jamesarthur-2074

Gemiddelde leestijd: 15 min 

“Vanaf mijn 16 jaar stond alles in functie van sport. Met het doel om de beste te worden. En dan was er dat ongeval. Dat stond niet in de planning.” Triatleet Marc Herremans geraakt in 2002 verlamd en belandt in een rolstoel. Toch bereikt hij de drie doelen die hij in zijn leven had vooropgesteld: de Ironman van Hawaï winnen, deelnemen aan de Crocodile Trophy en papa worden.

“Ik had hét perfecte leven. Mochten ze zeggen: ‘Je kunt van jouw 0 tot 27 jaar dingen veranderen, zou ik nul komma nul willen veranderen. Ik was de gelukkigste jongen op de planeet. Het liefste wat ik deed, was lopen.” Sinds 28 januari 2002 kan Marc Herremans niet meer lopen. Die dag geraakt hij verlamd van borst tot tenen, na een trainingsongeval op het eiland Lanzarote. Met een ongeziene wilskracht en levensvreugde slaat Herremans terug. Willens nillens groeit hij uit tot een held en voorbeeldfunctie. Zijn levensverhaal is in 2007 verfilmd, in de prent ‘To Walk Again’ van Stijn Coninx. “Dat ongeval heeft mijn rug gebroken, maar het mocht mijn doelen en mijn dromen niet breken”, zegt Herremans. Als rolstoelatleet haalt hij alsnog zijn sportieve doelen en richt hij daarnaast de Foundation ‘To Walk Again’ op, een organisatie die onderzoek doet naar ruggenmergletsels.

Marc Herremans: “Op mijn 18de heb ik gewoon een vak gevolgd: schrijnwerker. Nadien ben ik bij de paracommando’s gegaan, om dan enkele jaren te werken als schrijnwerker, als bediende voor een bouwfirma. Daarna zette ik mijn zinnen op het triatlon. Maar ik kwam veel te kort in het zwemmen. Van mijn ouders kreeg ik één jaar de kans om alles op alles te zetten. Lukte het, dan werd ik prof. Lukte het niet, ging ik gewoon opnieuw in de bouw werken. Het lukte, en ik kreeg een ‘profcontract’ – tussen aanhalingstekens, want het was een contract om bij te schreeuwen. Met dat loontje kwam ik absoluut niet toe. Gelukkig woonde ik nog bij mijn ouders, ik hoefde zelfs geen kost en inwoning te betalen. Aan een chique auto of wat dan ook had ik geen behoefte. Bovendien liep ik altijd in hetzelfde trainingspak rond. Ik was puur met die sport bezig. Triatlon was dus mogelijk, door die steun van mijn ouders. Zij zijn in mijn sportcarrière altijd de grootste sponsor geweest.”

Met het vooruitzicht: als het goed gaat, lukt die triatlon op lange termijn?
Herremans:
“Ja. Zij geloofden er in. Ze wisten ook wie ik was. Ik trainde als een halve gek. Ik moest en zou slagen. Mijn ouders zagen elk jaar de progressie, ook al deed ik heel veel dingen fout of deed ik te veel. Het jaar dat ik 6de werd op de Iron Man van Hawaï, ik was toen 27, had ik voor het eerst door dat rust een belangrijke factor is in topsport. Voordien had ik altijd een schuldgevoel. Ik kwam uit de sector van de paracommando’s en bouwvakkers. Die mannen stonden nooit stil. Plots werd ik sportman. Als ik vier uur trainde per dag, schoot er twintig uur over. Als echte topatleet moet je dan met je benen omhoog liggen. In de plaats hiervan ging ik naar de winkel, reed ik het gras af of ging ik zaalvoetballen. Zolang ik maar bezig was, anders had ik een schuldgevoel. Dat begon te kenteren, en ik zag in: ‘Als ik de beste van de wereld wil worden, is rust een essentieel onderdeel’.”

