Gemiddelde leestijd: 14 min
Veel verhalen over haar zijn een eigen leven gaan leiden. Tot ze het tijd vond om zélf haar eigen leven te leiden, als zelfstandige mediavrouw en happy mama. ‘Je geluk hangt niet af van je job, maar van de mensen rondom je.’
Op haar twintigste kwam Van Tielen als Ketnetwrapster in de media terecht, waar ze in tien jaar tijd een mooi traject aflegde langsheen de Reyers- en de Medialaan. Op de radio: Q-Music en Studio Brussel. Op tv: ‘Sterren op de Dansvloer’ en ‘De Slimste Mens ter Wereld’. In binnen- en buitenland: ‘Vlaanderen Vakantieland’. En met ‘Frits en Freddy’ en ‘Crimi Clowns’ zelfs op (film)sets. Op haar zevenentwintigste werd ze mama en veranderden haar prioriteiten: ‘Media, mama and more’, titelt ze op haar blog. Van Tielen werd zelfstandig – “de voldoening is groter, werken is helemaal anders geworden” – en ze is nu zoveel meer dan alleen de roodharige met het schattige snoetje die Humo-lezers meer dan eens uit de kleren wilden zien gaan.
Sinds kort is Erika Van Tielen nieuwsanker bij RTV, de regionale tv-zender van regio’s Kempen en Mechelen. Ze presenteert er ongeveer tien dagen per maand. “Als zelfstandige is één vaste opdrachtgever heel geruststellend: er zijn altijd inkomsten. Na mijn vertrek bij de VRT heb ik niet helemaal stilgezeten, maar ik ben in ieder geval heel blij dat ik terug volop bezig ben.”
Hoe bevalt het nieuwe ritme je?
Erika Van Tielen: “Het blijft wat zoeken naar het juiste evenwicht, want ik wil voldoende thuis zijn om mijn twee kindjes op te vangen. Maar voorlopig lukt dat goed. Maar mijn vriend, die cameraman is, heeft een redelijk onregelmatige job. Je bent dus constant op zoek naar de balans tussen werk en privé, maar uiteindelijk is dat bij alle gezinnen zo.”
Welke opdrachten doe je nog buiten je job als nieuwsanker?
Van Tielen: “Wat ik daarvoor al deed: presentaties en voice-overs. Toen was dat geen evidente combinatie, want mijn job bij de VRT kreeg natuurlijk voorrang. Nu promoot ik mezelf wél duidelijk voor evenementen en reclamespots. De reclamewereld is er één van vaste mensen en vaste stemmen: je moet daar wat in sukkelen en dat vraagt tijd. Maar het begint te lopen. Ik ben ook bezig aan een boek dat eind augustus, begin september zou moeten uitkomen. Het zal ‘Happy mama’ heten, met als ondertitel: ‘Over roze en over andere wolken.’ Geen verheerlijking van het moederschap, want ik ga de dingen die foutlopen heus niet uit de weg. Het wordt herkenbaar en geruststellend, zonder dat het vol staat met adviezen of richtlijnen. Als moeder kan ik beamen dat het ook deugd doet om eens te horen wat er zoal fout loopt. Gisteren was ik in de cinema met mijn oudste zoontje en twee vriendjes van hem. Dan zie je dat ze dezelfde ‘stoute’ dingen doen. Ergens ben je dan opgelucht: ‘Oef, het ligt niet aan mij.’ Je ziet ook veel dingen op de sociale media: het zogezegde perfecte gezin met de perfecte kindjes. Dat is niet zo, dat bestaat niet. Dan ben ik ook niet te beroerd om daar iets over te schrijven. Zeker voor jonge mama’s die hun eerste kindje hebben en heel veel twijfelen is dat wel leuk om te lezen. Het boek ligt in het verlengde van mijn blog en geeft me de kans om daar dieper op in te gaan. Het is ook fijn voor mezelf om herinneringen op te halen. Een boek schrijven is misschien financieel niet de meest lucratieve job, maar het geeft wel de nodige voldoening.”
Een eigen mamaboek versterkt je merk. Ben je destijds daarom ook begonnen met je blog?
