Gemiddelde leestijd: 12 min 

Van pocketspits met snelle benen bij FC Moortsele (“ik liep de 100 meter in 10.30”) tot hoofd van de Profliga en voorzitter van voetbalclub AA Gent. Van beginnend ondernemer (“zonder klant, zonder auto, zonder kantoor”) tot director van Hudson, wereldwijd een bedrijf met 2.000 medewerkers. Ivan De Witte is bedrijfspsycholoog, maar laat soms zijn emoties en adrenaline de bovenhand nemen. In het voetbal, in het bedrijfsleven en als vader die zijn zoon verloor in 2012.

Ivan De Witte heeft een turbulent jaar achter de rug. De dood van Pieter (34), één van zijn drie kinderen, heeft er zwaar ingehakt. “Mensen zeggen me dat ze dit zien aan mij”, vertelt De Witte verderop in het gesprek. “Ik ben veel kalmer geworden in het beoordelen en behandelen van situaties.” Ook op andere fronten stormde het. Als director van Hudson, een bedrijf in human resourcesmanagement, moet De Witte net als elke andere ondernemer het schip door woelige wateren loodsen – uitgerekend aan de vooravond dat zijn door Hudson verworven bedrijf De Witte-Morel zijn 30ste verjaardag viert. Als voorzitter van AA Gent moet hij ervoor zorgen dat de club niet kopje onder gaat – de Buffalo’s beleven hun zwakste seizoen in jaren. En dan is er nog het aanslepende dossier en de bouw van de nieuwe Ghelamco Arena, gelegen aan de Groothandelsmarkt in Gent.

Ik ben op weg naar hier nog eens langs het nieuwe stadion gepasseerd. De timing om op 15 juli 2013 klaar te zijn, blijft aangehouden?
Ivan De Witte:
“De timing blijft aangehouden. Ook al lijkt dat moeilijk. Maar ik denk dat Ghelamco, de projectontwikkelaar met wie we bouwen, al andere dingen bewezen heeft qua snelheid. Dat heb ik gezien in Polen. Op een bepaald moment zal hij de capaciteit zwaar verhogen. Natuurlijk, als het een hele barre winter wordt, gaan we tegenslag hebben. Maar met een winter zoals vorig jaar denk ik dat we er komen.”

En het stadion biedt plaats aan 20.000 toeschouwers?
De Witte:
“Dat klopt.”

Hoeveel supporters heeft FC Moortsele?
De Witte:
“Ik denk dat de club toch wel 150 supporters telt. We zullen bij de inhuldiging van het stadion een speciale plaats geven aan mensen uit Moortsele. Al was het maar om de cirkel rond te maken.”

Klopt. Vertel zelf misschien waarom de cirkel op dat moment rond is.
De Witte:
“Wel, ik ben geboren in Moortsele. Ik heb daar 20 jaar gewoond en geleefd. Mijn ouders waren eigenaar van een vleeshandel. Vanaf mijn 16 jaar heb ik bij FC Moortsele gespeeld, ook nadien toen we verhuisd waren naar Merelbeke. Ik heb er heel mooie momenten beleefd, op en naast het veld (lacht).”

Welk type voetballer was jij?
De Witte:
Toen speelden we nog 3-2-5. Vijf aanvallers: een buitenrechts, binnenrechts, een echte midvoor, een links binnen en een links buiten. De middenvelders hadden een verbindingsrol en moesten conditioneel echt sterk staan. Ik was de buitenrechts. Nu, het stelde niet zo heel veel voor: 4de en 3de provinciale.”

Maar wel een keer kampioen geworden, in het seizoen ’76.
De Witte:
“Inderdaad. En er zat toch een behoorlijke structuur in die ploeg. Wat ik me herinner en wat de trainers en supporters vertelden, was dat ik heel snel was en een heel goede center had. Die zat bijna ingebakken in mijn voet. Ik ging tot diep aan de doellijn en gaf dan een voorzet die goed aankwam. Daar moest ik nauwelijks bij nadenken, het was bijna een geconditioneerde beweging. Ik scoorde zo’n acht doelpunten per seizoen.”

