Photographer

Gemiddelde leestijd: 14 min 

“‘God schiep de dag en Thomas liep er door’: dat wil ik blijven volhouden. Er is geen weg meer terug. Ik kies een leven zonder files en zonder vertragingen. Wat eigenlijk belachelijk is, want ik doe niets anders dan vertragen.” In zijn carrière zit geen lijn en af en toe drukt Thomas Siffer de pauzeknop in.

Zo maakte hij in 2002 met vrouw en kind een wereldreis van drie jaar op zee. Voor- en nadien zwom hij door menige mediawaters. Sinds een jaar woont hij in Zuid-Italië. In het najaar is Siffer even in het land naar aanleiding van zijn boek ‘Intermezzo Italiano’. En ja, hij hoopt om veel gelezen te worden. “Weet je dat ik veel bevestiging nodig heb? Ik word nu vijftig. Ik weet intussen wel dat ik een goed portret van iemand kan maken, zoals ik momenteel doe in een reeks voor De Standaard Magazine. En toch nog stuur ik mijn stukken naar de krant met de vraag ‘Lees eens, vind je het oké?’ En pas als ze antwoorden ‘Allez jong, het was schitterend’ denk ik: ‘Ik heb iets tof gedaan’. Natuurlijk, er is een verschil tussen een eigen blog en een stuk in de krant. Zo’n blog is voor mezelf, en ik weet of iets goed is of niet. Maar als het voor een ander medium is, ben ik afhankelijk van wat anderen ervan vinden. Ik ben lang genoeg en vaak genoeg hoofdredacteur geweest om te beseffen dat je soms een stuk krijgt waar je niet tevreden over bent.”

Sta jij achter alles wat je in je carrière gedaan hebt?
Thomas Siffer:
“Ja. Achter bijna alles.”

Laten we eens beginnen met die ‘bijna’. Waar sta je niet achter?
Siffer:
“Wel, ik heb die vraag onlangs nog gekregen. Het gaat nogal vaak over mijn periode bij Story. Mensen denken dan altijd dat ik daar spijt van heb. Integendeel. Ik ben daar super trots op, super blij mee. Ik heb mij heel goed geamuseerd. Maar in één nummer heb ik eens de cover gebruikt om Goedele Liekens onderuit te halen. Zij was te vaak tegen mijn kar aan het rijden en toen heb ik haar gepakt. Bij nader inzien. Op dat moment wist ik dat nog niet. Maar nu besef ik dat. Die ene cover had ik misschien beter niet gemaakt. Maar zij was stout geweest tegen mij. En dan heb ik mijn machtspositie misbruikt.”

En dat is de enige misstap die je gemaakt hebt?
Siffer:
“In mijn leven? Ja. Van de paar relaties die ik gehad heb, heb ik geen spijt. Die waren goed.  Geen enkele spijt, van al mijn keuzes die ik gemaakt hebt. Echt waar. Ik heb een jaar in Afrika gereisd. Dat was goed. Ik heb drie jaar rond de wereld gezeild. Dat was goed. Veel van job veranderd, veel impulsief ingegaan op aanbiedingen. Dat was allemaal goed. Ik ga niet zeggen dat mijn periode als communicatieadviseur van de sp.a de leukste periode van mijn leven was. Maar ik heb er geen spijt van, want ik heb er heel veel vrienden aan overgehouden. Ik heb geleerd dat mensen die politiek bedrijven het echt menen, het goed willen doen, gedreven mensen zijn. Maar het was niet mijn gelukkigste periode. Dat kwam ook omdat ik pas van ons jacht was afgestapt – ik had drie jaar op zee gezeild. En plots zat ik in de hardste wereld die er is. En van het paradijs in de hardste wereld terecht komen, heeft mij mentaal een beetje door mekaar geschud. Ik herinner mij een concrete dag. Ik liep van de kantoren van de sp.a naar het centraal station in Brussel en daar zag ik een enorme plas bloed liggen. Ik vroeg aan iemand wat er was gebeurd. ‘Ze hebben een jongen zijn mp3 afgenomen’.”

Joe Van Holsbeeck.
Siffer:
“Ja. En daar ben ik echt kapot van geweest. Toen dacht ik: ‘fuck, wat doe ik hier?’ Ik had drie jaar gezeild en een paar maanden later zie je zulke dingen gebeuren. Ik belde over mijn toeren naar (toenmalig sp.a-voorzitter) Johan Vande Lanotte. En hij, een ervaren rot, was zeer medelevend en begripsvol. Hij wist dat het een nationaal probleem zou worden. Maar hij reageerde er eigenlijk meteen kalm op – wat hij ook moet doen. En ik kon daar niet mee om.”