Van Tielen: “Voor een stuk wel, ja. Die blog had ik eigenlijk al langer in mijn achterhoofd, alleen is het er door het drukke werk nooit van gekomen. Toen het wat rustiger werd en ik een boek over bloggen las, vond ik het tijd om er eens werk van te maken. Vervolgens is het idee gegroeid om mijn blog te gebruiken om mezelf meer te profileren. Het is dus niet enkel een mamablog: ik zie het als mijn plekje, want alles vertrekt er vanuit mezelf. Als anderen iets over je schrijven, heb je dat nooit volledig in de hand. Het is alleszins mijn samenkomen van alles wat ik doe. Het maakt mijn leven overzichtelijk, aangezien ik heel uiteenlopende dingen doe.”
HERORIËNTEREN
Wanneer besloot je om als zelfstandige te werken?
Van Tielen: “Sinds 2008 ben ik zelfstandige in bijberoep, maar de stap naar hoofdberoep heeft me altijd wat afgeschrikt: je hebt een huis en kinderen, wat als er iets misloopt? Anderzijds heb ik het aangedurfd, omdat ik redeneerde dat ik alleen mezelf verkocht – ik moet niet in materiaal investeren, dus de kans dat ik failliet ga, is klein. Je komt weliswaar in een systeem terecht waarin je afhankelijk bent van de opdrachten die al dan niet binnen komen, maar tegelijkertijd heb je enorm veel vrijheid. Werken is helemaal anders geworden en de voldoening is groter, hoewel ik daarvoor ook een fijne job had. Maar nu ben ik vrij om te doen en te kiezen waar ik me goed bij voel. De vraag ‘brengt het mij iets bij’ is daarbij mijn leidraad. Toen ik studeerde, moest er zo veel. Later op je werk bleek dat niet anders. Nu beslis ik voor mezelf. Heel plezant.”
Toen je in mei 2013 besloot om de VRT te verlaten, ben je even werkloos geweest. Was dat een moeilijke periode?
Van Tielen: “Vrij snel daarna werd ik voor de tweede maal zwanger, dus daar kon ik op focussen. (In januari 2014 beviel ze van Rowen, red.) Bovendien ben ik nooit volledig werkloos geweest. Ik ben altijd wel iets blijven doen, alleen veel minder. Dat was aanvankelijk een aanpassing, want toen wou ik zo snel mogelijk iets nieuws. We zijn toen even op vakantie geweest – van op een afstand bekijk je dat helemaal anders – en daar heb ik de klik gemaakt: ‘Het is nu zo, misschien is het een kans om nieuwe dingen te doen. Ik heb tien jaar in de media gewerkt: heel tof, maar misschien zijn er ook nog heel veel andere leuke jobs.’ En je telt ook je zegeningen, want je stelt vast dat je in die periode goed geworden bent in wat je doet. Vrij natuurlijk ben ik zo weer terecht gekomen waar ik zat: de media. Maar wie weet komt er binnenkort opnieuw een dood spoor en denk ik: ‘Fuck, wat nu?’ Maar of het nu spontaan is, of door hard te werken, uiteindelijk komt er altijd iets anders. En daarbij, je wilt toch niet heel je leven hetzelfde blijven doen? Het kan niet slecht zijn om ergens op tijd, beter dan te laat, mee te stoppen en jezelf te heroriënteren.”
Het vergt in ieder geval een dynamische houding.
Van Tielen: “Uiteindelijk heb je dat zelf in de hand. Veel mensen zijn gefrustreerd en ongelukkig in hun job of leven, waardoor ik me afvraag: ‘Waarom neem je geen radicale beslissing? Waarom probeer je niet eens iets anders?’ En dan kan het zijn dat je soms even door een zure appel heen moet bijten. Op je dertigste vastgeroest zijn of helemaal op safe spelen? Voor mij zou het niet werken. Maar uiteindelijk moet iedereen het voor zichzelf uitmaken, afhankelijk van zijn situatie. Ik heb daar niet over te oordelen.”
Hoe ben jij erbij gekomen om wel die sprong in het onbekende te nemen?
Van Tielen: “Dat is een lang proces geweest. Tussen het eerste gevoel en de uiteindelijke beslissing zat misschien wel een jaar, ik ben dus niet over één nacht ijs gegaan. Het is een gevoel dat rijpt, en wanneer het de bovenhand neemt, praat je met mensen en met jezelf. Je raapt vervolgens al je moed bij elkaar en denkt: ‘Wat is het ergste dat mij kan overkomen?’ Dat er niet direct iets anders zal komen, dat er geen plan B is? Dat heeft me niet tegengehouden, en ik heb de sprong gewaagd. Nu krijg ik vaak de opmerking dat het heel moedig is dat ik dat gedaan heb, hoewel ik dat op dat moment nooit zo ervaren heb. Ik heb gewoon voor mijn geluk gekozen. Ik had het niet slecht, maar het kon misschien wel beter.”
