Gemiddelde leestijd: 7 min
Dat hij eigenlijk in Monaco wilde blijven, maar door zijn vriendin Lore nu opnieuw in België woont. Dat hij als kind elke dag futuristische fietsen tekende. En dat hij de grootsheid van zijn palmares pas na zijn carrière wil beseffen. “Voor Nieuwjaar kocht ik voor onze pa dat boek ‘Top 100 van het Belgische Wielrennen’. En ik stond al op 5. Dat is immens. In mijn kop probeer ik het te minimaliseren zodat het minder groots wordt.” Tom Boonen praat zoals hij koerst: met een natuurlijke flair.
Het was een boerenjaar voor Omega-Pharma QuickStep en vooral voor kopman Tom Boonen. Een grand cru, in de woorden van ploegmanager Patrick Lefevere. Na onder meer overwinningen in de E3 Harelbeke, Gent-Wevelgem, Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix zag Boonen zijn seizoen bekroond met de titel ‘Sportman van het jaar’. Records hebben hem nooit echt geïnteresseerd, maar hij heeft er intussen al aardig wat bij elkaar gefietst.
Is alles wat nu nog komt in je carrière ‘bonus’?
Tom Boonen: “De ambitie is nog altijd dezelfde: proberen om zo goed mogelijk te zijn voor de klassiekers. Extra druk is er zeker niet. Ik sta al bijna overal aan de top van de lijstjes. Ik hoop gewoon in een goeie gezondheid aan de start te komen en dan zal ik mijn kansen wel kunnen verdedigen.”
Weet je nog wat je in jouw biografisch boek uit 2006 zei over het woord ‘druk’?
Boonen: “(knikt) Onder druk wordt steenkool diamant.”
Zelf gevonden?
Boonen: “(lacht) Ja. Dat heb ik eens gezegd op de ploegvoorstelling van de Kortrijkse Groeninge Spurters. Echt al lang geleden… (Boonen reed er als junior en later als belofte van 1997 tot 2001, MS) Maar die druk is er niet meer. Ik bén al diamant. (lacht)”
Renners als Johan Museeuw zeggen dat ze pas na hun carrière beseffen wat ze hebben gepresteerd. Het lijkt me dat jij dat nu al weet.
Boonen: “Bwa, nog niet echt eigenlijk. Ik denk daar ook niet vaak over na. Eigenlijk zijn alleen persconferenties en interviews die ik in aanloop naar de klassiekers krijg, de enige momenten in het jaar dat ik er bij stil sta. Ik probeer me uitermate te concentreren op de wedstrijden. In mijn kop probeer ik het ook te minimaliseren zodat het minder groots wordt. Ik denk dat dit ook wel helpt om de druk meer draagbaar te maken. Daarom lijkt het me logisch dat je er na je carrière terug op aangesproken wordt. Dan pas besef je de grootsheid van die dingen. Maar hoe groter je het voor jezelf maakt, hoe moeilijker het ook wordt.”
Praat je daar soms over met voormalige renners, met Eddy Merckx bijvoorbeeld?
Boonen: “Nee, eigenlijk nooit. Wij praten nooit over de koers. Na de wedstrijd wordt er wel eens gezegd ‘amai, goed gereden’ of ‘dat was verrassend’ of ‘daar heb je wat geluk gehad’. Maar echt over koersen praten van enkele jaren geleden… Met Eddy wel misschien. Maar Eddy praat dan meestal over zijn stoten, en daar kan ik dan niet tegen op. (lacht)”
Was vorig seizoen je beste jaar uit je carrière?
Boonen: “Ik wil niet spreken in termen van ‘beste jaar’. Ik ben op 1 september beginnen trainen. Beter doen dan vorig jaar gaat niet, dus wil ik even goed doen. Ik heb dezelfde ambities als vorig jaar en wil opnieuw alles winnen. Ik heb geen schrik, maar ben realist. Je kan elk jaar exact hetzelfde doen en je gaat toch goede en slechte jaren hebben. Dat is gewoon zo. Waar ligt het dan aan? Moet je het altijd bij jezelf zoeken? Soms ben je gewoon goed en soms ben je gewoon slecht. Als mijn conditie goed is, moeten de andere renners proberen beter te zijn. Als je realistisch bent en weet dat je er alles voor gedaan hebt, dan mogen ze schrijven wat ze willen. Je hebt alleen zelf de waarheid.”