Zeg je nu dat dit voorval een eye opener was om niet meer bij sp.a te werken?
Siffer:
“Neen neen. Maar ik vertel je dat verhaal omdat ik toen zeer veel twijfels had: ‘Wat doe ik hier in België? Waarom laat ik mezelf toe om op een trein te zitten die iedere dag vertraging heeft, met treinbegeleiders die echt soms rotzakken zijn? Ik mag mezelf dat niet toelaten. Dit is niet wat de kwaliteit van mijn leven mag zijn.’ Op dat moment heb ik echt een klik gekregen.”

En wat heb je gedaan na die klik?
Siffer:
“Wel, volgens Freya Van den Bossche tijdens mijn boekvoorstelling ben ik één van de weinige mensen die altijd reageert op zijn ontevredenheid, tristesse, gewenning. En dan zijn leven verandert. Veel later dan de dag van Joe Van Holsbeeck heb ik aan Johan Vande Lanotte gezegd: ‘Ik doe het niet meer, ik stop met de job’. Hij heeft dat maar na twee of drie keer aandringen aanvaard. Hij is een fantastische mens, iemand die ik door water en vuur zal verdedigen.”

Freya Van den Bossche was getuige op jullie trouw.
Siffer:
“Ja. Zij is een zeer goede vriendin van mijn vrouw Els. Iemand die ik zeer graag zie, die niet voldoende bewonderd kan worden.”

Ik kom straks misschien terug op jouw passage bij sp.a. Maar eerst eens beginnen bij het begin. De start van jouw carrière was de scheldbrief die je in 1987 schreef naar de redactie van Flair. Wat stond precies in die brief?
Siffer:
“Het was nog in de tijd van typmachines. En ik had te veel whisky gedronken. Ik had in de colofon van dat vrouwenblad alleen maar vrouwen zien staan. Dat vond ik belachelijk. Vrouwen willen niet horen wat vrouwen denken van vrouwen. Vrouwen willen horen wat mànnen denken van vrouwen. Daarover was ik dus aan het raaskallen. Daarop stuurde Christina von Wackerbarth mij een telegram – wij hadden in die tijd nog geen telefoon: ‘Kom er eens over babbelen. Als je denkt dat je het beter kunt…’ En zo is het allemaal begonnen. En Christina von Wackerbarth woont nu vlakbij, in de buurt waar ik woon in Italië. Ik zie haar vaak. Dus de vrouw die mij ontdekt heeft – ze is later de baas geworden van VNU en van de VRT, een zeer belangrijk figuur dus in de media – zie ik nu terug. Ze zit in een aantal raden van bestuur en is internationale consulente. En ze heeft een fantastisch huis met haar Italiaanse man.”

‘Consulent’, zo word jij ook vaak genoemd hè. ‘Mediaconsulent’ ook. Hoe noem je jezelf eigenlijk?
Siffer:
“Ik denk dat dat een gemakkelijkheidsoplossing is. Omdat ik niets ben, en alles. Er zijn nog mensen die mij journalist noemen. Maar ik ben toch geen journalist? Mediaconsulent is misschien het beste woord. (schalks:) Moeial, is dat misschien nog het beste? Een moeial die zich laat betalen voor zijn mening. Maar ja, als je mijn parcours bekijkt: wat ben ik dan? Dat was ook een probleem als we rond de wereld zeilden en mensen me vroegen ‘What do you do? I’m a doctor. And what do you do, Thomas?’ Euh… ik weet het eigenlijk niet. Ik heb in de reclame gezeten, ik ben hoofdredacteur geweest, ik heb veel artikels en interviews geschreven, ik heb televisie gemaakt, ik heb een datingprogramma gepresenteerd en een talkshow in Nederland. En na die opsomming waren ze mij al beu. Dus zei ik dan maar ‘writer’. Hoewel ik eigenlijk ook niet echt een schrijver ben. Die moet romans en fictie schrijven.”

Maar in het buitenland is het dus ‘writer’?
Siffer:
“Ja. Ik zet dat ook vaak op mijn visa-aanvragen. (geamuseerd: ) Toen ik met mijn broer door Afrika trok, moesten we tientallen van die formulieren invullen. En toen maakten we er een sport van om de grootste dwaasheden eerst te zetten: ‘jet pilot’ en ‘war criminals’. En we kregen toch ons visum.”

