Gemiddelde leestijd: 12 min
Geschiedenis was zijn dada, archeoloog worden een jongensdroom. Tot zijn verbazing slaagde hij voor het ingangsexamen van de toenmalige BRT. Vanop zijn stoel als anker van Terzake analyseert Lieven Verstraete de wereld. “Ik geloof in zo objectief mogelijke journalistiek.”
“Ik ben schuchter. Nog altijd”, haalt Lieven Verstraete enkele keren aan. Toch is hij tijdens het gesprek opvallend openhartig. Over het verlies van zijn ouders, over een jeugd in de ban van de gemeentepolitiek. En over zijn passies: muziek, sport en… geschiedenis.
Waarom wilde je Geschiedenis studeren?
Lieven Verstraete: “Van jongs af aan was ik al geïnteresseerd in geschiedenis. Er bestond zo’n wetenschappelijke reeks voor jongeren ‘Wat en hoe’. Ik spaarde mijn zakgeld en kocht boekjes over de Maya’s, de Inca’s, de Noormannen, de ontdekkingsreizen. Blijkbaar zat dat in mij. Ik had ook het idee: ik word archeoloog. Ik ga verborgen steden ontdekken in de jungle in Zuid-Amerika, verborgen schatten opdelven, mummies ontdekken en zo. Dat heeft me altijd blijven boeien. Vandaar dat ik – zonder dat zelf te beseffen – in die studie ben gerold. Wat er in het verleden gebeurd is, en wat we daar eventueel kunnen uit leren de dag van vandaag. Natuurlijk, aan de universiteit kregen wij een keuzevak archeologie. En dan moesten we in de winter buiten in Gent een site bewerken met een truweeltje. Het was koud. En na een halfuur wist ik al: dit is niets voor mij (lacht). Archeologie was zoals een kind droomt om Eddy Merckx te worden, of brandweerman. Het geeft alleen aan dat je in een bepaalde interessesfeer zit. En achteraf oefen je iets anders uit. Maar die fascinatie voor het verleden is gebleven. In het voorlaatste jaar van het middelbaar wist ik al dat ik Geschiedenis wilde studeren.”
Mis je het niet?
Verstraete: “Eigenlijk niet. Ik lees wel nog graag geschiedenis. Maar echt onderzoek doen, ben ik ontgroeid. Ik zeg altijd: als ik ooit met pensioen ga, doe ik dat opnieuw. En ik zat ook wel graag in archieven. Die hebben een bepaalde geur, een bepaalde stoffigheid. Maar ik ben toch blij dat ik er niet meer in zit.”
Eigenlijk heb je er wel ingezeten de jaren na jouw uniefperiode. Je bent een jaartje mediathecaris geweest in Oostende.
Verstraete: “Ja. Ik had ook wel belangstelling voor boeken en literatuur. En je zoekt… Het was ook de periode waarin historici als traditionele uitweg het onderwijs hadden. Toen ik afstudeerde in 1984, was het volop crisisperiode. Er wàs gewoon geen werk. In die periode wou ik de journalistiek in en heb ik het examen van de BRT meegedaan. Met het idee: we zullen wel zien. Want er waren toen 1.600 deelnemers. De kans dat ik slaagde, was 1 op 1.600. Dat is niet zo heel veel. (lacht) Wonder boven wonder was ik er toch door.”
Wat heeft gemaakt dat jij boven dreef?
Verstraete: “Het enige wat ik daarover kan zeggen, is dat ik blijkbaar goed was in examens doen. Uit mijn lichting zijn ook bijvoorbeeld Johny Vansevenant, Jan Van Dam en Chris Denys gekomen.”
Wanneer is de klik gekomen ‘ik word journalist’?