Misschien het soort spits dat AA Gent tegenwoordig kan gebruiken?
De Witte:
“Ja, maar je mag dat niveau toch niet vergelijken met het professionele voetbal.”

Je voetbalde zowat zoals Franky Vercauteren, maar dan een rechtsvoetige in plaats van een linksvoetige?
De Witte:
“Mja, maar Vercauteren had meer voetbalintelligentie. Bij mij was dat geautomatiseerd. Zeer vlug lopen en dan voorzetten. Vercauteren had veel meer vista.”

Je spreekt over voetbalintelligentie. Had je toen al kunnen bevroeden dat die snelle spits ooit de Profliga zou leiden?
De Witte:
“Nee. Uiteraard niet. Ik was wel heel bezeten door voetbal. Ik keek veel naar wedstrijden, ook naar die van AA Gent.”

Maar niet: het leiderschap en de lijnen uitzetten?
De Witte:
“Nee, dat zat er niet in. Wel het begrijpen van voetbal, in zijn complexiteit. Ik had nooit de bedoeling om trainer of wat dan ook te worden. Voetbal was een hobby. Ik was nogal actief in het studentenleven. Op het vlak van trainingen volgen was ik geen goed voorbeeld. En dan op zondag toch spelen…  Ik had praktisch altijd mijn plaats in de ploeg, ook al miste ik wel eens een training. Ergens moet ik toch wel een toegevoegde waarde gehad hebben. Vooral door die snelheid. Ik heb de 100m gelopen in 10.30. Ik heb daar een getuige van. Paul Van Cauwenberge, de huidige rector van de Universiteit van Gent, liep in dezelfde atletiekclub. Hij was mijn kompaan en had een betere uithouding, denk ik (lacht). Hij heeft die fysieke ontploffing niet. Ik was heel snel en had geen blessures. Zonder training… Kan je je voorstellen? Het moet dus zijn dat ik een sterk spiergestel had.”

Voetbal is een hobby gebleven. Je hebt bedrijfspsychologie gestudeerd.
De Witte:
“Ja. Uiteindelijk heb ik het voetbal gelaten voor wat het was. Na mijn studies was ik twee jaar assistent aan de universiteit. Ik deed het lesgeven graag. Maar het academisch onderzoek was mijn ding niet. Om een carrière uit te bouwen moest je de twee doen. Dus zei ik na twee jaar aan de prof dat ik het voor bekeken hield. Daarna werd ik verantwoordelijke voor human resources bij staalfabriek Sidmar. Ik was ook toen al heel nauw verbonden aan de Vlerick Management School. Ik was gastdocent: lesgeven over bedrijfsbeheer voor middlemanagement en topmanagement. Op zo’n jonge leeftijd met die mensen in aanraking komen, was een godsgeschenk. Daar heb ik gevoeld dat er een onontgonnen markt was om dat vak bedrijfspsychologie te gaan vermarkten. Ik kreeg van die mensen vragen: ‘Zou je dit voor mij niet willen doen’? Intuïtief voelde ik aan: hier is een mogelijkheid. En ik heb die gegrepen. Ik heb mijn stoute schoenen aangetrokken en heb mijn ontslag gegeven bij Sidmar. Ik ben begonnen zonder klant, zonder auto, zonder kantoor. Ik had het geluk dat mijn echtgenote werkzaam was in het PMS, ook als psychologe maar met een vaste betrekking. Ik had drie kinderen. Gedurende twee jaar heeft mijn echtgenote voor het inkomen moeten zorgen. Dat was zeer afgemeten. Als beginnend ondernemer had ik niets.”

