAIA te maken. Sommigen denken dat we hen willen verbieden vlees te eten. Mensen zien GAIA en mij als de verpersoonlijking van het morele geweten in de omgang met dieren. Dat is goed, uiteraard. Maar sommigen maken er een karikatuur van. Dat wij via overleg met het bedrijfsleven, met de grootwarenhuisketens, … vooruitgang en resultaten boeken die een verschil maken voor een beter dierenleven, ontgaat hen. Niks minder dan alles willen, resulteert helaas meestal in niks bereiken. In stappen vooruit, winwin-situaties nastreven terwijl je het onderste uit de kan probeert te halen, progressief pragmatisch idealisme, dat is onze strategie en die werkt.”
Waren jullie van in het begin pragmatici?
Vandenbosch: “Niet van in het begin. De dag dat we GAIA aan de pers voorstelde, schreef het toenmalige magazine Panorama dat de revolutie voor de dieren in België uitgebroken was. Een fluwelen revolutie wel te verstaan. Zonder geweld. En inderdaad, zo zijn we er ook tegen aan gegaan. Dierenmishandelaars confronteren met protest tegen hun wandaden, actief geweldloos, en in het hol van de leeuw. Dat was toen ook nodig, om ons te profileren en GAIA en de dierencrisis op de kaart te zetten. Ik gebruik soms twee foto’s, treffende beelden. Eén foto dateert van twintig jaar geleden, aan het kabinet van de toenmalige landbouwminister. Een actie voor het verbod op het verhandelen van gezelschapsdieren op markten, waar de minister niet van wilde weten. We versperden tijdelijk de toegang tot het kabinet. Op die foto sta ik met opengesperde benen en armen. En aan elke arm en elk been zie je een rijkswachter hangen. Zestig rijkswachters opgetrommeld voor vijftien actievoerders. Op die andere foto van ongeveer twintig jaar later, zie je mij van op het spreekgestoelte in de Kamer, naar aanleiding van de viering van 25 jaar dierenwelzijnswet in het Parlement. Nog een ander sprekend voorbeeld: wie had kunnen voorspellen dat de voorzitter van de Boerenbond en zijn Waalse tegenhanger mij in de gebouwen van de FOD Dierenwelzijn zouden flankeren op een gezamenlijke persconferentie over het akkoord dat we bereikten over de geleidelijke afschaffing van de batterijkooien voor vleeskonijnen?”
Het scherpe is er af, maar de boodschap gaat nu breder?
Vandenbosch: “Ons gaat het altijd om de resultaten en hoe we die bereiken. De beginjaren noem ik onze Prada-periode: pragmatisch, radicaal dierenactivisme. Stilaan zijn we geëvolueerd naar Pida: pragmatisch, idealistisch dierenactivisme. Het keerpunt was rond 2002. Omdat we onze positie gevestigd hadden, kwam er ruimte voor andere actiemethodes. We komen steeds meer via overleg tot resultaten. Dat prefereer ik boven de confrontatie. Hoe vreedzaam die ook is. Op dat vlak ben ik Gandhiaans geïnspireerd: in je actiemiddelen moet je doel waarvoor je opkomt al vervat liggen. Ons doel is geweldloosheid in de omgang met dieren.”
Heb je ergens een einddoel voor ogen met GAIA?
Vandenbosch: “Wat we voor 2014 nog willen bereiken, is: ervoor zorgen dat de politieke knoop wordt doorgehakt met betrekking tot het onverdoofd slachten, de wet met betrekking tot honden- en kattenhandel scherper krijgen en een verbod op de pelsdierhouderij en op wilde dieren in circussen.”
En dat allemaal binnen de twee jaar, want je spreekt over 2014?