Heb jij ooit een CV opgesteld?
Siffer:
“Dat is ook zo’n miserie… Als je CV-analisten zou hebben zoals je handschrift-analisten hebt, zullen ze denken: ‘Die past meer in het gesticht dan in ons bedrijf’. Want er zit geen lijn en weinig structuur in, hè?”

En hèb je een CV?
Siffer:
“Ja. Ik heb zo’n A4-tje, maar het gaat alle kanten uit. ‘Hij presenteerde een datingshow’, daarna volgt ‘is hoofdredacteur van Menzo geweest’, daarna ‘communicatieadviseur bij sp.a’ maar intussen heb ik ook nog een heleboel andere dingen gedaan. Ook zaken die mensen niet weten: ik heb een aantal gebouwen gekocht, verbouwd en verkocht. Het is nogal een soep.”

Heb je dat nodig?
Siffer:
“Ja, ik denk het wel. Die verwarring heb ik nodig. Ik ben iemand die aan het buffet alles wil geprobeerd hebben. Op restaurant neem ik altijd dat wat ik niet ken. Je hebt veel mensen die alleen maar kiezen wat ze kennen.”

Hongerig naar nieuwe dingen dus?
Siffer:
“Ja, zeer hongerig. Uitgenomen in mijn relatie. Ik ben een saaie, trouwe echtgenoot. Ik ben vree content met mijn vrouw, ik moet geen ander hebben.”

 

‘IK LEES GEEN BLADEN MEER’

Het beeld dat veel mensen hebben, is dat je een grote mond hebt.
Siffer:
“Het beeld dat mensen hebben, is inderdaad dat van een arrogante, zelfingenomen persoon. Ik denk dat het niet zo is. ‘Ambitieus’, denken veel mensen ook. Terwijl ik absoluut niet ambitieus ben. Mijn vrouw denkt van wel. Ik ben hongerig. Maar niet ambitieus. Ik moet niet het meeste geld hebben of de grootste titel, ik heb nog nooit in mijn leven een naamkaartje gehad, ik moet niet de grootste auto hebben. Ik moet zelfs niet de baas zijn. Ik ben zeer graag diegene net onder de baas.”

Een ander beeld over jou: ‘God schept de dag en Thomas loopt er door’.
Siffer:
“Dat is wel zo. Ik heb eigenlijk nog niet gewerkt in mijn leven. Dat is iets wat Guillaume Van der Stighelen ook altijd zegt. Elke dag ben ik blij dat ik mag doen wat ik aan het doen ben. En of dat nu in een hangmat liggen is, of bij een bedrijf werken… Er zijn een aantal dingen die mij tegensteken. De zieke vergadercultuur in Europa bijvoorbeeld. Ik kan ook niet goed om met mensen die zeggen ‘Thank God it’s Friday’. Dat betekent dat ze niet blij zijn met hun week. Of op hun werk. Maar als je niet tevreden bent op je werk, doe het dan niet. Als ik op de redactie zat, en ik zag iemand op Twitter of Facebook schrijven ‘Oh yeah, morgen weekend’, dan zei ik: ‘Stop dan toch nu met werken, begin dan toch aan je weekend’. ‘Shit, het is morgen weer maandag’. Wel, begin dan niet aan je maandag, hè. ‘Ja, maar ik heb dat geld nodig’. Doe dan iets anders, maar zorg ervoor dat je tevreden bent met je maandag’. De maandag die voor je ligt is de enige die je in dit leven krijgt. En dit is je enige leven. Zorg er dus voor dat die maandag je gelukkig maakt.”

Begrijp je dat mensen toch in bepaalde omstandigheden blijven waar ze zitten? Dat ze de durf niet hebben.
Siffer:
“Wat is begrijpen? Dat is ‘je kunnen verplaatsen in het hoofd van’. Maar mensen die al vijftien jaar dezelfde job doen en daarover zeuren, dat snap ik niet. Als je niet tevreden bent, doe dan iets anders. Of laat het niet te lang aanslepen. Voor mij is dat de logica zelve. Er zijn weinig excuses, hoor. ‘Ik sta elke dag in de file’. Zoek dan een job dichter bij huis. Ga met de fiets of met de trein. ‘Mijn baas steekt mij tegen’. Zoek je een andere baas.”