Kreeg je iets van thuis mee? Niet zozeer financieel, maar de kunde?
De Witte:
“Het ondernemen zat er in. En het enige wat ik mij herinner is dat mijn vader mij een miljoen frank, 25.000 euro, geleend heeft. Renteloos geleend, niet gekregen. Dat was nodig om de eerste telefoonverbinding te betalen en zo. En ik heb dat bedrag ook terugbetaald binnen de vijf jaar.”

En zo ontstond het headhuntbedrijf De Witte-Morel, na de Amerikaanse overname nu gekend als Hudson. In 2013 bestaat jullie bedrijf 30 jaar. Ga je iets speciaal doen?
De Witte:
“Ik moet daar toch eens over nadenken. 30 jaar is niet niets. Maar het is nog niet gepland.”

Is headhunten op de één of andere manier te vergelijken met de zoektocht naar een voetbaltrainer?
De Witte:
“Eigenlijk is dat te vergelijken. Het enige wat ik vaststel is dat veel clubs, inclusief de mijne en ikzelf, het niet zo professioneel doen zoals we het doen in het bedrijfsleven. Als er iets in het professionele voetbal kan verbeteren, is het het toevoegen van die dimensie.”

… En het weglaten van de emotie?
De Witte:
“Ja. En van het te vlug willen handelen. En alleen te denken aan de technische vaardigheden, en niet te denken aan de people vaardigheden. Dat moet en zal binnengebracht worden. Toen ik als bestuurder bij AA Gent begon, was de medische dimensie nog onbekend. Toen werden blessures en het vermijden van blessures nog onprofessioneel behandeld. Nu is dat onder controle. De psychologische dimensie staat nog aan het begin, het is onontgonnen gebied. In Italië is het al verder gevorderd en in Engeland is het zich zwaar aan het vestigen. Maar in België is het een niemandsland.”

Ook wij bezondigen er ons als AA Gent aan, geef je toe. Uitgerekend jij komt nochtans uit de wereld van de bedrijfspsychologie.
De Witte:
“Ja. Zeer goeie opmerking. Maar het is natuurlijk ook een tijdsdimensie. Als je het als voorzitter allemaal zelf zou moeten doen, is dat niet te verwezenlijken. Ik moet een psycholoog vinden die zoals de dokter en de kinesist aan de club verbonden is. Maar dat is niet zo eenvoudig. Die psycholoog moet ook het voetbal behoorlijk kennen. Anders geraak je niet in de luisterbereidheid van de trainer. Die zou zo’n persoon afstoten. En ten tweede, je moet de kleedkamer kennen en weten wat daar gebeurt. Weet je dat niet, dan moet je er niet aan beginnen.”

Hebben andere eersteklasseclubs wel al zo’n bedrijfspsycholoog in dienst?
De Witte:
“Full time niet. Cercle Brugge heeft wel iemand waarmee ze aan de rand werken. En Francky Dury werkt ook met een psycholoog, ook in zijn tijd bij AA Gent. Maar enkel voor recrutering. En voor mij moet een psycholoog meer dan doen dan recrutering van spelers. Hij moet ook de groepsdynamiek goed beheersen.”

Is de kleedkamer van Gent effectief zo moeilijk, zoals wel eens wordt gezegd?
De Witte:
“Het is geen gemakkelijke kleedkamer. Maar ik denk dat dit overdreven wordt. Als er een aantal problemen opduiken, is dat omdat we een behoorlijk dynamische groep hebben. Trond Sollied hield zich daar niet zo nauw mee bezig. Bob Peeters doet dat wel. Voor de rest vind ik Trond nog altijd een zeer goede trainer. Dus, hebben wij een woelige kleedkamer? Op zich niet. Ik denk dat het ook een kwestie is van goed management. We zullen dat op korte termijn wel klaar krijgen.”