De Ronde van Frankrijk win je ook in je bed, zoals ze zeggen.
Herremans:
“Voilà. Tot dan had ik gewoon altijd fout getraind. De eerste Ironman die ik meedeed, eentje in Oostenrijk, had ik gewonnen mocht ik niet twee keer platgereden zijn. Dat had een redelijke binnenkomer geweest. Ik presteerde beter dan enkele wereldtoppers, maar eindigde 11de door pech. In de Ironman van Australië eindigde ik vierde, ook al was ik zwaar ziek. In de Ironman van Hawaï liep alles wel perfect, tot drie kilometer voor het einde. Toen versnelde ik, om het podium te halen. Dat was te impulsief, waardoor ik de laatste anderhalve kilometer ben ingestort, om toch nog als zesde binnen te komen. Ik was toen nog altijd maar 26.”

Op die leeftijd komen de beste jaren er nog aan.
Herremans:
“Precies. Ik wist: die droom waar ik al van mijn 16de voor vecht, gaat uitkomen. En dan volgt het faillissement, de crash. Mijn investering, van mijn 16de tot mijn 27ste, was op één seconde weg zonder dat ik er 1 euro aan verdiend heb. Al die jaren had ik gezaaid, en op het moment dat ik kon oogsten, gebeurt dat ongeval.”

Met triatlon ben je pas op je 21ste begonnen. Waarom koos je uiteindelijk voor die sport?
Herremans:
“Ik ben begonnen met boksen. Die sport vond ik de max. De eerste jaren heb ik als bokser getraind: touwspringen, lopen met gewichten aan mijn enkels. Maar bij boksen zit je gewoon in een kooi binnen, tussen de mensen, in een ring. Ik hou heel veel van de natuur, ik hou van het gevecht tegen mezelf en ook wel van het gevecht tegen anderen. Na een avond werken in de bouw zag ik op tv-zender National Geographic beelden van de triatlon in Hawaï. Ik was toen 21. In die beelden zag ik alles: de lavavelden, de wind, de zon, het afzien, zwemmen in de oceaan tussen de dolfijnen, een gevecht tegen jezelf maar ondertussen ook tegen anderen, tegen de natuurelementen, tegen de afstand en tegen de tijd. Die combinatie maakte triatlon voor mij heroïsch. Geen enkele andere sport boeide mij meer.”

In die tijd was je nog een tenger ventje, en helemaal niet gespierd.
Herremans:
“Ik woog maar 61 kg. Ze noemden mij ‘spieren en pezen met een condoom over’ (lacht). Ik zag altijd lijkbleek. Ik had constant bloedarmoede omdat ik zo extreem trainde en zo weinig at. Ik was altijd zo hard voor mezelf. Als schrijnwerker reed ik ’s winters met een T-shirt naar het werk, in de zomer reed ik met enkele truien aan. Als atleet had ik geen geld voor een hoogtestage. Dus plakte ik thuis een ruimte af en deed ik een masker aan dat ook astmapatiënten gebruiken, zodat ik op een punt kwam dat ik bijna bewusteloos werd. Zo kan ik 1001 voorbeelden geven. Altijd met het idee: ‘Op deze manier ga ik hard worden.’ In de tijd bij de para’s redeneerde ik net hetzelfde. ‘Je moet nu ook niet overdrijven’, hoorde ik vaak van mijn bazen.”

Achteraf zeg je nu: dit waren verkeerde trainingsmethodes, ik overdreef.
Herremans:
“Ik trainde inderdaad op een totaal verkeerde manier. Als topsporter moet je een balans vinden tussen training, voeding en rust. Had ik het verstandiger aangepakt, dan had ik Hawaï kunnen winnen voor mijn ongeval. Spijt heb ik daar niet van. Een mens leert het meest door zijn fouten. En ik heb heel veel dingen fout gedaan in mijn carrière. Maar het heeft me wel gemaakt tot wie ik ben. De  geestelijke sterkte die ik had, heb ik daardoor nog sterker ontwikkeld. Ik heb altijd de grenzen van mijn lichaam opgezocht en ben tot de limiet gegaan. In de Crocodile Trophy ben ik er zwaar over gegaan. In fysieke testen sprong ik er vroeger zeker niet boven uit. Maar wat ze niet konden meten, is wat er tussen de twee oren gebeurt, de mentale ingesteldheid: hoe diep kun en wil je gaan om jouw doel te bereiken? Ik ben nu een zestal jaar coach. Als ik zie welke resultaten onze atleten halen, waar vooraf niet gedacht was dat het zo’n toppers gingen worden, ben ik daar trots op. Alleen vind ik het heel jammer dat ik me niet uitsluitend kan toespitsen op die atleten. Ik heb zoveel jobs ernaast die ik ook niet wil opgeven. Ik ben onder meer ploegleider van het professioneel veldritteam KwadrO-Stannah, en organisator van triatlons in Antwerpen en Wuustwezel, we hebben ook de Foundation ‘To Walk Again’ opgericht. Daarnaast geef ik motivatietoespraken voor bedrijven en multinationals in intussen meer dan twintig landen, en sinds enkele jaren bouwen we ‘185 Coaching Center’ uit, een centrum waar we atleten trainen en begeleiden op de weg naar hun persoonlijke top.”

