Gemiddelde leestijd: 9 min 

Toen hij als tiener Louis Vervoort in Merlina op tv bezig zag, dacht hij niet aan een carrière als dwergacteur. “Nu heb ik er veel spijt van dat ik niet veel vroeger met acteren begonnen ben.” Chris Willemsen is de kleine ster in series als De Ronde, Red Sonja en Crimi Clowns. “Ze zeggen dat ik uniek ben.”

Alleen een opstapje in de keuken. Voor de rest wijst niets in het huis van Chris Willemsen er op dat hier een man met een kleine gestalte woont. Ook met zijn 1m22 lukt alles vrij probleemloos. “Ik woon sinds drie jaar alleen. Voordien woonde ik bij mijn ouders. Ze hebben me altijd gesteund. ‘Chris, je zal altijd klein blijven. Er is niets aan te doen’, vertelden ze toen ik jong was. Maar ik heb het redelijk rap verwerkt, hoor. Mijn ouders namen me vanaf mijn geboorte overal mee. Dat is ook wel wat mijn geluk geweest, daardoor ben ik zo sociaal. Ik ben niet verlegen om ergens te gaan.” En ook aan durf en moed ontbreekt het Chris Willemsen niet, zo blijkt al snel tijdens ons gesprek.

Heb je altijd acteur willen zijn?
Chris Willemsen:
“Nee. Ik ben er heel toevallig ingerold. Twaalf jaar geleden belde Louis Vervoort mij op, de dwergacteur uit onder meer ‘Fabian van Fallada’ en ‘Merlina’. Hij vroeg me of ik interesse had om mee te doen met evenementen, stoeten, opnames met meerdere dwergen. Op dat moment had ik geen andere job. ‘Waarom niet?’, dacht ik. Ik kan het altijd eens proberen. Zo heb ik me ingeschreven in castingbureaus.”

En je hebt zelf ook productiehuizen aangeschreven.
Willemsen:
“Klopt. Uiteindelijk heb ik zelf niets met Louis Vervoort gedaan. In het begin deed ik figurantenwerk. Ik had nooit een opleiding gevolgd. Ondertussen volgde ik wel wat acteerworkshops en een mediatraining, de basistechnieken van acteren en presenteren. Want ik wou er wel in verder. Hier en daar kreeg ik dan ook eens een gastrolletje. Tussen 15 en 25 jaar heb ik hard gesukkeld met mijn rug en mijn gezondheid. Ik dacht toen niet dat ik iets anders kon en stond niet stil bij wat ik wilde doen. Ik heb een vernauwing aan de rug, typisch aan dwerggroei. Mijn ruggenwervel begon dicht te slibben. Dat heeft tien jaar aangesleept. Mijn gezondheid liet niet toe om op dat moment een job aan te nemen. Zodra ik goed te been was, kwam die telefoon van Louis Vervoort.”

Nadien nog contact gehad met hem?
Willemsen:
“Ja. Ik ben nog bij de Vereniging voor Mensen met een Kleine Gestalte geweest. Daar zag ik hem af en toe eens. Voor de rest heb ik weinig of geen contact meer met hem gehad. Hij is ondertussen al een paar jaar niet meer actief, denk ik.”

Wat dacht je toen je Louis Vervoort bezig zag in die jeugdseries op tv?
Willemsen:
“Ik vond het geweldig dat mensen zoals hij zo’n kans kregen. Maar het is toen niet bij me opgekomen ‘verdorie, dat zou ik ook willen doen’. Anders had ik niet zo lang gewacht. Nu heb ik er veel spijt van dat ik er niet veel vroeger mee begonnen ben. Anderzijds, voor film, tv en theater staan de makers en het publiek de laatste tijd meer open voor mensen met een beperking. Vroeger moesten het de perfecte mensen zijn met de perfecte maten. Meer dan vroeger. Nu zie je bijvoorbeeld in ‘Met man en macht’ een meisje met het syndroom van Down. Dat vind ik geweldig.”

Ik moet nu ook denken aan Mo, de allochtoon uit thuis.
Willemsen:
“Inderdaad. Hij heeft dat zelf ook eens verklaard in een interview. ‘Ik vind het zeer goed dat iemand zoals ik de kans krijg om mee te spelen in Thuis’. Ik heb ooit ook eens gehoord, lang geleden, dat iemand met een beperking niet op de eerste rij mocht zitten. Want dan zou hij te goed in beeld komen.”