Verstraete: “Op het ogenblik dat ik vernam dat ik geslaagd was voor dat examen. Ik was een beetje te schuchter om aan te kloppen bij krantenredacties en zo. Voor mij was dat eigenlijk de enige manier om die stap te zetten. (lachje) Ik had voordien nauwelijks iets journalistieks gedaan. Alleen eens een schoolkrantje helpen opstellen en zo. Van thuis uit had ik interesse voor politiek meegekregen. Er waren ook altijd kranten bij ons thuis, het tv-journaal van de BRT werd ook bekeken. Mijn moeder was gemeenteraadslid en schepen voor CVP in Brugge. Ik mocht mee op campagne affiches plakken. Dat was spannend. Verkiezingskaravaans waren dat in die tijd. Publiciteitskaravaans zeg maar. Zoals je dat ook in de koers ziet: folders, stylo’s en snoep uit de wagen gooien. Ook op dat vlak was ik misschien een klein beetje voorbestemd om die richting uit te gaan.”
Maar je bent nooit in de politiek gegaan?
Verstraete: “Nee. Maar in mijn job ben ik altijd wel bezig geweest met politiek. Ik heb Europese verslaggeving gedaan en ook een stukje Wetstraatverslaggeving. Nu, het is niet omdat je ouders in de politiek zitten, dat je daar per se belangstelling voor hebt. Het kan ook net de andere kant uitgaan en clashen: het generatieconflict. Maar mij boeide het. Naast geschiedenis begon ik ook over actualiteit te lezen.”
En was politiek een gespreksonderwerp aan tafel?
Verstraete: “Daar werd wel eens over gesproken, ja. Zeker in tijden van verkiezingscampagnes. Ik herinner mij als 16-jarige dat Agalev opkwam. Mijn moeder was van de CVP. En het generatieconflict bestond er dan in dat ik heel ostentatief het partijprogramma bestelde van Agalev. Internet bestond toen nog niet. Je moest het programma bestellen. En ik wist: als ik het bestelde, zou dit binnenkomen en zou mijn moeder dat dan zien. Ze maakte zich daar toch zorgen over. Ik kreeg dan ook het partijprogramma van CVP in handen gestopt – om me toch op de goede weg te houden (lacht)”
Je voelde iets meer voor de groenen?
Verstraete: “Dat was nieuw, hè. Je bent jong. Anders gaan leven, met een partijprogramma op recyclagepapier, wat ook al nieuw was. Het was eigenlijk mijn kleine daad van verzet. (gniffelt)”
OBJECTIEVE JOURNALISTIEK
Naast je presentatiewerk bij Terzake modereer je soms debatten. En je hebt dat CVP-stempel. Hoe moeilijk is het om politiek en op andere manieren neutraal te blijven?
Verstraete: “Om te beginnen betwist ik wel dat ik een CVP-stempel heb. Want ik zeg altijd: het is niet omdat je vader een dief is, dat jij ook een dief bent. Het is niet omdat je ouders een bepaalde politieke kleur hebben, dat de kinderen ook die politieke kleur moeten hebben. Die vraag wordt me nu al 25 jaar gesteld. Maar eigenlijk is dat niet eens zo moeilijk. Als interviewer moet je je gewoon op de positie van de tegenpartij stellen. Dat doe ik met iedereen die in de studio komt: ik speel de advocaat van de duivel. Als iemand van de meerderheidspartijen komt, stel je je altijd in de plaats van de oppositie. En omgekeerd. Zo simpel is het eigenlijk. (lacht)”
Geloof je in objectieve journalistiek?
Verstraete: “Ik geloof in zo objectief mogelijke journalistiek. Maar ik geloof ook dat dit niet volledig haalbaar is. Alleen al de keuzes die je maakt worden bepaald door de belangstelling en de achtergrond die je hebt. Hier op de VRT zijn er mensen die totaal geen belangstelling hebben voor economie. Die zullen moeilijker een keuze maken om een economisch onderwerp in het programma te brengen. Anderzijds is zo’n redactie wel een verzameling van heel veel mensen met heel veel verschillende achtergronden. Uit de clash van de ideeën bestaat dan wel een soort gemeenschappelijke deler. Bovendien, mocht ik systematisch een bepaald partijstandpunt innemen, zou ik hier al lang niet meer werken. Want de media en de politiek reguleren op dat vlak zichzelf wel. Het zou heel snel duidelijk snel dat ik hier rij voor een bepaalde kar.”