De keuze voor de naam ‘185’ is symbolisch, hè?
Herremans:
“Inderdaad. ‘185’ was het rugnummer dat ik droeg de dag van mijn winst in de Ironman van Hawaï. Ik run het bedrijf ‘185 Coaching Center’ samen met mijn vriendin Griet Dingemans, die sportpsychologe is, en haar broer Jeroen, licentiaat lichamelijke opvoeding. Het papierwerk is niets voor mij. Ik had het vroeger op school al. De praktijklessen waren oké. Maar alles wat naar papier ruikt, is voor mij een nachtmerrie. Nog altijd. Ingaande en uitgaande facturen: bwah… Daar ben ik ongelooflijk zwak in en dat laat ik met plezier over aan Griet en Jeroen. Ik ben nu wel ondernemer, maar ik voel me allesbehalve een zakenman. Ook al was ik, zoals veel sporters, vroeger ook al een ‘ondernemer’. Als triatleet had ik een eenmans-bvba: ‘Mad Max’, genoemd naar de bijnaam die journalisten me hadden gegeven. Ik was een brave jongen, maar in de triatlon veranderde ik op het moment van het startsignaal. In de wedstrijd zelf moest en ik zou ik er alles voor doen. Tot ik over de finish kwam. Dan was ik opnieuw die brave jongen.”

 

jamesarthur-1982

 

DROMEN EN DOELEN

Klopt het dat je nog altijd dromen hebt waarin je niet-verlamd loopt en aan sport doet?
Herremans:
“Ik onthoud mijn dromen niet vaak. Maar soms gebeurt het dat ik dit droom, ja. En dan ben ik aan het lopen in een wedstrijd. Dikwijls heb ik een onwaarschijnlijk rare droom. Ik ben aan het lopen, maar vertraagd, ik kan geen snelheid meer maken en word door iedereen voorbij gelopen. Ik wil me met mijn voeten afzetten, maar alles gebeurt in slow motion. En op dat moment word ik wakker. Het maakt me kwaad en geeft me een kei slecht gevoel.”

Heb je ooit een verklaring gezocht voor deze droom?
Herremans:
“Ik weet dat ik ooit in Brasschaat meedeed aan een halve triatlon. Na het fietsnummer stond ik zeven minuten voor. Ik had op dat moment een scheenbeenvliesontsteking langs de twee kanten. Maar dat wist ik niet, het bleek pas achteraf. Het heet het ‘compartimentssyndroom’, ik ben nadien ook aan mijn beide benen geopereerd. Tijdens het lopen zet je je normaal gezien af, maar bij mij was dat met platte voeten, dat deed enorm veel zeer aan mijn scheenbeen. De laatste kilometer ben ik ingehaald, terwijl heel Wuustwezel langs de lijn stond. Een onwaarschijnlijke rotervaring, want eigenlijk moest ik die wedstrijd met de vingers in de neus winnen. Die frustratie van niet kunnen lopen hoe ik moest lopen… En precies dat gevoel komt in die droom telkens terug.”

Droom je hiervan sinds die wedstrijd met aankomst in Brasschaat?
Herremans:
“Nee, die droom is er pas gekomen na het ongeval in Hawaï. Maar misschien, onbewust, komt het omdat ik sinds het ongeval geestelijk niet meer weet hoe dat moet: ‘lopen’. Maar een echte verklaring heb ik niet.”

En droom je soms over het ongeval zelf?
Herremans:
“Nee. Nooit.”