Raakt je dat soms, zaken die de pers schrijft of zegt?
Boonen: “Ik heb daar echt heel weinig problemen mee. Ik vind het alleen soms ambetant als ze er familie bij betrekken terwijl die er niets mee te maken hebben. Maar dat zijn meestal niet de wielermedia.”
‘IK TEKENDE VROEGER ELKE DAG FIETSEN’
Waarom was die winst op het WK ploegentijdrit vorig jaar met jouw ploeg Omega-Pharma Quickstep zo belangrijk voor jou?
Boonen: “Ik vind het persoonlijk de mooiste discipline in het wielrennen. De eerste profwedstrijd die ik ooit gewonnen heb, was de ploegentijdrit in de Ronde van Catalonië. Dat was toen voor mij iets ongelooflijk. Ik reed bij het grote US Postal, met namen waar ik van dacht dat ik er nooit zou bij rijden in een ploegentijdrit. Het WK van vorig jaar in Valkenburg had een enorme uitstraling. We hadden daar een heel jaar naar uitgekeken. Het was dan nog eens vlak bij huis. Een ploegentijdrit is ook iets puur in de wielrennerij. Het was een wereldtitel die ik nooit verwacht had.”
Sinds dit jaar rijdt Mark Cavendish in jouw team. Wat was het eerste waar je aan dacht toen Patrick Lefevere de naam Cavendish liet vallen?
Boonen: “Ik heb er van in het begin nooit weigerachtig tegenover gestaan. Ik heb wel gevraagd om er eens efkes over na te denken. Je moet ook niet direct antwoorden natuurlijk. Maar een paar dagen later heb ik Patrick teruggebeld en gezegd: ‘Eigenlijk is dat een fantastisch goed idee’. Want het is toch een enorme stimulans om er voor te gaan. Ik weet dat uit ervaring bij ploegmaats, namelijk als je iemand mee hebt die van bij het begin van het seizoen één of twee etappezeges behaalt. Dat zorgt voor enorm veel rust in de ploeg. Het is ook een reden om je nog beter te verzorgen en nog beter te trainen om toch in die selecties te geraken. Het gaat ook om geld. Als je zes etappes kan winnen zoals Mark soms doet, is dat een enorme hoop geld voor veel jongens. Dus dan proberen ze er ook rapper bij te zijn.”
“Ik kende Cavendish natuurlijk al als tegenstander. Hij valt heel goed mee. Het is een heel lieve jongen. Hij meent het ook goed. Het is gewoon iemand die het hart op de tong heeft. Na de koers kan hij heel emotioneel reageren. Ofwel is het goed, ofwel is het slecht. Maar altijd heel uitbundig. En dat vertaalt zich ook in het gewone leven.”
Hoe jammer vond je het vorig jaar dat Fabian Cancellara is weggevallen in de Ronde van Vlaanderen?
Boonen: “Ik ben op dat moment vooral bezig met mijn eigen ding te doen. Ik ben nooit iemand die zijn koers afstemt op iemand anders.”
Het had de overwinning misschien nog iets mooier gemaakt?
Boonen: “Goh, ik had Fabian al een paar keer geklopt, hij heeft mij ook al een paar keer geklopt. Het hangt allemaal van de dag af. Dus op zich verandert dat niet veel.”
Welke doelen heb je dit seizoen?
Boonen: “Mijn eerste doel blijft om een klassieker te winnen. Oké, ik zit nu in die situatie: ik heb drie keer de Ronde van Vlaanderen gewonnen en vier keer Parijs-Roubaix. Als ik nog één keer win in Roubaix, heb ik het absolute record. Maar dat verandert mijn mentaliteit of motivatie niet. Die is al 100 procent. Ik had nooit gedacht dat ik kans maakte om vijf keer Parijs-Roubaix te winnen. Toen ik begon te koersen, geloofde ik niet dat ik zelfs maar één klassieker zou winnen. Nu heb ik er al enkelen op mijn naam staan. Ik hou ook van het nieuwe parcours van de Ronde van Vlaanderen. Niet omdat ik de eerste editie gewonnen heb. Het is gewoon goed voor de toekomst. Het is geen echte plaatselijke ronde. Maar we passeren wel drie keer op dezelfde positie. Dat maakt het veel veiliger voor iedereen, het volk én de renners. Ik vind het ook een leuke ronde. De finale van de Ronde is veel zwaarder dan voordien.”