En waar ligt jouw interessesfeer?
Verstraete: “Ik ben in heel veel geïnteresseerd. Dat is een voordeel en de reden waarom ik deze job kan doen. Maar het meest gevoelig ben ik wel nog altijd voor politiek en economie. Ik heb iets minder voeling met cultuur. Maar sport en zo kan me allemaal boeien. Daardoor kan ik ook wel een bepaalde stempel op het programma drukken, door ideeën aan te brengen.”
Mis je het veldwerk soms niet?
Verstraete: “Soms wel. Meer en meer. Er bestaat misschien wel een kans dat ik dit niet ten eeuwige dage doe. Dat ik misschien opnieuw meer reportages ga maken. Maar nog niet onmiddellijk. Het is een vaag idee. ‘Ik ben nu 50. Ga ik dit nog 15 jaar doen?’ Anderzijds is reportages maken technisch en vormelijk veel gecompliceerder geworden dan toen ik nog de baan op ging. Dus ik denk daar over na. Maar soms schrikt het me ook wel af: ‘Zal ik het nog wel kunnen?’ Maar ik heb niet direct plannen om er mee te stoppen, omdat ik wat ik nu doe nog te graag doe. Door de aard van het werk word je verplicht om je in zeker vier onderwerpen te verdiepen. En dat houdt je wel scherp.”
Maar het kriebelt wel af en toe?
Verstraete: “Mja, als je mensen ziet vertrekken naar het buitenland. Wij gaan soms ook eens buiten voor bijvoorbeeld een gesprek met de premier. Dan merk je wel: de echte informatie zit niet hier, maar ligt buiten. Europa mis ik niet. Omdat ik één van de allerboeiendste periodes uit de geschiedenis van de Europese Unie heb kunnen meemaken. Ik ben er aan begonnen met het Verdrag van Maastricht, na het imploderen van het communisme en toen beslist werd om de euro in te voeren. Niemand geloofde dat dit zou lukken, en toch is die euro er gekomen. Ik heb heel die geweldige periode meegemaakt, toen Europa met de saneringen een impact had in ons leven, net als nu. In 1999 ben ik er bewust mee gestopt: ‘Dit hoofdstuk is nu afgesloten’. Nu zitten we eigenlijk in een vergelijkbare periode. Daarom heb ik wel zin om opnieuw Europese verslaggeving te doen. Europa is een economie en continent in de verdrukking.”
Blijft de euro?
Verstraete: “Ja, die gaat nooit verdwijnen, denk ik.”
Hoe ziet een werkdag er uit voor jou?
Verstraete: “Zo’n dag begint heel vroeg. Ik sta meestal om rond 6u30, met de Ochtend op Radio 1. Dan neem ik een douche, doe ik mijn kleren aan en ga ik naar de krantenwinkel om een paar kranten.”
Je krijgt die kranten niet thuis toegestuurd?
Verstraete: “Nee, omdat ik dan niet gebonden ben aan abonnementen.”
Dus de kranten worden niet betaald door VRT?
Verstraete: “Nee. De kranten komen wel toe hier op de redactie.”
En je wacht niet tot in Brussel?
Verstraete: “Nee. Een journalist die naar de redactie komt zonder kranten gelezen te hebben, daar word ik echt heel kwaad van. Er zijn er helaas wel, ja. Mensen die toekomen en niet weten wat er gebeurd is, vind ik niet kunnen.” “Rond 8u30 bel ik meestal een eerste keer met de eindredacteur van die dag. En overleggen we: wat hebben we gehoord op de radio, wat staat in de kranten, wat staat er op de nieuwskalender. Met Terzake komen wij natuurlijk aan het eind van de nieuwsdag. We brengen duiding, dus moeten we zorgen dat we er altijd nog een laag kunnen op leggen, een stap verder zetten. Proberen inschatten: welk nieuws zal spelen, hoe zullen collega’s dit doen, en wat kunnen wij daar op het eind van de dag nog aan toevoegen?”