Wij hebben ook al vaker overhaast een trainer aangesteld, zeg je. Sta me toe een kort overzicht te maken van krantenkoppen van de laatste 15 jaar: ‘Ook wij hebben gefaald’ (over het ontslag van Henk Houwaart), ‘Leekens is de beste trainer van het land’, ‘Michel Preud’homme, jij bent de Verlosser’, ‘Francky Dury is de meest geschikte persoon om Preud’homme op te volgen’. Bevestigt dit de stelling dat AA Gent zich meermaals aan overhaaste beslissingen heeft bezondigd?
De Witte:
“Wel, we moeten toch voorzichtig zijn. Henk Houwaart hebben we inderdaad veel te vlug aangenomen. Na het plotse vertrek van Sollied naar Club Brugge hebben we niet genoeg aan bezinning en reflexie gedaan. Leekens vind ik geen miscast. Op het moment van de evolutie van AA Gent toen was dat perfect. Hij is ook drie jaar gebleven hè.”

En Leekens kennende moet dat zowat een record zijn…
De Witte:
“Ja. Dat was een heel groot succes. Hij is alleen op een wat ongelukkige manier verdwenen naar Lokeren. Maar het was een goede casting. Die van Michel Preud’homme ook. Het was zelfs een half mirakel dat we hem naar de club hebben gekregen en weg konden halen van Standard dat net kampioen was geworden. En Francky Dury… Francky is niet ontslagen hè. Hij is zelf weggegaan. Hij heeft het goed gedaan bij Gent. Derde in de reguliere competitie en zeer goede resultaten in Europa. Het is wat misgegaan in de play offs. Ik heb zelfs nog gepleit dat hij zou blijven. Maar hij is zelf weggegaan omdat hij een aanbod had van Club Brugge. En ik ben bijna zeker: een aanbod op papier. Ook Trond Sollied heeft het goed gedaan vorig jaar. Dit jaar is het wat misgelopen. Nu, ik denk dat Trond en een jonge groep niet samen gaat. Hij moet werken met spelers met ervaring. Omdat de spelers zelf die discipline opnemen. De miscasting geef ik dus alleen toe wat Henk Houwaart betreft.”

Tussen haakjes: waar zit Trond Sollied nu?
De Witte:
“Ik weet het niet. Hij woont hier nog in Gent. En ik zal hem nog ontmoeten. Maar eerst moeten we dat een beetje laten afkoelen.”

 

LEVE DE ONZEKERHEDEN

Wat hebben ondernemers en bedrijfsleiders toch met voetbal?
De Witte:
“Ondernemers hebben een ziel, een persoonlijkheid en een natuur die eigenlijk pas goed op dreef komt als er onzekerheden zijn. Met risico’s, met crisis. Het tegenovergestelde van mensen die de zekerheid zoeken en alleen maar goed functioneren als ze in een zekere omgeving zijn. Je vindt die dikwijls – ik zeg niet altijd – in de publieke sector. Toen ik begon, wist ik langs geen kanten wie mijn eerste klant zou zijn en hoe het ging lopen.”

Wie was jouw eerste klant trouwens?
De Witte:
“Mijn eerste klant was Terbeke van Luc De Bruyckere. Ik kende Luc behoorlijk van bij Vlerick. En op een bepaald moment heeft hij gezegd: ‘We gaan jou een kans geven’. Dat was een goed begin. En ik ben nooit vergeten dat hij mij in die periode geholpen heeft.”

De Bruyckere zou ooit gezegd hebben: ‘De Witte was mij voor met zijn bedrijf’.
De Witte:
“Klopt. Toen hij onlangs afscheid nam van Terbeke hebben ze hem gevierd. Hij sprak toen in publiek: ‘Ivan De Witte heeft voortgezet wat ik wou beginnen’.”