Een lopende lening hebben?
Siffer:
“Ik heb ook mijn hele leven leningen gehad die liepen. (denkt na) Ik moet zeer goed opletten met die boutades. Stel je voor dat je een alleenstaande moeder bent in Gent met drie kinderen. Dat is de hel, dat is quasi onleefbaar. Dat is een situatie waar je niet uit geraakt. De kinderopvang en de ondersteuning is nog niet goed genoeg om een alleenstaande vrouw een leuk leven en een goede carrière te gunnen. Zeer veel mensen zitten in zulke situaties: hopeloos en reddeloos. Die laat ik even buiten beschouwing. Maar ik heb geen medelijden met de zeer vele mensen die hun fermette op afbetaling hebben in Oostakker, Zwijndrecht of de Zwalmstreek en die toch misnoegd door het leven lopen en die eigenlijk hun eigen keuze in handen zouden kunnen hebben mocht ik mij er eens op los laten. ‘Jij hebt makkelijk spreken, jij hebt veel geld’, hoor ik vaak. Neen. Eigenlijk heb ik veel minder geld dan alle beenhouwers, restaurateurs, bakkers, winkeliers van heel het land. Ik leef nu in twee kamers met een houtkachel, ik heb een auto van veertien jaar. En mijn leven is ongelooflijk veel simpeler geworden. Mijn uitgaven zijn nu gedeeld door zeven, misschien zelfs door tien. Als ik de spaarrekening zou zien van al die beenhouwers en bakkers die klagen over dat ze veel te veel werk hebben, dat de belastingen al hun geld afpakken en de btw te hoog is, zou ik zeggen: stop met zagen, doe iets anders met je leven. Ik heb het natuurlijk niet specifiek tegen de bakkers en niet tegen de beenhouwers. Het is bij wijze van spreken.”

Je hebt ook mindere momenten gekend in je carrière. Voor ‘Ideale Maten’ kreeg je destijds de Pak de Poen-prijs.
Siffer:
“Zelfs dàt weet jij. Maar Goedele Liekens heeft die prijs ook nog gekregen, hè. Zeg ik dan altijd.”

Geen waarde-oordeel. Ik stel alleen maar vast dat…
Siffer:
“Neen neen. ‘Ideale Maten’ was de màx. Zaki was de producent van ‘Ideale Maten’. De Dewaele Brothers waren de muziekkeuze-makers. De regisseur van ‘Tomorrowland’ was de regisseur van het programma. (uitdagend:) En jij nu.”

Dus: een succes?
Siffer:
“Kijk, voor VT4 was dat een succes. En ja, er werd laatdunkend over gedaan in Knack, De Tijd en De Standaard. En ik heb de Pak de Poen-prijs gekregen van een paar gefossiliseerde televisierecensenten. Maar who cares? Zéér veel plezier gemaakt, ik werd daar nog voor betaald ook. Dus: een succes.”

Lees je de Story nog vaak?
Siffer:
“Nee, nooit. Ik krijg de nieuwsbrief. Maar het is nu het blad van Frederik De Swaef, mijn opvolger. Ik lees geen bladen meer.”

Hola… Je leest geen bladen meer. Alles online dus?
Siffer:
(zwijgt)

Al spijt van je uitspraak? Ik zie je denken: ‘Dit gaat de kop worden van het artikel’.
Siffer:
“Lees ik bladen…? Ik vind de kranten De Morgen en De Standaard schitterend gemaakt in het weekend. En als je dat koopt… (bedenkt zich) Nee, dat ga ik allemaal niet zeggen.”

Dan moet je die bladen niet meer kopen, bedoel je?
Siffer:
“Vul het maar zelf in.”

Je gaat het niet schrappen als ik het schrijf?
Siffer:
“Nee. Kijk, we weten allemaal dat bladen in deze tijden een verkalkt medium zijn. Een medium van den ouwen tijd. Als ik in Italië online zowel La Repubblica kan lezen, als filmpjes op CNN kan bekijken, als BBC-documentaires en ga zo maar door: waarom zou ik dan nog een abonnement nemen op een papieren magazine? Maar ik ben nog altijd verliefd op de merken. Ik ben geland in Charleroi en ik heb direct de Flair gekocht. Omdat ik wist dat het blad vernieuwd was. En dan wil ik dat dan wel zien. Ze hebben het trouwens zeer goed gedaan.”

Zijn bladen gedoemd om te verdwijnen?
Siffer:
“Papier wel, denk ik. Maar het zal zijn zoals lp’s. Er is een redding voor papieren magazines, maar op een heel andere manier dan nu, in een heel andere niche. Er zijn nog mensen die lp’s kopen. Tof. Zoals er over tien jaar nog mensen zijn die papieren magazines kopen. Ik was onlangs in Hong Kong. Daar zie je geen papier meer. Vroeger op de trein of de tram was iedereen zijn bladje of zijn krant aan het lezen. Nu: niemand ! Iedereen zit te swipen. Dat is niet de schuld van de bladenmakers, dat is de schuld van de digitale media. En daar moet je een oplossing voor vinden.”