PASSIES
Laten we het eens hebben over één van jouw passies: Braziliaanse muziek en muziek in het algemeen. Hoe is dat begonnen?
Verstraete: “Net als bij mijn interesse in geschiedenis ben ik daar een beetje ingerold. Het heeft te maken met mijn vader, een groot muziekkenner. Hij had platen van Harry Belafonte, een Amerikaan van Jamaica afkomstig. En ook cassettes van een groep Los Paraguaios, die latino muziek bracht. Ik hoorde dat gewoon graag. Je kan dat niet verklaren.”
Die interesse in muziek komt dus door jouw vader?
Verstraete: “Ja. Ik heb dat eigenlijk nog maar onlangs beseft, door eens door de platen van mijn vader te gaan. Ik dacht altijd dat mijn passie begonnen was door op een bepaald ogenblik te rollen in de Braziliaanse muziek. Maar die interesse was er eigenlijk al veel vroeger blijkbaar. Al is het echt begonnen door Isaura, een telenovella op de BRT. Toen ik dat zag, was ik onmiddellijk gegrepen door die muziek en door de taal: het Braziliaans Portugees.”
Jouw vrouw baat een koffiebar uit in Brugge. Op een Unizo-debat waar jij moderator was, hoorde ik je zeggen: ‘Door die zaak besef ik wat werken is’. Meende je dat, of zei je dat omdat je in een ondernemersmilieu vertoefde?”
Verstraete: “(lacht) Nee, ik meende dat. Ik heb heel veel geleerd over ondernemen. Er doen veel vooroordelen de ronde. Het is echt wel hard werken. We hebben al die stappen meegemaakt: van een idee en ‘het gat in de markt’, over ‘hoe geraken we aan geld en aan een pand’ tot de slapeloze nachten om de facturen te betalen. Ik kom ook helpen in de zaak. Vaak op zaterdag, soms eens in de week.”
En jouw werk als dj?
Verstraete: “Dat staat voorlopig op een lager pitje. Want door het opstarten van die zaak heb ik dat wat moeten aan de kant schuiven. Maar hopelijk tegen volgende zomer kan dat herbeginnen.”
Hoe heb je jouw vrouw ontmoet? Is dat via muziek gegaan?
Verstraete: “Nee, niet via muziek. We zijn voorgesteld door een vriend van mij. Wij waren op dat ogenblik single. En die vriend zei: je moet eens met haar babbelen.”
Was je toen ook nog schuchter, zoals je in het begin van het gesprek aangaf?
Verstraete: “Ik ben nog altijd schuchter. Ja ja… (lacht) Ik kan dat alsmaar beter verbergen. Maar in de grond ben ik heel erg schuchter. Ik durf heel weinig mensen echt spontaan aanspreken. Voor mijn job zou ik gemakkelijk op de paus afstappen, of op de president van Europa. Maar in het dagelijkse leven is dat een soort hindernis die ik moet overwinnen.”
Het cliché van de tv-presentator die…
Verstraete: “Wel ja, en ik merk dat ook bij ons volk. Veel mensen hebben iets – tussen aanhalingstekens – te ‘compenseren’. Die durven de clown uithangen op televisie. Maar bij de beenhouwer durven ze soms nauwelijks een stuk vlees bestellen. (lacht) Wij hebben allemaal persoonlijkheidsstoornissen. (glimlacht)”
Je kan nu misschien even op de sofa gaan liggen?
Verstraete: “Nee, dat is niet nodig, want we hebben onze job daarvoor om dat te compenseren.”
Is het een soort rol die je dan speelt?
Verstraete: “Het is niet echt een rol, maar een ander deel van mijn persoonlijkheid. Het maakt deel van mij uit.”
Maar we hadden het over muziek. Je bent dj, als jouw alter ego Satanic Samba. Is dat een uitlaatklep?