Maar je was aan het vertellen over de onzekerheden als ondernemer.
De Witte:
“Wel, het voetbal is een wereld van onzekerheden. Als de wedstrijd begint, ken je de afloop niet (lacht). Je probeert zoveel mogelijk alles te sturen om die onzekerheden te domineren of te bedwingen. En die onzekerheden zijn: de tegenstrever, de scheidsrechter, het veld, van alles. Wat ondernemers hierin aantrekt, is dat dit de exponent is van onzekerheid. Door voorafgaand goed te werken, moet je dat proberen minimaliseren. Dat is eigenlijk voetbal leiden.”

Heeft het ook met ‘willen winnen’ te maken?
De Witte:
“Ja. Het heeft inderdaad ook te maken met de competitiviteit. De beste zijn, steeds beter worden. Al die factoren die in ondernemerschap liggen, zitten in het voetbal. Geen twijfel over. Wat me in het voetbal een beetje tegen de borst stuit, is de omgeving. De managers en spelersmakelaars die er rond hangen, ook de media die soms dingen uitvergroten. Dit maakt het minder mooi. Maar voetbal op zich vind ik een prachtig product. Eén van de mooiste dingen die er bestaan.”

Ik heb de indruk dat jij meer begaan bent met het voetbal dan met het bedrijf.
De Witte:
“Nee, dat is niet juist. Als ik op Hudson ben, ben ik 100 procent bereikbaar, voor de medewerkers en voor de klanten. Ik doe zelf nog heel veel klantenwerk. Ik ben heel erg betrokken bij de leiding op internationaal niveau van dit bedrijf. De Witte en Morel is verkocht aan een Amerikaans bedrijf, zoals je weet. Ik kan dat goed scheiden. Bijvoorbeeld: Ik ben hier met u nu 100 procent aan het spreken. En na dit interview zal ik een gesprek hebben van anderhalf uur met trainer Bob Peeters.”

Maar de tijdsindeling is toch niet altijd evident?
De Witte:
“Bedrijf, club en Liga was te veel. Het voorzitterschap bij de Profliga was er eigenlijk te veel aan.”

En voelden de medewerkers bij Hudson dit ook?
De Witte:
“Nee, omdat ik mij bij de Liga en bij de club goed georganiseerd heb. Bij AA Gent doet Michel Louwagie 80 procent van de job. En bij de Liga had ik een zeer goede medewerker. Ik deed eigenlijk de top van de ijsberg: het televisiecontract, de verandering over de competitieformule, de vergaderingen. Voor de rest werd heel veel gedaan door het management.”

Klopt het dat je uit het bedrijf wilde stappen, maar dat je aanbleef toen de financiële crisis uitbrak?
De Witte:
“Ja, dat klopt. In 2008 was er de bankencrisis. En nu komt daar de overheidscrisis en de economische crisis bovenop. Dat maakt dat het nu zeer diep zit. En inderdaad, in 2009 heb ik gezegd: ‘Ok, ik ga blijven tot het schip terug kan varen’. En in 2011, op het ogenblik dat het schip terug kon varen, is de nieuwe put gekomen. Dus nu blijf ik zolang het schip weer vaart. Het vaart, maar er is toch wel woelige zee.”

Dat houdt impliciet in dat het bedrijf niet zonder jou kan, en omgekeerd.
De Witte:
“Mja. Natuurlijk, niemand is onmisbaar. Dat zal ook wel met mij zo zijn. Maar je hebt 30 jaar midden op dat schip gestaan. Dan stuur je iets gemakkelijker door de woelige zee dan iemand nieuw. Maar dit bedrijf is absoluut sterk genoeg om alleen te varen. En er is stilletjes aan opvolging voorzien.”