Je hebt een vrij gespierd bovenlijf. En dat komt naar verluidt door het zwemmen.
Willemsen:
“Dat heeft er inderdaad mee te maken. Maar dwergen zijn sowieso al redelijk gespierd, zonder dat ze er iets voor moeten doen. Bij mijn type dwerggroei is alles in proportie, alleen zijn de ledematen korter. Wij hebben dezelfde spiermassa. Ik gebruik mijn armen heel veel, om op een stoel of barkruk te kruipen. Dat zal er ook wat mee te maken hebben.”

Klopt het dat je trots bent op dat gespierde lichaam?
Willemsen:
“Ja, natuurlijk. Ik denk dat er veel mensen op jaloers zijn (lacht breed). Ik krijg daar wel vaak complimenten over. ‘Heb jij ooit fitness gedaan’, vragen ze dan. Nee dus.”

Je hebt ook nog ooit medailles gehaald op de Internationale Dwarf Games. Hangen die hier ergens uit?
Willemsen:
“Nee. Maar ik heb ze nog wel. Dat toernooi was in Birmingham. Een heel weekend sporten, samen met 200 andere dwergen. Ik was toen nog bij de Vereniging van Mensen met een Kleine Gestalte en iemand uit de Vereniging had al eens eerder deelgenomen. Ik had me ingeschreven voor de discipline zwemmen, want dat kon ik het best. Atletiek en balsporten ging voor mij niet meer op die leeftijd.”

Je hebt vroeger wel nog gevoetbald.
Willemsen:
“Ja. Van 8 tot 12 jaar. Ik moest stoppen omdat ik niet met mijn leeftijdsgenoten mocht overgaan. Ik ben altijd preminiem geweest en werd op den duur te oud.”

 

DWERG = DE CORRECTE TERM

Met het woord ‘dwerg’ heb je geen probleem, wel met ‘lilliputter’ heb je al eens gezegd in een interview.
Willemsen:
“Ja. Dat vind ik een afschuwelijk woord. Wij zijn geen lilliputters, dat is iets anders. Als iemand belt en zegt ‘we zijn op zoek naar een lilliputter’, antwoord ik ‘dan ben je bij mij aan het verkeerde adres, dit is niet het correcte woord’. In principe is ‘kleine mensen’ het correcte woord. Maar met ‘dwerg’ heb ik absoluut geen probleem. Ik beschrijf mezelf ook als ‘dwergacteur’. De Vereniging voor Mensen met een Kleine Gestalte is trouwens intussen stopgezet.”

Als ik even rondkijk in jouw huis, zie ik weinig dingen die aangepast zijn aan jouw gestalte.
Willemsen:
“Ja. Alleen een opstapje in de keuken. Voor de rest lukt alles probleemloos. Ik heb een rijbewijs en rij zelf met de auto. Ik woon wel pas sinds drie jaar alleen. Voordien woonde ik nog bij mijn moeder. Die aanpassing naar het alleen wonen is beter gelopen dan ik verwacht had. Niet de praktische dingen, meer het mentale aspect. Na zoveel jaren bij jouw ouders… Ik heb nooit overwogen om alleen te gaan wonen, ik had het thuis te goed. Maar mijn moeder begon ouder te worden. Vroeg of laat zou ik er toch alleen voor staan. Misschien niet slecht, achteraf gezien. Want mijn moeder is overleden in september vorig jaar.”

Welke praktische nadelen ondervind je als dwerg?
Willemsen:
“Bankcontacten, parkeerautomaten, met andere woorden de dingen waar je moeilijk aan kan. In mijn bankkantoor staat binnen een opstapje. Dat hebben ze speciaal voor mij gezet. Kinderen vinden dat opstapje ook leuk. Als de mama geld afhaalt, zie je die kinderen er op staan. ‘Dat is mijn bankje’, roep ik dan grappend.”

Hoe is de reactie doorgaans bij kinderen als ze jou zien?
Willemsen:
“Heel uiteenlopend. Sommige kinderen zijn al hysterisch geworden. Anderen zeggen ‘hè mama, een klein meneerke’. Eerlijk gezegd kijk ik zelf ook raar op als ik naar iemand kijk die ‘anders’ is. Als ik een mongooltje zag bijvoorbeeld, of iemand met geamputeerde benen. Dat is vrij normaal. Zolang ze je niet gaan bespotten. Dat mensen mij nakijken, vind ik dus normaal. Dat zie ik zelfs niet altijd. Tegenwoordig denk ik wel eens: kijken ze me aan omdat ik een handicap heb, of omdat ze mij herkennen? De voorbije jaren zal het waarschijnlijk dat laatste zijn.”