Het ongeval is ongetwijfeld de grootste cesuur in je leven. Of plaats je nog andere cesuren, bijvoorbeeld de Ironman of de geboorte van jouw dochter Anne-Lou?
Herremans:
“Vanaf mijn 16 stond alles in functie van sport, sowieso. Met het doel om de beste te worden. En dan was er dan ongeval. Dat stond niet in de planning. Dus dat was de afsluiting van een periode. Vanaf dan moest ik nieuwe doelen opbouwen. En ik wilde terug gelukkig zijn. Die doelen zouden mij gelukkig maken als ik ze bereikte.”

Je bouwde dus nieuwe doelen op?
Herremans:
“Eigenlijk was het: oude doelen weer rechtzetten. En die doelen waren: Hawaï winnen, deelnemen aan de Crocodile Trophy en papa worden. Die drie dingen wilde ik al bereiken voor mijn ongeval. Dat ongeval heeft mijn rug gebroken, maar het mocht mijn doelen en mijn dromen niet breken.”

De drie doelen die je in jouw leven had vooropgesteld, heb je gehaald. Heb je ook met je bedrijf ‘185 Coaching Center’ doelen of targets vooropgesteld?
Herremans:
“Ik hoop dat het zo goed mogelijk loopt. Heel veel staat of valt met marketing en promotie. Mensen moeten je bedrijf eerst kènnen. Maar om hierin te investeren, hebben we het geld niet. Nu, de atleten die hier trainen, zijn allemaal super tevreden. En wij hopen dat we die positieve lijn kunnen doortrekken.”

Maar concrete doelen heb je blijkbaar niet?
Herremans:
“Nee. Ik hoop dat Jeroen of Griet die wel hebben. Maar ik ben daar mentaal te moe voor. Ik ben 40 jaar. Vanaf mijn 16 ben ik aan het knokken als een beest. En zeker de vier jaren na het ongeval waren mega hectisch. Ik moest revalideren. Ik moest wennen aan mijn nieuw lichaam. Ik moest de Foundation van de grond krijgen – we zijn gestart met 0 euro – en ik moest en zou Hawäi winnen. Dus: trainen als de beesten, revalideren als gek. Ondertussen moest ik overal in het land gaan spreken, om wat budget bijeen te krijgen voor de Foundation.”

Hoe voelt het om ondernemer te zijn?
Herremans:
“Ik probeer op mijn manier bij te dragen aan het ondernemerschap. Als we de Foundation niet hadden opgestart, zouden de vijf mensen die nu fulltime in dienst zijn, er niet gewerkt hebben. Zo verschaf ik toch werk. Niet slecht voor iemand die slecht is in papieren en niet financieel is ingesteld. Van de atleten hoop ik dat ze van hun sport ook hun job kunnen maken, dus hoop ik op dat vlak ook weer wat meegeholpen te hebben. Daarnaast werken in ‘185’ enkele zelfstandige kinesisten en diëtisten, die onze ruimte gebruiken en zo hun werk kunnen doen.”
“Sommige bedrijfsleiders zijn economisch zo sterk dat ze een bedrijf van twee man uitbouwen tot een kmo van honderd medewerkers. Dat is niets voor mij. Daarvoor heb ik de financiële intelligentie niet. Voor zulke zaken moet je ook over lijken kunnen gaan, en dat is nu eens iets wat ik niet kan. Want zo gaat het vaak: het ene bedrijf groeit op, vaak ten koste van een ander. Ik ben blij met de bescheiden manier waarop wij het aanpakken. Wij concurreren niemand plat en willen alleen iedereen zo goed mogelijk helpen. We betalen als bedrijf sociale bijdragen, dus hebben we ook nog een sociale functie. Daar ben ik eigenlijk wel trots op. Voor hetzelfde geld was ik iemand die in de zetel zat en zei ‘ik kan niets meer’. Dan leefde ik van het Riziv en kostte ik de maatschappij alleen maar geld. Nu geef ik daarentegen iets terug aan de maatschappij, met de sociale bijdragen die ik betaal, via de Foundation, de spreekbeurten die ik in dat verband geef, en via het bedrijf.”