En die is?
Siffer:
“Ik weet het niet. En mocht ik het weten zou ik het je de oplossing hier zeker niet gratis geven. (lacht) Ik heb niet de Steen der Wijzen gevonden. Maar soms vloek ik wel op wat er nu gebeurt. Dat ik denk ‘Ik zou dat toch anders doen’. Maar goed, er zijn mannen die het veel beter weten dan ik. Peter Vandermeersch bijvoorbeeld, hoofdredacteur van de Nederlandse krant NRC. Die is op dat gebied veel slimmer dan ik. Pfff, je bent me in een lastig parket aan het brengen… Allez, vraag andere dingen. Want ik ga domme dingen zeggen.”

In jouw periode bij Story heb je je altijd verzet tegen het beeld van een ‘roddelboekje’ tegenover een ‘tijdschrift’. Hoe moeilijk was die strijd?
Siffer:
“Wat ik oprecht geprobeerd heb, is om ethisch met het medium om te gaan. En om dezelfde journalistieke criteria te gebruiken als de kwaliteitsmedia. We hebben natuurlijk uitschuivers gemaakt. Een society magazine of een roddelblad moet per definitie die grens opzoeken van waar ze mogen gaan. Maar ik heb er altijd, samen met Frederik en met mijn hele team, heel streng over gewaakt dat we geen inbreuken deden tegen de deontologie en de ethiek van de journalistiek. Ik heb geprobeerd om niet zomaar een Engels roddelblaadje te zijn: nooit paparazzi foto’s maken, altijd interviews laten nalezen, nooit doen alsof je een interview gedaan hebt. Zelfs bij 95 procent van de primeurs die we uitbrachten, hebben we toestemming gevraagd aan de betrokken partijen. En als we de toestemming niet kregen, maakten we dat het verhaal door drie onafhankelijke bronnen gecheckt, gedubbelcheckt en bevestigd werd. Noem mij één leugen of echte flagrante fout die we in Story zouden geschreven hebben in de 3,5 jaar dat ik daar hoofdredacteur was. Ik denk dat je er geen zal vinden.”

 

LOSLATEN

Ik wil het hebben over jouw periode op zee: de wereldreis met je vrouw en jullie dochter. Je kan goed de dingen ‘loslaten’. Ik neem aan dat je voordien al zo was en dat het er helemaal is uitgekomen tijdens de reis?
Siffer:
“Dat is juist, ja. Maar die periode op zee heb ik lang als een lastige bagage beschouwd. Ik was drie jaar rond de wereld gaan zeilen. Dat was het hoogtepunt van mijn leven. En eigenlijk is er niks ellendiger dan het hoogtepunt van je leven achter de rug te hebben. Want we willen allemaal omhoog gaan in het leven. Vooruit, beter, toffer. En ik had het tofste al gehad. Ik had een fout gemaakt: ik was er te snel aan begonnen. Ik was de man die al op de Mount Everest van zijn leven gestaan had, terug in het dal stond en dacht: ‘De Mont Blanc stelt niks voor, ik ga daar niet heen’. Maar dat is nu voorbij sinds Italië. Ik was geen wereldzeiler, maar niemand is een wereldzeiler. Ik was een zeiler en ben er gewoon aan begonnen. In Dover, dan naar Brighton, en zo stukje bij beetje. Waarschijnlijk is dat hetzelfde voor fictie-auteurs. Ik ben dat tot nu toe niet. En als ik dat wil worden, moet ik dat gewoon doen. Bladzijde per bladzijde, alinea per alinea. Dat heb ik geleerd op wereldreis: je kan de grootste projecten aanpakken. Jij ook. Kan je nog volgen?”

Voorlopig nog wel, ja. Wat ik onthoud is: je hebt manieren gezocht om na dat hoogtepunt toch naar een nieuw hoogtepunt proberen te zoeken.
Siffer:
“Klopt. Die reis rond de wereld is niet meer een zware ballast op mijn schouders. Ik heb jaren met het gevoel gezeten: ‘Ok, het is achter de rug. Vanaf nu is het bergaf. Vanaf nu dwaal ik door de valleien’. Maar nu besef ik dat elke dag een feest is. En nu in Italië een dag in de hangmat hangen of olijven plukken, is de max. Dat is even fantastisch als je anker uitgooien in een baai in Australië.”