Stand up komiek William Bouva, ook een dwerg, zegt: ‘Op 6 jaar had ik door dat ik anders was dan andere kindjes’. Wanneer is dat besef bij jou gekomen?
Willemsen:
“Dat moet rond dezelfde leeftijd geweest zijn. Zodra je leeftijdsgenoten je voorbij staken, zij werden groter en jij bleef klein. Ik heb nu een neefje van 5 jaar en die is nu groter dan ik.”

Wat dacht je toen je 6 jaar was?
Willemsen:
“Je vraagt je af hoe het komt. ‘Waarom ik?’ En ‘het is niet eerlijk’. Als kind begreep je dat niet. Je wil ook alles doen wat jouw leeftijdsgenootjes doen, voetballen bijvoorbeeld. Toen ik moest stoppen met voetballen, was ik razend kwaad. Nu begrijp ik dat wel.”

Hebben je ouders ooit uitgelegd dat je dwerggroei had?
Willemsen:
“Mja. (denkt na) ‘Chris, je zal altijd klein blijven. Er is niets aan te doen’. Mijn ouders hebben me altijd gesteund. Maar ik heb het redelijk rap verwerkt, hoor. Op zich heb ik heel veel geluk gehad met mijn ouders. Zij hebben mij nooit afgeschermd of binnenshuis gehouden. Zij waren heel sociaal, hadden een grote vriendenkring en zaten in verschillende verenigingen. Ze namen me vanaf mijn geboorte overal mee. Dat is ook wel wat mijn geluk geweest, daardoor ben ik zo sociaal. Want ik heb ooit heel schuchtere dwergen ontmoet. Zij zijn altijd afgeschermd geweest door hun ouders. Ik ben niet verlegen om ergens te gaan, ik heb een hoop vrienden en een heel sociaal leven. En dat komt vooral door mijn ouders, die mij nooit afgeschermd hebben.”

… En die er gewoon mee omgegaan zijn?
Willemsen:
“Ja. Ik ben gewoon opgevoed, zoals mijn zus en broer. Misschien werd ik wel eens voorgetrokken, mijn ouders waren misschien iets minder streng. Soms werd ik iets te veel betutteld. Dat was dan ook niet plezant. Mijn zus is twee jaar ouder, mijn broer twee jaar jonger. Voor hen was mijn dwerggroei de normaalste zaak van de wereld. Ik heb een vrij normale jeugd gehad.”

Heb je momenteel een relatie?
Willemsen:
“Nee. Ik ben ook niet specifiek op zoek. Een vriendin zou welkom zijn. Maar ik lig er niet van wakker. Ik ben niet hopeloos op zoek. Wat komt, zal wel komen. Vrijgezel zijn heeft ook zijn voordelen, hè (lacht). Ik heb een druk leven. Ik ga en sta waar ik wil en moet met niemand rekening houden. Maar ik kom uiteindelijk wel altijd ’s avonds alleen terug, in een leeg huis.”

Ik vraag het je, omdat je op je website schrijft dat ‘je van de goede dingen des levens houdt: uitgaan en plezier maken, de vrouwkes, acteren’ enzovoort.
Willemsen:
“Mja. Dat van die vrouwkes moet ik eigenlijk weglaten.”

Al veel relaties gehad?
Willemsen:
“Echt vaste relaties nog niet echt. Meer losse flirten. Maar als je dat af en toe heb… meer moet dat niet zijn, hè?”

Hypothetische vraag. En voor een stuk ook een morele kwestie. Stel dat je een relatie hebt, zou je dan ook kinderen willen? Kinderen die daardoor mogelijk jouw DNA meekrijgen?
Willemsen:
“De kans is heel groot dat mijn kind een dwerg zal zijn. Maar ik denk niet dat mij dat zou tegenhouden. Natuurlijk, in dat geval ben je altijd met twee om die beslissing te nemen. Als mijn vriendin het niet zou willen…”

Het zit niet in de familie. Jouw ouders en broer en zus hebben een normale gestalte.
Willemsen:
“Inderdaad. En mijn zus heeft 5 kinderen, geen enkele met dwerggroei. Ook geen enkele voorouder van mij is een dwerg.”

 

‘DE KAKKER UIT DE RONDE’

In De Laatste Show had je ooit een korte sketch in de rubriek met Rick De Leeuw.
Willemsen:
“Inderdaad. Ik heb ook een rolletje gehad in ‘Matroesjka’s’. Door dat programma heb ik ook Luk Wyns leren kennen. Hij was toen al teksten aan het schrijven voor ‘Crimi Clowns’ en wilde me graag bij de reeks. Ik was meteen gewonnen voor het script. Heftig, de personage van slechterik. Als acteur is dat één van de plezantste rollen om te spelen: dingen mogen doen die je in het normale leven niet mag. Maar ik beschouw ‘De Ronde’ echt als mijn doorbraak.”