Verstraete: “Wel, met Satanic Samba ben ik gestopt. Ik gebruik de naam niet meer. Ik vond het een beetje te donker. En het wekte ook verkeerde verwachtingen, want ik draai niet alleen Braziliaanse muziek. Ik gebruik nu nog alleen mijn eigen naam. Een totaal verkeerde dj naam (lacht). Een uitlaatklep…? Goh, dat is een beetje een zwaar woord. Ik doe dat gewoon graag. Zoals ik ook graag sport.”
Je hebt lange tijd basket gespeeld.
Verstraete: ”Inderdaad. Ik ben ermee gestopt op een ogenblik dat ik dacht: nu kan ik het niet meer goed genoeg doen. Ik heb héél veel gebasket. Dat was één van de passies in mijn leven. En toen plots gestopt, op 44 jaar. Ik ga ook nauwelijks nog naar matchen kijken.”
Iets wat je doet, moet je goed doen: geldt dat in het algemeen voor jou?
Verstraete: “Ja. Ik beschouw mezelf in wat ik doe, niet als overmatig getalenteerd. Maar als ik het doe, bijt ik me er wel in vast. Dan moet het goed zijn. Als ik één kracht heb, is het deze wel.”
SCHUCHTER EN VERWEESD
Je bent schuchter en niet snel geneigd om zaken mee te delen. Je zit sinds kort wel op Facebook. Dat vind ik dan wel raar.
Verstraete: “Ja, maar dan moet je eens kijken wat er op Facebook verschijnt. Ik vind Facebook een heel leuk medium, leuker en iets rustiger dan Twitter. Dat is te hitsig en te macho. Maar op Facebook zetten mensen zelden de persoonlijke geheimen. Er staan dingen in die mensen willen delen. En de vrienden die je maakt, zijn niet noodzakelijk echt vrienden. Ik wil informatie met hen delen, maar mijn hartsgeheimen ga ik niet op Facebook zetten.”
Je heb wel de dood van jouw vader aangekondigd op Facebook.
Verstraete: “Ja, dat is zo’n uitzondering. Ik heb er veel reacties op gehad. Dat deed ook wel goed. Maar ik blijf er bij, de hartsgeheimen deel je met misschien drie à vier mensen. Ze zouden moeten stoppen met Facebook een sociaal medium te noemen. Het is eigenlijk een gigantisch reclamekanaal. Mensen gebruiken het om zichzelf in de kijker te zetten. Ik doe dat ook, om mijn programma in de kijker te zetten. Als ik presenteer, post ik er zaken op waar we mee bezig zijn. En bij uitbreiding post ik dingen waar ik mee bezig ben, en waarvan ik hoop dat mensen dat dan leuk vinden. Maar behalve die uitzondering ga ik er niet mijn persoonlijk leven op posten. Je zal er bijvoorbeeld geen foto’s van mijn kinderen op vinden.” “Ik ben gestopt met Twitter, maar denk er aan opnieuw op Twitter te gaan. Omdat ik merk dat het als journalist belangrijker en belangrijker wordt en een soort alternatief persbureau aan het worden is. Soms verneem je dingen het eerst via Twitter. In ons beroep wordt het een belangrijk instrument.”
Je bent op korte tijd jouw vader én jouw moeder verloren. Wat doet dat met een mens? Ik neem aan dat je daar erg van moest bekomen?
Verstraete: “… aan het bekomen ben. Het is heel vreemd. Op acht maanden ben ik mijn moeder en mijn vader vrij onverwacht verloren, allebei op 78-jarige leeftijd wat de dag van vandaag nog veel te jong is. Ik ben nu zelf 50 geworden eind vorig jaar. Het is dus een vrij heftig jaar geweest. (lachje) En ik heb nu voor het eerst beseft wat de betekenis is van het woord ‘verweesd’. Heel vreemd. Ik ben geen kind meer, ik heb mijn ouders niet echt nodig om mijn leven te leiden. Maar ik denk nu soms meer aan mijn ouders dan toen ze nog leefden. En ik heb daar soms dromen over. Je mist iemand op de één of andere manier. Mensen die hetzelfde hebben meegemaakt, zeggen mij: ‘Het is iets waar je heel moeilijk zal van af geraken’. Het is niet dat het allesoverheersend is. Maar het komt geregeld één of twee keer overdag of zelfs ’s nachts terug. Ik zie hen dan nog liggen en denk ‘waarom’.”