Over het Riziv gesproken: daar heb je problemen mee gehad.
Herremans:
“Na mijn ongeval viel ik terug op een invaliditeitsuitkering van 600 euro per maand. Maar wie een uitkering van het Riziv krijgt, mag niets daarbuiten doen. Is dat wel het geval, dan moet je alles terugbetalen. Voor Hawaï moest ik materiaal kopen. Maar een handbike alleen al kost 5.000 euro. Gelukkig had ik wat sponsors, dus voor mij was het mogelijk. Er zijn helaas veel mensen in schrijnende situaties. Ze zijn ook verlamd en krijgen bovenop de fysieke en mentale problemen ook een heleboel financiële problemen. Eigenlijk moet je dus in je zetel blijven zitten. Want als je weer gaat werken, nemen ze alles af. Ze pakken je leven af. ‘Niet met mij’, dacht ik. ‘Ik ga gewoon voortdoen.’ Daarom stopte ik vanaf dan alles in een onbezoldigde bvba, zonder iets bij te verdienen. Vanuit die bvba kocht ik materiaal aan. En zo kon ik naar Hawaï. Geen probleem dus. Tot vier jaar later. ‘Je doet weer triatlon, en triatlon was je job voor je ongeval. Je hebt dus eigenlijk je job hervat.’ ‘Dat klopt’, antwoordde ik. ‘Maar ik verdien er niets mee. Ik heb de Ironman van Hawaï gewonnen. Het prijzengeld bedroeg 0 euro. En het geld van mijn sponsoring zit in mijn onbezoldigde bvba.’ Dat maakte voor het Riziv geen verschil.”

Het gevolg was dat je alle uitkeringen die je had ontvangen tussen 2002 en 2006 hebt moeten terugbetalen.
Herremans:
“Inderdaad. Daar stond ik dan. Ik was 31 jaar, woonde thuis en had nul de botten. Ik had altijd geïnvesteerd in de sport, en er dus niets aan overgehouden. Nadien ben ik verlamd geraakt van borst tot tenen. Om dan alles te moeten terugbetalen. Nu, negen jaar later, zijn al mijn dromen uitgekomen, en heb ik alles op de rails gekregen, ook financieel. Maar simpel is het toch allemaal niet geweest. (lachje) Als ik dan al goed verdiend heb de laatste jaren, komt dat alleen maar omdat ik dag en nacht mijn nikkel heb afgedraaid. Jarenlang heb ik ook rondgecrosst met de spreekbeurten voor de Foundation. Ik denk dat ik meer geld bijeen heb verzameld voor het goede doel, dan dat ik ooit zelf verdiend heb.”

 

jamesarthur-2001

 

GEWEEND VAN GELUK

“Die vier jaren na het ongeval hebben veel energie gekost. In 2006 won ik Hawaï, het jaar nadien deed ik mee aan de Crocodile Trophy in Australië – daar heb ik mezelf fysiek totaal om zeep geholpen. Ik heb de wedstrijd uitgedaan, maar ik heb er een grote prijs voor betaald. Nadien begon die mallemolen van het trainen en de ‘motivational talks’. Daarna volgde het Coaching Center en ben ik papa geworden. Tegenwoordig denk ik: alle dingen die ik doe, probeer ik zo goed mogelijk te doen. Dàt is nu gewoon mijn doel. Binnen ‘185’ zeggen ‘we moeten groeien’ en ‘we moet hier of daar geraken’ kan ik niet meer. De allermooiste momenten in mijn leven nu zijn: met de hond en de dochter in het bos wandelen, ver weg van alles en iedereen. Ik hou onwaarschijnlijk van de rust, en ik wil mezelf nog zo weinig mogelijk druk opleggen. Ik heb al zo lang zoveel druk, en ik ervaar dat ook zo, dat ik er wat afstand van wil nemen.”

Dat komt ook voor een stuk door het vaderschap, lijkt me.
Herremans:
“De komst van mijn dochter heeft me zeker veranderd, inderdaad. Als ze me zeggen: je moet vanaf nu tot de rest van je dagen boterhammen met choco eten, maar je kan elke dag bij je dochter zijn, is dat voor mij perfect. Terwijl heel veel mensen een sjieke auto en zo willen. Maar materialisme is me totaal vreemd.”