Vandenbosch: “Ja, want na 2014 staan we voor een ander obstakel: de regionalisering van Dierenwelzijn. We hebben er sterk voor geijverd om dit niet te doen. Dat we het niet gehaald hebben, is een grote frustratie. Maar goed, nu moeten we er het beste van maken. We willen zeker niet dat het onder Landbouw terechtkomt. Dan dreigt er weer een achteruitgang, waarbij de greep van de economische landbouwbelangen op het dierenwelzijn alles overheersend zal zijn. CD&V pleit voor Dierenwelzijn onder Landbouw, onder meer sp.a en Groen pleiten voor Natuurbescherming – waar het bijna organisch meer thuishoort. Uiteindelijk is er een compromis gevonden: het wordt een aparte bevoegdheidsmaterie. (geamuseerd:) Zo ingenieus had ik de federale onderhandelaars van de staatshervorming niet beschouwd. Uiteindelijk zullen de gewestregeringen beslissen. Het is in ieder geval al belangrijk dat vanuit federale hoek een duidelijk signaal gegeven wordt dat het zeker niet onder Landbouw mag vallen.”
BOURGONDIER EN VLEESETER
Hoeveel medewerkers telt GAIA?
Vandenbosch: “Hier in Brussel werken we met een basisstaf van vijf mensen. Die zal wel worden uitgebreid. Daarbuiten werken we vooral met freelancers. Bijvoorbeeld bij ons communicatiebureau werken vijf, zes mensen aan onze campagnes. Qua kostenefficiëntie werkt dat goed, is onze ervaring.
Moet wel, want jullie zijn een ledenorganisatie. Geen enkele subsidie?
Vandenbosch: “Neen.”
Daar is soms toch wel discussie over, hè?
Vandenbosch: “Dat is zo. Maar ik heb dat al meermaals gezegd in de meest duidelijke bewoordingen. Mensen hebben een ideefixe: ‘die zullen wel gesubsidieerd zijn’. Geen idee waar dat vandaan komt. We zijn liever niet gesubsidieerd om met ongebonden handen te kunnen opkomen voor de dieren.”
Je bent al 25 jaar vegetariër. Voordien at je wel vlees.
Vandenbosch: “Ja, ik at graag vlees. Ik kom uit een arbeidersgezin. Dan komt er vlees op tafel, hè. Ik dacht niet verder. Tot ik ‘Animal Liberation’ van Peter Singer las, in de naweeën van de zaak van de apen van koning Boudewijn. Singer is één van de belangrijke ethici van deze tijd, hij doceert al jaren aan (de Amerikaanse universiteit) Princeton. Ik ken Singer, heb hem al een paar keer ontmoet. Zijn boek heeft op mij en vele anderen een belangrijke impact gehad. Hij wees op de vooroordelen en de vooringenomenheid in onze samenleving: wat gebruik van dieren betreft gaan menselijke belangen altijd voor op die van dieren. Geen seksisme, geen racisme, mooi, met de gelijke belangen van welzijn en goed leven van elk menselijk individu moet in gelijke mate rekening worden gehouden. Schitterend. Maar denken dat dat alleen maar voor mensen, geldt, is zeer kortzichtig. Al wie buiten die club valt, telt dan niet mee. Dat noemt Singer ‘soortisme’ of speciesism’, naar analogie met racisme of seksisme. Want er bestaan ook heel veel leden van andere soorten dan de mens, die over een gevoels- en bewustzijnsvermogen beschikken, alle gewervelde dieren en enkele ongewervelde, octopussen en kreeften. Singer pleitte in Animal Liberation ook voor vegetarisme: je kan volgens hem dieren niet ernstig nemen en hun vlees, het eindproduct van een proces dat op enkele uitzonderingen na misschien, in feite altijd in meer of mindere mate gepaard gaat met een slecht leven van mishandelde dieren, die in een, meerdere of alle schakels van de productieketen geleden hebben. Volgens hem valt dat moreel-psychologisch niet te rijmen met elkaar.
En door het boek te lezen ben je van de ene op de andere dag vegetariër geworden?