KINDEREN ALS BERUSTING
“Het geluk zit in kleine dingen”, schrijf je op je blog. Vanwaar dat inzicht?
Van Tielen: “Door kinderen te krijgen, denk ik. Dan ga je automatisch aan andere dingen denken in plaats van alleen aan jezelf en je carrière. Je bent veel bewuster bezig met hoe je de tijd invult en wat je écht belangrijk vindt. Je prioriteiten veranderen ook. Ik zat vaak in het buitenland en werkte in het weekend: ik miste heel veel en stelde me de vraag of het dat allemaal wel waard was. Dat is na verloop van tijd beginnen spelen: het evenwicht tussen de voldoening en de tijd die ik erin investeerde klopte niet meer.”
Jij hield het evenwicht tussen kinderen en carrière. Het zwaartepunt kon evengoed bij je carrière blijven liggen.
Van Tielen: “Ik heb niet het idee dat kinderen het einde van een carrière betekenen. Maar voor mij kon het geen kwaad om me op mijn kinderen te richten. Ik ben altijd heel perfectionistisch geweest, zeer op mezelf gefocust. Door mijn job hebben mensen bovendien altijd een mening over mij: altijd word je geconfronteerd met jezelf. Ik vond het zo’n verademing om zwanger te zijn, even niet te werken en tijd te maken voor kind en gezin. Als ze iets ouder zijn, kan ik me weer wat meer focussen op het werk, maar vollen bak als een twintiger voor je carrière gaan: dat niet. Ik denk ook niet dat ik ooit een grote carrièrevrouw ben geweest. Of beter: ik ben nooit over lijken gegaan, maar dat wil niet zeggen dat ik geen ambities meer heb.”
“Door mijn kinderen heb ik niet meer tijd gekregen, maar wel rust”, zei Sarah Bettens ooit. Vind je dat ook?
Van Tielen: “Ja, je leven wordt gecompliceerder: praktisch wordt het moeilijker om alles te regelen. Tegelijk geeft het rust in je hoofd. Op mijn zesentwintigste wou ik van alles. Nog meer werken, een cursus Frans of breien – altijd wel iets. Maar als je kinderen hebt, hoeft het niet meer. De druk is weg. Ik wil nu graag een cursus Spaans en een opleiding yogadocent volgen. Ik weet dat ik het moeilijk kan inplannen, maar ik vind dat nu minder erg. Ben je alleen, dan heb je geen excuses: je hebt tijd, je moet naar niemand omkijken ….”
Ben je assertief genoeg? Kan jij je mannetje staan in de mediawereld?
Van Tielen: “Ik denk dat ik al doende heb geleerd. En hoewel ik niet de grote tafelspringer ben, sta ik wel op mijn strepen. Als er iets gezegd moet worden, zal ik dat ook doen – of die boodschap nu positief of negatief is. Wat ik wél te weinig heb gedaan, is mijn kwaliteiten onderstrepen. Ik heb me in het verleden te weinig geprofileerd omdat ik er van uitging dat, als ik hard genoeg werkte, ik op het einde van de rit wel zou beloond worden. Maar zo werkt het niet natuurlijk: het zijn vaak zij die het hardst roepen die het meeste gedaan krijgen, en dat niet alleen in de media. ‘Ik ben de beste’: dat heb ik nooit durven zeggen, dat zal ik ook nooit zeggen. Tegelijk weet ik: die assertiviteit moet ik eigenlijk hebben.”
MAATSCHAPPELIJK ENGAGEMENT
Je bent niet competitief?
Van Tielen: “Ik ben perfectionistisch. Al kan ik dat nu, wederom vooral dankzij mijn kinderen, beter loslaten. Kijk, ik ben altijd veel met sport bezig geweest – lopen, tennissen, jiu jutsu beoefenen, dansen, sportwetenschappen volgen in het middelbaar – maar nooit in competitieverband. Ik ben geen killer, ook niet in mijn werk. Ik wil beter zijn en beter doen voor mezelf, maar niet om beter of straffer dan iemand anders te zijn. Ik loop al sinds mijn achtste, heb intussen al twee keer meegedaan aan de 20 km van Brussel en aan de 10 Miles. Tegenwoordig is iedereen aan het lopen geslagen, maar ik voel totaal niet de behoefte om sneller te lopen dan anderen.”