Dat was voordien toch al het geval bij jou?
Herremans:
“Het was inderdaad al zo, maar nu eigenlijk helemaal. Het bedrijf uitbouwen en winstgevend maken betekent voor mij een hoop verantwoordelijkheid naar de medewerkers. De spreekbeurten in het kader van de Foundation zijn voor mij genoeg geweest. Ik heb nu een verantwoordelijkheid naar mijn gezin. De geboorte van mijn dochter heeft mijn ogen geopend. Wat ik voordien bereikt had, is heel mooi. Maar de geboorte is van een heel andere dimensie, een geluk dat je met niets anders kunt beschrijven. Ik heb voor het eerst in mijn leven geweend van geluk. Aan de finish van Hawaï heb ik alleen maar geschreeuwd van ellende, niet van geluk. Als je ooit sterft en je kijkt terug op je leven: wat ga je missen? Mijn Center ga ik niet missen, de finishlijn in Hawaï of de Crocodile Trophy evenmin. Het enige wat ik ga missen is mijn familie en mijn vrienden. Dàt is de essentie. Ik ben mezelf al jaren en jaren aan het voorbij hollen als een gek. Ik heb geleefd in zevende versnelling. Nu begin ik eindelijk in te zien dat het leven eindig is. En ik wil niet alleen maar kunnen zeggen ‘ik heb die en die targets gehaald en dit of dat uitgebouwd’ terwijl ik mijn vrienden en familie veel te weinig heb gezien. Dan zou er iets niet kloppen.”

Je bent veranderd.
Herremans:
“Ik ben hard veranderd. Vroeger dacht ik dat winst in Hawaï het summum was. Absoluut niet. Dat is gewoon een wedstrijd. En een wedstrijd, die heb je gewonnen of niet, punt andere lijn. Twee weken later is er opnieuw een wedstrijd. Mochten ze me een budget geven om met de mensen die ik graag heb op een berg te wonen in de Oostenrijkse Alpen, en we komen toe met het essentiële, we hebben onze eigen koeien en geiten op die berg, liet ik alles achter en was ik weg. Mijn grootste nachtmerrie zou zijn om op de wei van Tomorrowland te moeten staan tussen de massa, of tussen de menigte. Ik ben nog liever drie dagen alleen op Antarctica (glimlacht). Toen ik Hawaï won, moest ik ’s anderendaags op een podium, tijdens een pasta party met alle deelnemers. Ik kreeg een staande ovatie, en ik heb me super vervelend gevoeld. Ik dacht de hele tijd: ‘Haal me hier af, want dit is niet waar ik het voor doe’. Ik wil geen roem, ik wil niet in de aandacht staan, ik wil geen held zijn.”

Zo zien de mensen jou wel: als een held.
Herremans:
“Dat weet ik. Maar ze weten niet dat ik al mijn dromen en doelen heb gehaald voor mezelf, omdat ik niet wilde dat mijn ongeval mij zou breken. De doelen zijn bereikt, nu is de essentie, zoals bij veel mensen, mijn vrienden en familie. De held zijn, een voorbeeldfunctie hebben: dàt stond niet in mijn planning.”

Los van die aandacht die je willens nillens krijgt, moet het wel een goed gevoel geven dat je voor veel mensen een voorbeeld bent.
Herremans:
“Ik ben blij dat er mensen moed uit halen. Maar ik kan nog altijd niet goed met die aandacht om. Mensen die mij kennen, weten dat. Ik heb er eigenlijk een hekel aan om als held bestempeld te worden. Ook mensen als David Beckham zijn maar gewone mensen. Ze worden geboren en sterven. Net als iedereen. Ze zijn dus niet meer dan een ander. Ze hebben misschien een talent dat meer in de picture wordt geplaatst. Maar het zijn geen betere mensen, geen helden. Helden zijn mensen die alles hebben, en alles achterlaten om naar Somalië te trekken om mensen te helpen. Jezelf helemaal wegcijferen voor anderen, dàn ben je een held.”