Vandenbosch: “Nee, niet van de ene op de andere dag. Zo werkt dat niet bij mij. Ik moest daar een tijd over nadenken. Ik ben nogal Bourgondisch. Ik kom ook uit een Bourgondisch gezin. Er werd vaak en met veel plezier gefeest. Elke gelegenheid was goed. Ik eet graag en ben zeker geen asceet – ook al leef ik wel sober. Maar ik heb een ethische beslissing genomen. Als ik verder vlees en vis, zoogdieren, vogels, reptielen, vissen, … kortom dieren met gevoel blijf eten, draag ik als consument bij tot de instandhouding van dat hele systeem dat een astronomisch aantal dieren een verschrikkelijk leven doet leiden. Maar ik moest een manier vinden om van mijn klassieke eetgewoontes af te raken, een manier die paste bij mijn persoon. Onmiddellijk met alles stoppen lag efkes buiten mijn bereik. Ik stopte eerst met zoogdieren en vogels. Dan at ik nog vis. Daar ben ik ook mee gestopt. Toen at ik nog mosselen. Ik weet niet of zij enige vorm van pijnsensatie kunnen ervaren. Maar ik ben een aanhanger van het voorzorgsprincipe. Uiteindelijk at ik ook geen mosselen meer. Nu, het vegetarisme maatschappelijk meer en meer doorgang laten vinden hebben we overgelaten aan de organisatie EVA. Dat doen ze goed, op een zeer eigentijdse manier, met initiatieven als donderdag veggiedag, kortom verleidelijk veggie, is hun slogan, waarbij ze de baten van vleesvermindering en vleesvrije voeding voor de gezondheid, het milieu en de dieren in de verf zetten. Wij focussen ons op de behandeling van dieren. Als hun advocaten. En bij mijn weten eet een advocaat zijn cliënten niet op. Wil je effectief zijn, moet je ook je actieradius willen beperken, je targets goed kiezen.”
Heb jij ooit foie gras gegeten?
Vandenbosch: “Nee, nooit van mijn leven. Maar ik laat me uiteraard wel informeren door mensen die het eten of al gegeten hebben. En dus weet ik wel dat het een soort vetbom is die ontploft in je mond en die bijzonder zwaar op de maag ligt. Ik heb wel kikkerbillen gegeten. Eén keer, op mijn twaalfde. Dat herinner ik me nog. Maar op dat moment stelde ik me daar niet echt vragen bij.”
Het was eerder toevallig dat foie gras nooit op het bord kwam bij jullie thuis?
Vandenbosch: “Wellicht, ja. De culinaire gewoontes in arbeidsgezinnen lagen pakweg veertig jaar geleden wel anders. Precies door die intensieve, pneumatische systemen van dwangvoederen is die productie verveelvoudigd en is de prijs kunnen zakken. Dat is precies de reden waarom ze vandaag die hyperintensieve vetmestinstallaties gebruiken: dierenfolteringsmachines maar ze kunnen er veel meer mee produceren in kortere tijd en via uitgekiende reclame en slinkse verkoopstechnieken veel meer mensen niet zozeer verleiden dan wel misleiden. Mensen krijgen het aangeboden, durven niet weigeren of weten niet wat ze eten. Daarom brengen wij Faux Gras de GAIA op de markt, ons diervriendelijk en volledig plantaardig alternatief, dat tijdens de eindejaarsperiode met de steun van Paul McCartney, ex-James Bond-acteur Roger Moore en Lesley-Ann Poppe door alle grootwarenhuisketens verkocht wordt, op een na, den Aldi, die wel foie gras in de rekken heeft liggen. Voordien was foie gras voorbehouden voor de rijksten der aarde. Maar mocht men het mij als kind ooit geserveerd hebben, zou ik het waarschijnlijk wel opgegeten hebben. (met nadruk:) Toen. Maar die tijd is al lang voorbij.”
Het was misschien handig geweest, want dan wist je echt hoe het smaakte.
Vandenbosch: “Je moet niet alles zelf hebben meegemaakt. Ik heb een behoorlijk sterk inbeeldings- en voorstellingsvermogen. Ik kan me de smaak goed inbeelden.”
Wat mogen we op jouw grafzerk schrijven?
Vandenbosch: “Hij stak zijn nek uit voor wie zelf zijn nek niet kan uitsteken, en bleef er voor gaan.”