Je zus Heidi overtuigde je om mee te doen aan een Ketnet-screentest. Achteraf zei je dat je zonder die kans misschien nooit in de media terecht was gekomen. Maar is de media net niet het doel van een student Communicatiewetenschappen?
Van Tielen: “Presenteren op tv was niet mijn ultieme droom, als je dat bedoelt. Ik wou na mijn studies eerder iets in de journalistiek doen. Communicatiewetenschappen is trouwens een brede richting: ik koos het destijds om mezelf wat tijd te kopen om uit te zoeken wat ik precies wilde. En toen kwam plots die screentest. Daarom vraag ik me soms af: als die er niet was geweest, had ik dan effectief voor de geschreven pers gekozen? Ik heb het altijd fijn gevonden om iets met taal te doen. Ik volgde ook al voordracht op de muziekschool en algemene verbale expressie. Maar goed, je doet die test, rolt erin, vindt het leuk en blijft erin. En plots ben je tien jaar verder en heb je daar niet meer bij stil gestaan.”
Wrapster bij Ketnet tijdens je studies: een goede leerschool?
Van Tielen: “Absoluut, ook al omdat ik het met studeren kon combineren. Het was vooral een extra motivatie: ik zorgde er voor dat ik er in eerste zit door was, zodat ik dan drie maanden voor Ketnet kon werken. En ik leerde doorheen het jaar alles zo efficiënt mogelijk te organiseren, zodat ik zoveel mogelijk tijd overhield voor Ketnet, wat ik veel leuker vond dan studeren. Ik heb het dus nooit aangevoeld als een extra belasting, wat het natuurlijk wel was.”
Je haalde telkens een grote onderscheiding, behalve in je laatste jaar.
Van Tielen: “Tja, het jaar van de thesis. Die heb ik zeer functioneel afgewerkt, omdat ik toen echt veel voor Ketnet deed. Ik kreeg een dertien, wat mijn totaal wat naar beneden haalde. Die thesis is één van de weinige dingen waarvoor ik niet tot het uiterste ben gegaan.”
Je onderzocht de bekendheid en populariteit van Ketnet bij allochtone kinderen. Interessant en actueel onderwerp.
Van Tielen: “Ik vond het kwalitatieve onderzoek dat ik toen voerde heel boeiend. Vooral omwille van de vaststelling dat allochtone kinderen uit het vijfde en zesde leerjaar Ketnet kenden, maar één à twee jaar later de aansluiting verloren, waardoor er een kloof ontstond. Maar ik vond dat eerder bemoedigend dan ontmoedigend, omdat het aantoonde dat het potentieel er wel degelijk is. Onlangs deed ik een presentatie voor kinderdagverblijven in de Kempen. Daar ging het er over hoe je al bij kinderen tussen nul en drie jaar moet zorgen voor gelijke kansen. Hoewel mijn onderzoek heus niet zo uitgebreid was, vond ik het resultaat wel een duidelijke indicatie.”
Hoe was je als studente maatschappelijke georiënteerd?
Van Tielen: “Ik kan niet zeggen dat ik toen super geëngageerd was. Dat is later pas gekomen, toen ik in die kalmere periode ben beginnen nadenken of ik tv wel belangrijk genoeg vond. Ik red er geen mensenlevens mee, bij wijze van spreken. Tv is leuk, en mensen hebben ook entertainment en informatie nodig, maar het staat niet op het niveau van een verpleegster of dokter, of iemand die met gehandicapten werkt. Telkens als ik zulke mensen zie of spreek, denk ik: ‘Waw, moet ik dat eigenlijk ook niet doen? Is dat niet waardevoller?’ Daarom probeer ik nu enkele engagementen aan te gaan, zodat ik op mijn manier – met mijn bekende kop – ergens aan kan bijdragen. Zo ben ik onder meer ambassadrice voor ‘Een hart voor ALS’ en ‘To walk again’, en ‘vriendin van UNICEF’. Maar ik sluit niet uit dat ik later een maatschappelijk geëngageerde job ga beoefenen: iets met mensen, met meer betrokkenheid en met misschien nog meer voldoening.”