Heb je goed afscheid kunnen nemen van hen?
Verstraete: “Bij mijn moeder is het zo snel gebeurd dat we nauwelijks afscheid hebben kunnen nemen. Bij mijn vader heeft het iets langer geduurd. En dat heb ik samen met mijn broer en mijn twee zussen heel bewust kunnen meemaken. We hebben op een ‘mooie’ manier kunnen afscheid nemen.”
Ben je blijven werken?
Verstraete: “Ja. Je kunt natuurlijk blijven treuren. Een maand vakantie nemen of zo. Ik doe mijn werk ook heel graag. Voor mij is dat een tegengif. In die periode heb ik ook gemerkt wat die Terzake-redactie voor mij betekent. Vriendschap is een te groot woord, want we zijn collega’s. Maar ik voelde heel veel warmte. Dat heeft me heel erg geholpen en is een reden waarom ik snel opnieuw ben gaan werken.”
Dan zie ik je nog niet snel van stoel veranderen en weggaan bij Terzake.
Verstraete: “Nee. Maar in de media kan het snel gaan.”
Maar je gaat er niet zelf op aansturen?
Verstraete: “Ik heb eigenlijk nog nooit op iets aangestuurd. Ik ben de VRT heel dankbaar voor het parcours dat ik heb afgelegd. Ik heb altijd kansen gekregen en nog nooit zelf gesolliciteerd voor iets. De dingen die ik gedaan heb, kwamen op vraag van de VRT en kwamen ook altijd op het goede moment. Ik ben ook wel een grote twijfelaar. Bij elke stap heb ik heel lang getwijfeld. Behalve bij die ene stap, toen Kris Hoflack me vroeg om Terzake te presenteren. Ik had toen, op 44 jaar, het gevoel: dit is wat ik wil doen.”
Wat mogen we op jouw grafzerk schrijven?
Verstraete: “(denkt na) ‘Het was net niet genoeg’. Ik ben eigenlijk nooit helemaal tevreden. Als ik het gevoel heb dat ik iets onder de knie heb, denk ik al: what next? Ik ben nogal kritisch voor mezelf. Soms zelfs iets té, in die zin dat het mij wat afremt. Ik heb ook altijd het gevoel dat wat ik doe, de volgende keer altijd beter moet zijn. Een fundamentele onrust. Maar een onrust die me ook wel blijft vooruit stuwen.”
Beluister hier een kort interview-fragment met Lieven Verstraete.
Foto’s James Arthur Fotografie:
Goed interview en vlot leesbaar. Ik miste één vraag die ik zelf zou gesteld hebben. Hoe erg hij het vindt om als slaaf van de tijd een interessant gesprek in Ter Zake te moeten afkappen, goed wetende dat vele luisteraars op hun honger blijven zitten?
Mooi geschreven… Dat verweesd gevoel… Ik verloor ook mijn beide ouders op 8 maanden tijd, heel plots, geen afscheid, zelf net geen 40, ouders net geen 65… En tien jaar later mis ik ze nog elke dag omdat ik ze met de tijd nog liever ben gaan zien. Ik ben ze heel dankbaar 🙂
Ademloos in een ruk gelezen, veel herkend. Heel ‘schoon’ interview. Echt!
Sterk interview!
Lieven, alez donc, pas possible ! 🙂
Schoon interview van een schone mens. En zo hebben we Lieven Verstraete toch op een andere manier leren kennen. Daar dienen diepgaande interviews voor.
Weet nu waarom ik een “boontje” heb voor de journalist Verstraete en het programma Terzake. (Maar voor Kathleen ook zunne). Heel mooi en herkenbaar voor veel mensen.
Mooi interview, het gaat ook over iets.