Beluister hier een kort interview-fragment met Michel Vandenbosch.
beste michel ik heb van u al een brief gekregen om lid te worden 30 euro ge moet verstaan dat ik dat niet kan ik heb een pensioentje van 900 euro per maand waarvan ik alles moet van betalen ik ben een echte dierenvriend ik heb 8 dieren die in een hemel leven 2 rottweilers 2yorkskes 2chichuahas 1 ara en een poes ik doe er alles aan om z het leven zo mooi mogelijk te maken ze hebben nog nooit een doos met dierenvoeding geetenze zijn meer gewoon ik koop meer voor mijn dieren dan voor mij ik zie zo graag dieren dat ik bijna niet meer op mijn facebook durf kijken met al dat dieren leed dan zit ik hier te wenen achter mijn computer ik hoop dat ge mijn toestand verstaat hoogachtend soumillion annie ik hoop dat mijn briefje niet geplubtceerd word
mr van den bossche waar is nu bezwaar tegen het onverdooft slachten van de schapen onze belgen het leven zuur maken met allerlij wetten en het slachten maar duurder maken maar nu hoor ik geen enkel bezwaar ende moslims zullen weeral hun slag thuis halen
bedankt
geachtte heer,
dat ge u inzet om verdoofd slachten in voegen te brengen,ben ik zeker voorstander van, .maar elk jaar voor het offerfeest kijk ik 1dag in t jaar naar geen nieuws,de reden,,,,, kan niet zien hoe die schapen geslacht worden, en elk jaar is het iedere keer weer wereld nieuws op gelijk welke post.nu hebben jullie dagelijks een filmpken op vtm geplaatst waar ge niet alleen ziet hoe de schapen op hun rug gelegd worden, maar hoort ge ze ook nog eens bleten.wilt ge da aub verwijderen….t is nog niet erg genoeg misschien……1dag in t jaar is al teveel, laat staan paar keer per dag.gewoon walgelijk, en kom niet af, dat ge ons de ogen wilt openen, we weten het al genoeg. ik was voor gaia maar nu begin ik jullie te haten.gewoon schandalig
vriendelijke groeten RUTH
Bravo Michel Vandenbosch voor het engagement, de acties en de inspirerende ideeën. En bravo Mikaël voor het beste interview met Michel dat ik ooit heb gelezen. Ik las dit interview nadat ik het interview met Piet Vantemsche had gelezen. In dat interview klopt Vantemsche zich op de borst voor de vele verwezenlijkingen van het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid onder zijn leiding. Als je dan in het interview met Michel leest dat de inspecteurs van dit agentschap op de onverdoofde slachtingen staan te kijken zonder tussen te komen, en enkel dingen noteren, dan plaatst dit de zaken terug in perspectief. Het is echt ongelooflijk wat voor wreedheden tav dieren onze overheid nog toestaat vandaag de dag, onder het mom van religieuze vrijheid. En de parallel tussen dieren en kinderen die Michel trekt, is zeer terecht: het zijn allebei kwetsbare wezens die onze bescherming verdienen.
Chapeau voor wat je allemaal doet Michel! En voor iedereen hier, elk steentje, hoe klein ook, is er één!!
De max Michel…
Gelukkig zijn er nog mensen die zich het lot van dieren “echt” aantrekken !!
Blijven doorgaan met je nek uitsteken: we staan massaal achter jou!!
ik vind dat tof dat je uw nek uitsteek voor die beestje. Ik zou ook iets willen storten voor de dieren wil je zo vriendelijk zijn voor je nummer eens willen doorsturen alvast bedankt
ik ben er trots op voor wat jij doet bravo
Dag Michel,
Wij hebben een Newfandlander gekocht in boortmeerbeek op 08-07-2012 nu bijkt dat onze hond een afgeboren afwijking heeft van uit het nest. Wij hebben de fokker terug gecontacteerd maar die blijkt van niets te weten, ze zegde ik heb de moeder en vader al verkocht. wij hebben geen aankoop bewijs gekregen en de hond was niet geschipt; Er was enkel een bewijs dat de hond een eerst inenting gekregen heeft van Dierenarts De Coster Willy van Wespelaar. Wij vermoeden dat de honden van het buitenland komen. zij kweekt daar wel zeker 10 nesten,in de living de honden leven daar in kooien in hun uitwerpselen. Zonder de moeder en laten de puppys gaan vanaf 6 weken. Is het mogelijk om daar controle te laten doen. Wij willen dat het daar stops met dierenleed
Mijn tel nr is Erik Palinckx 0498.547.507
Mvg
U bent een man naar mijn hart. Heel veel succes voor de toekomst!!!