Waarschijnlijk is dit een rare vraag: is het ergens een ‘geluk’ wat jou is overkomen? Heb je nog méér kracht kunnen puren uit jouw ongeval?
Herremans:
“’Geluk’ kan ik dat absoluut niet noemen. Ik had hét perfecte leven. Mochten ze zeggen: ‘Je kunt van jouw 0 tot 27 jaar dingen veranderen, zou ik nul komma nul willen veranderen. Ik was de gelukkigste jongen op de planeet. Het liefste wat ik deed, was lopen. Dat was een onderdeel van mijn sport. En dat was mijn job. Ik had dus van mijn hobby mijn job gemaakt. Ik verdiende er wel niets mee, maar dat maakte mij niet uit. Het ongeval is dus zeker geen ‘geluk’ geweest voor mij. Maar ik heb het geluk dat ik het ongeval heb overleefd. Het ongeval was geen pech, het was geluk. Zo bekijk ik het. ‘Ik mag dat geluk niet weggooien, het is eigenlijk een geschenk dat ik heb gekregen. Ik moet mijn leven positief voortzetten, want het zou heel unfair zijn ten opzichte van allen die geen tweede kans krijgen.’ Die tweede kans mocht ik niet vergooien. Een Amerikaan die net als ik verlamd is van borst tot tenen, heeft me ooit gezegd ‘mijn ongeval is het beste wat me kon overkomen’. Hij was doodongelukkig, was zijn leven aan het vergooien aan drank. Hij is dronken met zijn motor tegen een boom gereden, en heeft het overleefd. Zijn ogen zijn pas dan opengegaan. Hij heeft nooit nog een druppel alcohol gedronken, is beginnen te sporten, heeft deelgenomen aan Ironmans in zijn rolstoel en gaf lezingen in scholen over wat alcohol kan aanrichten. Zijn leven heeft pas zin gekregen na zijn ongeval. Hij is later helaas tijdens een training in Hawaï doodgereden met een auto.”
“Mijn ouders zeggen altijd dat ik net dezelfde persoon was voor als na het ongeval. Vanaf mijn 16de wilde ik de beste worden, en ik dééd extreme dingen. Ik heb ooit zes uur aan een stuk aan touwspringen gedaan boven op de zolderkamer. Na een dag werken van negen uur heb ik een bord couscous gegeten en ben ik als training 65 kilometer naar Scherpenheuvel gelopen. Na dat ongeval bleef ik extreme dingen doen: binnen de vier jaar winnen in Hawaï – terwijl ik van borst tot tenen verlamd ben – en als eerste rolstoelatleet meedoen aan die Crocodile Trophy. Na de geboorte van mijn dochter heb ik rust gevonden. De rust die ik altijd heb gewild, in mijn achterhoofd.”

Ga je in de opvoeding van je dochter even streng zijn als je voor jezelf was en bent?
Herremans:
“Even streng zal niet lukken, denk ik. Ik was extreem streng voor mezelf. En bij iemand die je graag ziet, is dat een heel ander verhaal.”

Het zal meer ‘de coach Marc Herremans’ zijn dan ‘de sporter Marc Herremans’?
Herremans:
“Ja, het zal meer de levenscoach zijn. Ik hoop dat mijn dochter aan sport doet. Het is gezond, je leert je lichaam kennen en je leert omgaan met winst en verlies. Maar als ze piano wil spelen, is dat even goed. Zolang ze maar iets zinvols doet, en niet hele dagen achter de computer zit. Maar het zal lopen zoals het loopt. Je moet er wat geluk mee hebben. Ik ken ouders die een schitterende opvoeding geven, maar hun kind komt op 16 jaar de verkeerde vrienden tegen, en dan heb je het als ouder zitten.”

Het heeft ook met het karakter van elk kind afzonderlijk te maken. Als ouder kun je dezelfde opvoeding geven, maar het ene kind ontspoort en het ander niet.
Herremans:
“Klopt. Bij ons thuis was dat het geval. Ik heb geen puberteit gehad, terwijl mijn broer, die één jaar jonger is dan ik, heel zwaar heeft gepuberd. Met alles er op en er aan. Vechten, met iedereen in de clinch liggen. Na het ongeval heeft hij mij een brief gestuurd. ‘Het is heel unfair dat het jou is overkomen. Jij hebt altijd geleefd zoals het moest. Ik heb altijd geleefd zoals het niet moest. Maar ik ga nu volledig veranderen.’ Hij is intussen getrouwd, heeft drie kindjes, een fulltime job, en heeft deelgenomen aan zes Ironmans.”

Wat mogen we op jouw grafzerk schrijven?
Herremans:
“Elke tegenslag is een kans om terug te vechten.”

 

Beluister hier een kort interview-fragment met Marc Herremans.

      1. Marc Herremans

 

jamesarthur-2013

 

Pin It on Pinterest