We spraken met Cancellara in november vorig jaar. Hij zei toen: ‘Vroeger keek je naar de renners en naar de wielerwedstrijden. En plots maak je zelf deel uit van de geschiedenis.’ Heb jij ook dat gevoel?
Boonen: “Ja. Ik probeer het zoals gezegd wat te minimaliseren. Maar het is wel zo. Voor Nieuwjaar kocht ik voor onze pa dat boek “Top 100 van het Belgische Wielrennen”. En ik stond al op 5. Dat is immens, hè. Ik had geen idolen vroeger. Maar gewoon het feit dat je daar al tussen staat…”
Er hing wel een poster van Miguel Indurain in jouw slaapkamer, dacht ik?
Boonen: “Ja. (lacht) Maar alleen van zijn fiets, de ‘Espada’. Ik tekende vroeger ook heel veel fietsen. Altijd tijdritfietsen.”
Je bent een auto-freak. Tekende je vroeger ook auto’s?
Boonen: “Ja, maar minder auto’s dan fietsen. Ik had een heel groot notebook. En ik tekende alle dagen van die heel futuristische fietsen. Ik heb die tekeningen zelfs nog liggen, denk ik. Mocht je die fietsen nu uitbrengen, breek je er direct het uurrecord mee (glimlacht).”
MONACO
Welk verschil maakt het nu je weer terug in België woont?
Boonen: “Dat is lastiger, hè. Met dat lekker weer hier… En het is moeilijker om bergop te rijden. Het verschil is dat ik in december naar de Ardennen ben gegaan met mijn koersfiets. Dat heb ik nog nooit gedaan in heel mijn leven. De eerste keer… omdat dat vroeger niet moest.”
Hoe kijk je terug op die periode in Monaco?
Boonen: “Ik heb daar altijd heel graag gewoond. En had het van mij afgehangen, was ik er gebleven. Tijdens mijn fietscarrière bedoel ik dan. Want ik ben nooit van plan geweest om er heel mijn leven te wonen. Je zit daar met de top van de wielrennerij. Dus je hebt altijd goede trainingen en sparringpartners. En je moet nooit zoeken: je hebt goed weer, je hebt de bergen. Het is veel gemakkelijker om goed te trainen daar.”
Waarom ben je dan terug gekomen?
Boonen: “Omdat Lore dat vroeg. (glimlacht)”
Alleen daarom? Is zij je houvast in jouw carrière, nog meer dan Patrick Lefevere?
Boonen: “Goh, Patrick is echt wel mijn baas. Lore… (pauzeert) Het klinkt misschien cru, maar ik ben niet iemand die een houvast nodig heeft. Ik bel wel naar huis. Maar dat moet niet per sé voor mij.”
Je bent evenwichtig uit jezelf?
Boonen: “Ja. Ik heb niet echt iemand nodig. Wel om goed te kunnen leven en mezelf te amuseren. Maar niet dat ik alle dagen mijn beklag moet doen naar huis en eens praten om mijn hart te luchten.”
Naarmate je ouder wordt, is het moeilijker of net makkelijker om tijdens de winter zo intensief te blijven trainen?
Boonen: “Trainingen vind ik makkelijker geworden. Er komen niet veel verrassingen uit de bus. Maar het vertrekken van huis vind ik alsmaar moeilijker. Ik ga niet graag meer weg. Hoe lang ik het nog ga volhouden? Zolang het nodig is. Als het te veel wordt, dan stop ik er mee. Maar het plezier van fietsen en de liefde voor de fiets is nog altijd groter dan de tegenzin om van huis te vertrekken.”
Is die liefde voor de fiets nooit afgenomen, in moeilijker periodes bijvoorbeeld?
Boonen: “Het is misschien dan dat ze het sterkst is. Want dat trekt je er altijd door. Ik heb altijd heel graag gefietst. Altijd.”
Wat mogen we op jouw grafzerk schrijven?
Boonen: “(lacht) Hij leefde lang en gelukkig.”
Beluister hier een kort interview-fragment met Tom Boonen.
Foto’s: James Arthur Fotografie
Zoals altijd vlot geschreven en aangename lectuur!
Waaw, mooi initiatief, dank om te delen!
Super !
Alweer leuk gedaan man! 🙂