Ben je kieskeurig in de rollen?
Willemsen:
“Niet echt. Ik neem momenteel bijna alles aan. Natuurlijk, als ik meer en meer zaken krijg aangeboden, ga ik wel keuzes moeten maken. Ik ben niet fulltime bezig met acteren. Het aanbod is daarvoor niet groot genoeg. Natuurlijk is ook de concurrentie niet groot. Als iemand een dwerg nodig heeft, komen ze in 9 van de 10 gevallen bij mij terecht. Eigenlijk 10 van de 10. Ik heb zo goed als geen concurrenten. Bij mijn weten is er in Vlaanderen geen andere dwergacteur. Op zich heb ik geen probleem met typecasting. Ik zal altijd wel gevraagd worden omwille van mijn profiel. Luk Wyns heeft me dit al enkele keren verteld: ‘Chris, je bent iets uniek. Maar als je niet blijft spelen, kom je misschien niet meer aan bod in de acteurswereld.’ Daaruit versta ik dat ze wel vinden dat ik kan acteren. Ik had nooit verwacht dat het zou blijven duren. Zelfs niet na ‘De Ronde’. Maar dan kwam ‘Red Sonja’. En nadien ‘Crimi Clowns’.”

‘De Ronde’ was jouw doorbraak, vertelde je daarnet. Maar wat veel mensen niet weten is dat je ook 1 seconde te zien was in de langspeelfilm ‘De Zaak Alzheimer.’ Pak je daar soms mee uit?
Willemsen:
“Nee. Weinig mensen weten dit ook. Je moet in principe de beelden vertraagd voortspoelen. Anders zie je het niet. Een castingbureau zocht figuranten. Ik had nog geen ervaring en mocht uiteraard nog niet verwachten dat ik een sprekende rol zou krijgen.”

Word je nog vaak aangesproken over die fameuze kakscène in ‘De Ronde’?
Willemsen:
“Nu begint het wat te minderen. Maar ik ben er vaak over aangesproken: ‘Hier ze, de kakker uit De Ronde’. Ik heb natuurlijk meer gedaan dan die scène. Maar ik vind dat niet erg. Het was één van dé opmerkelijkste scènes uit ‘De Ronde’. En dat is mij uiteraard ook ten goede gekomen. Het is in ieder geval de meest besproken scène.”

Wat vond je zelf van de scène?
Willemsen:
“Ik snap niet dat er zoveel mensen ophef over gemaakt hebben. In principe was er niets te zien. De suggestie dat ik op iemands kop ging kakken, ja… Maar ik heb er nooit wakker over gelegen. Hoe meer de mensen er over praatten, hoe beter voor mij. Ik heb wel commentaren gelezen op internetfora. ‘Zondagavond is gezinsavond. Dan zit je met de kinderen naar ‘De Ronde’ te kijken en komt dat ineens’. Dan denk ik: ‘Iemand van 12 jaar kan daar tegen. Die ziet wel meer dan zo’n scène. En iemand jonger dan 12 die om 21u30 nog voor de tv hangt, vind ik niet kunnen. Die moet al lang in zijn bed liggen.”

Vond je het zelf grappig?
Willemsen:
“Ik vond dat zelf grappig, ja. Ook een paar keer de slappe lach gekregen tijdens de opnames.”

Heb je de scène vaak moeten opnieuw draaien?
Willemsen:
“Nee, dat viel wel mee. Maar het was verschrikkelijk warm in die kamer. Voor mij was dat niets, maar voor Lukas Van den Eynde…”

Los van de scène zelf vond ik het wel een sterke boodschap. Het ging om een afpersverhaal waar hoerenlopers hun geld aan een goed doel moesten schenken. Wat vond jij van het verhaal?
Willemsen:
“Goed gevonden. Want niemand had verwacht dat het die kant zou uitgaan. Ik heb het zelfs aan mijn beste vrienden niet verteld. Iedereen dacht dat het een bordeel of hoerenkot was.”

Wat mogen we op jouw grafzerk schrijven?
Willemsen:
“Dat is een moeilijke… Ik zal geen grafzerk hebben. Maar natuurlijk ga ik wel een gedenkplaatje nemen. ‘Kort maar krachtig’ misschien? (lacht) Of iets in de trant van ‘Ondanks zijn beperking heeft hij alles uit het leven gehaald wat hij kon’.”

 

Beluister hier een kort interview-fragment met Chris Willemsen.

      1. Chris Willemsen

 

Foto’s James Arthur Fotografie:

Pin It on Pinterest