 

OVERLEDEN ZOON

Hoe goed kan jij relativeren, zowel het voetbal als het bedrijf en bij uitbreiding alles in het leven?
De Witte:
“Goeie vraag. Ik heb een heel moeilijk probleem meegemaakt in 2012 met mijn zoon die overleden is. Dat heeft me toch wel met de neus tegen de muur gedrukt: ‘Er zijn nog veel andere dingen die belangrijk zijn’. Met de jaren leer ik afstand te nemen van bepaalde zaken en leer ik ze in de juiste context te plaatsen. Dat voorval met mijn zoon dat me nog altijd diep treft, heeft me nog wat verder getrokken in die relativering. Maar ik kan ook momenten hebben dat ik heel gemakkelijk in de emotie en in het vuur van de strijd wordt getrokken. Een beetje de afstand verliezen, overkomt mij wel. Dat duurt dan meestal niet zo lang, een drietal uur.”

Ik denk nu aan de affaire-Stijnen maar ook aan je hitsige reacties soms na een nederlaag. Dat strookt niet met jouw opleiding als bedrijfspsycholoog.
De Witte:
“Nee. En ik zou het er ook helemaal moeten uitkrijgen. Maar dat is adrenaline die soms nog de kop boven steekt. Nu, ik vind nog altijd dat Stijn Stijnen zelf heel onbesuisd te werk is gegaan. Maar er zijn andere, meer relevante momenten. Na een wedstrijd tegen Genk heb ik nogal onbeschoft naar de arbitrage en scheidsrechter Nzolo verwezen bijvoorbeeld. Dat zijn momenten waarvan ik zeg: ‘Dit had ik niet moeten doen’. In globo zijn er enkele momenten geweest waar ik de beheersing meer moest laten spelen. Zowel hier bij Hudson, als familiaal als op het voetbal. Maar over de jaren heen is het in frequentie en intensiteit zwaar afgenomen (lachje).”

Is die intensiteit er nu helemaal uit, na de dood van je zoon Pieter?
De Witte:
“Ja. Ik denk dat dit een zeer indringend moment is geweest voor mij. Mensen zeggen me trouwens dat ze dit zien aan mij. Ik ben veel kalmer geworden in het beoordelen en behandelen van situaties. Maar pas op, een ondernemer is altijd wel iemand die aangevuurd wordt. Anders onderneem je niet. Vanuit die natuur en dat profiel van de ondernemer betekent het ook dat de lont kan aangestoken worden. Veel ondernemers hebben die uitbarstingsdrang.”

Je bent gelinkt geweest aan de politiek maar hebt niet toegezegd.
De Witte:
“Inderdaad. Ik ben een paar keer heel zwaar benaderd om in de politiek te gaan.”

Dat was in aanloop naar de Vlaamse verkiezingen in 2009, voor Open VLD. Je kreeg een verkiesbare plaats aangeboden.
De Witte:
“Je bent goed geïnformeerd (lacht). Ik ben uiteindelijk niet in de politiek gestapt. Waarschijnlijk omdat ik in mijn standpunten breder ben dan één partij. In mijn filosofie en denken ben ik een relatief breeddenkend iemand, met topics in meerdere partijen. Van nature ben ik een links-liberaal en voorstander van een gemodereerd kapitalisme.”

Je zou kunnen zeggen: ‘Ik zet mij in een partij en probeer de bakens te verzetten richting links-liberalisme’.
De Witte: “Dat had gekund. Maar met mijn bedrijf en mijn voorzitterschap mocht ik mij geen kleur aanmeten. Als ik finaal afgehaakt heb, komt dat omdat ik het onverantwoord vond.”

Misschien zou je ook moeten kiezen hebben, en één van de twee laten vallen?
De Witte:
“Inderdaad. En ik wou liever verder gaan met mijn bedrijf en met het voetbal.”

Wat mogen we op jouw grafzerk schrijven?
De Witte:
(denkt lang na) Hij hield ten volle van het leven, maar met mate.”


NVDR: Dit interview is afgenomen daags voor het ontslag van trainer Bob Peeters.

Beluister hier een kort interview-fragment met Ivan De Witte.

      1. Ivan De Witte

 

Foto’s: James Arthur Fotografie (www.jamesarthur.eu)

 

Pin It on Pinterest