Is Italië dan onbewust een antwoord op die zoektocht?
Siffer:
“Misschien. Het is een blijvend zoeken, hè. Een sporter zal dat ook zeggen. Eens je 10 kilometer hebt gelopen, wil je een halve marathon lopen. Als dat gelukt is, wil je een marathon lopen. Je verlegt dus altijd je grenzen. In mijn geval had ik met die zeilreis de grens bereikt. Maar ik heb gewoon een andere sport gekozen. Ik had een triatlon gedaan, en nu ben ik maar aan het zwemmen. Ik woon in een huisje in Italië.”

Ik wist niet dat je zo met dat gevoel geworsteld hebt, na je wereldreis.
Siffer:
“Ja. Ik heb er van afgezien. Ik ben een tijdlang redelijk triestig geweest. We gaan nog een tijd in Italië blijven. Maar stel je voor dat ik nu opnieuw naar een powerpoint presentatie moet kijken, of in een vergadering zitten waar ik denk ‘dat gaat hier niet vooruit’. Dat zou alweer een klop zijn. Dus verplicht ik mezelf om iedere keer leukere en nog toffere dingen te doen. ‘God schiep de dag en Thomas liep er door’: dat wil ik blijven volhouden. Er is geen weg meer terug. Ik kies een leven zonder files en zonder vertragingen. Wat eigenlijk belachelijk is, want ik doe niets anders dan vertragen. (lacht) Eigenlijk sta ik stil, even stil als in de file.”

Waarom kon je dan wel meelopen in die ratrace, ten tijde van Menzo en Story?
Siffer:
“Wel, maar dat is ook wel iets wat ik goed kan. Als ik beslis om de hoofdredacteur te worden van Story, wil ik dat Story het meest verkoopt. En dan ga ik daar voor. Een soort blinde passie, een soort blinde verbetenheid. Dan word ik een rare, hoor.”

Inhoudelijk ga ik akkoord. Maar praktisch gezien: dan moet je weer in de file staan en zo.
Siffer:
“Ja. En een tijdlang kan je die ontevredenheid hierover dan wegduwen. Maar dan valt dat als een wolf in je nek. Daar had ik op een bepaald moment te veel last van, zodat ik zei: ‘Ok, dan doe ik het leuke ook niet meer’. Mijn job bij Sanoma is altijd fantastisch geweest. Ik heb al twee keer een blad gered: Menzo en Story. Ik mag dat zeggen. Nu, om terug te keren uit Italië zou je me nog altijd kunnen verleiden met een schitterend aanbod.”

Krijg je vaak de vraag: ‘Waar leef jij van tegenwoordig?’
Siffer:
“Ik heb als zeer jonge mens het lef gehad om een aantal vervallen gebouwen op te kopen en die te verbouwen. Van een aantal van die gebouwen heb ik nu nog altijd huur. En die is voldoende om me net met de lippen boven water te houden, met een veel kleiner budget dan ik vroeger had. Ik geef momenteel misschien minder uit dan een student hier in Gent. Ik kan leven van de stunts die ik vroeger uitgehaald heb op immobiliën. Ik was toen 26 jaar.”

En van waar haalde je het geld toen?
Siffer:
“Honderd procent lenen.”

Heb je nog leningen lopen momenteel?
Siffer:
“Op mijn huis in Italië. En op een appartement dat we gehad hebben aan zee en dat intussen verkocht is. Op de andere gebouwen heb ik geen leningen meer. Daardoor kan ik in Italië leven. Voilà, je bent de eerste die dit mag weten. Misschien ben ik nu van het gezaag over mijn rijkdom verlost. Nu, ik schrijf ook voor De Standaard hè.”

Wel ja, ik dacht dat je dàt ging antwoorden. Je hebt je laten vangen.
Siffer:
(lacht) Maar de media betalen zodanig weinig tegenwoordig, dat je er bijna niet meer van kunt overleven. Ik ben met veel minder tevreden nu, daar komt het op neer.”

En je doet wat iedereen zou willen doen: loslaten.
Siffer:
“Ja, daar ben ik zeer goed in.”

Wat mogen we op jouw grafzerk schrijven?
Siffer:
“’Hij heeft zijn best gedaan’.”

 

 

Beluister hier een kort interview-fragment met Thomas Siffer.

      1. Thomas Siffer

 

Foto’s James Arthur:

 

Pin It on Pinterest