ONZEKERHEID
Werd je vroeger wel voldoende serieus genomen? Je was het vrolijke Ketnet-gezicht, je profileerde jezelf in ‘De Slimste Mens ter Wereld’ als de roodharige vlam, ‘Tegen de Sterren op’ maakte je tot een typetje …
Van Tielen: “Dat hield me toen wel bezig: het feit dat je heel erg wordt ontmenselijkt, tot je jezelf niet meer herkent – bijvoorbeeld in ‘De Slimste Mens’: ik gedroeg me daar niet anders dan daarvoor, maar plots had iedereen een mening over mij en was ik een babe, wat ik me helemaal niet voel. Je hoopt altijd dat je wordt voorgesteld zoals je zelf wilt, maar dat heb je niet in de hand. Een heel merkwaardig mediafenomeen: sommige dingen worden uitvergroot, met andere zaken gebeurt er niets, en de perceptie kan je slechts een beetje sturen. Ik kan dat nu alleen maar tegengaan met mijn blog en zelfstandige activiteiten, en zo mijn eigen koers te varen en te hopen dat mensen na verloop van tijd meegaan in dat verhaal.”
Hoe kijk je terug op je fotoshoot voor P-magazine?
Van Tielen: “Ik sta daar nog altijd achter, omdat ik er toen totaal geen graten in zag. Nog steeds niet trouwens: in mijn ogen zijn dat geen decadente, overdreven, of aandachtzoekende foto’s. Toch ben ik daar op een bepaald moment heel erg op afgerekend en is dat babe-etiket een eigen leven gaan leiden. Terwijl ik meer had gehoopt op de reactie: ‘Ah leuk, een heel andere vrouw dan de vrouwen die daarvoor op de cover stonden van P-magazine.’ Nu zou ik het niet meer doen, omdat ik er de meerwaarde niet meer van inzie.”
Toch moet het ook zoete wraak geweest zijn: je werd gepest op school.
Van Tielen: “Dat kwam omdat ik al vroeg mijn eigen ding deed, maar zonder er te stáán. Ik was onzeker, maar tegelijkertijd geen meeloper. In het middelbaar zat ik in een klas vol jongens, die heel hoog opliepen met zichzelf. Ik zat er met vier andere meisjes, en die gingen daar helemaal in mee. ‘Wat een onnozelaars’, dacht ik toen. Dat ik mezelf zo bewust buitenspel zette, werd me niet in dank afgenomen – ze hebben het mij heel moeilijk gemaakt. Zoals toen op een billboard vlakbij de school een advertentie verscheen waarop ik poseerde. De roddel was toen dat ik die daar speciaal had laten hangen. Ja hallo, alsof ik dat voor het zeggen had. Maar: het heeft me ook meer assertief gemaakt. Als je dat leert, wordt het iets van jou. In het begin speelde ik soms dat ik zelfzeker was. Na verloop van tijd neem je dat dan over. Ik ben daar echt in gegroeid. Ik heb meer body gekregen om mijn twijfel wat te camoufleren en er – voor een groot deel – ook te stáán.”
Had je voor jezelf niet liever een duidelijke ommekeer gehad in plaats van zo’n evolutie?
Van Tielen: “Het is wat het is, en op een dag merk je: nu sta ik er. Ik zal altijd wel dingen vinden om over te twijfelen, maar ik ben ondertussen op een punt gekomen dat ik kan zeggen: ‘Oké, ik verdien het om hier te staan.’ Ik heb heel lang gedacht: ‘Die is beter en ik ben niet goed genoeg.’ Nu weet ik dat het geen toeval kan zijn dat ik al tien jaar lang kan doen wat ik doe. Ik ben niet de allerbeste, maar ik sta mijn mannetje en ik ben er fier op. Nu durf ik dat te zeggen. En nee, ik koester geen revanchegevoelens tegenover die gasten uit mijn klas, ook al zie ik dat de meesten gewoon maar wat aanmodderen. Maar het is goed zo: dat waren niet mijn mensen. Dat was een andere tijd, het is voorbij.”
FEEDBACK
Vriendschap in de mediawereld, lukt dat?
Van Tielen: “Ik denk het. Uiteraard is er ook concurrentie, maar dat heb je in elk bedrijf. Of ik een bekend gezicht als hartvriend of -vriendin heb? Nee, maar ik heb ook met niemand ruzie. Ik ben trouwens niet het type dat anderen iets misgunt. Als iemand bij de VRT een nieuw programma kreeg, dacht ik soms: ‘Allez, waarom hebben ze niet aan mij gedacht?’ Maar ik heb er de persoon in kwestie nooit op afgerekend. Ik keek dan eerder naar mezelf en vroeg me af of ik wel goed genoeg was. Maar niet: ‘Waarom die wel en ik niet?’”
Er was veel rumoer rond je vertrek bij de VRT. Hoe zit het: had je een burn-out?
Van Tielen: “Ik was niet heel erg gelukkig toen ik bij de VRT vertrok, dat klopt. Maar was dat een burn-out? Zo heb ik het alvast nooit benoemd. Wel heb ik in die periode voor De Morgen een opiniestuk geschreven met als titel ‘Beste baas, doe iets aan de heersende burn-outboom’. Dat ging over het belang van feedback op de werkvloer, wat op de VRT niet altijd aanwezig was. Omdat burn-out toen echt als thema leefde, heb ik het als titel gesuggereerd aan de eindredacteur. Maar dat verhaal is een eigen leven gaan leiden. De boekjes zien alleen de titel, springen er op en nemen alleen een paar fragmenten over … Ineens werd ik het meisje met de burn-out. Het uithangbord, letterlijk. Ik krijg tot op vandaag vragen om daarover te komen spreken. Dat weiger ik.”
Zag je dan het niet als een opportuniteit? Je maakte wél iets bespreekbaar.
Van Tielen: “Het was de bedoeling om binnen een ruimer kader over burn-outs te praten. Ik ben vanuit mezelf vertrokken om het wat universeler te maken, maar mijn persoontje deed er eigenlijk niet toe. Aanvragen voor ‘Reyers laat’ en dergelijke heb ik allemaal afgeblokt. Het ging niet over mij, maar over iets dat ik heb willen aankaarten door mijn verhaal te doen.”
Waarom wou je het in de krant? Volstond overleg met de VRT niet?
Van Tielen: “Gebrek aan feedback is een groot probleem binnen de VRT en heel wat andere bedrijven. Mijn stuk was geen sneer naar de VRT, wat de media er ook van gemaakt hebben. En ik héb het er met de VRT over gehad. Ze wisten dat er iets scheelde, maar zeiden letterlijk dat er iets aan verhelpen niet mogelijk was, aangezien de VRT zo’n groot bedrijf was. Mijn opiniestuk kwam voor hen dus niet als een aap uit de mouw.”
Krijg je nu wel feedback als zelfstandige?
Van Tielen: “Het grappige is dat sommige mensen nu van me weten dat ik feedback nodig heb, en dat ook sneller zullen geven. Bij RTV houden we feedbackmomenten na elke opname. Niet alleen over de opname zelf, ook over de inhoud van het nieuws, de timing …. Als je dat elke avond kort doet, vermijd je dat de problemen en frustraties zich opstapelen, en dat op den duur niemand nog iets durft. Ik probeer zelf actief feedback te geven, in de hoop dat het mensen triggert dat ook bij mij te doen. Ook al is er geen baas.”
Je noemt rolstoelatleet Marc Herremans een inspiratie. Waarom precies?
Van Tielen: “Marc is zelfs een goede vriend geworden, hij is een schat. Als je je ooit zorgen maakt over onbenulligheden, is hij de aangewezen persoon om dat te relativeren. Hij kan je gewoon niet koud laten. Dat vind ik zo mooi aan hem: ondanks alle tegenslagen staat hij positief in het leven. Hij zet zich elke dag in voor andere mensen, alleen niet altijd genoeg voor zichzelf.”
Wat plan je nog?
Van Tielen: “Ik stippel geen grote trajecten meer uit. Hoe minder je plant, hoe meer je verrast wordt. Mijn ambitie is vooral om mijn zelfstandig werk verder uit te bouwen, zodat het zo stabiel mogelijk blijft en ik het op een aangename manier kan blijven combineren met kindjes. Uiteraard mogen er altijd nog andere werkaanbiedingen komen, maar ik lig er niet op te wachten. Om het Marc Herremans-gewijs te zeggen: ‘Je geluk hangt niet af van job, maar van de mensen rondom je.’ Ik heb een fijn lief, twee geweldige kinderen, en toffe familie en vrienden: dat is mijn basis. Dat, en mijn gezondheid. En supercliché, maar als je dat niet hebt, moet je zelfs niet dénken aan een carrière. Kortom, ik streef naar het evenwicht tussen deze basis en nieuwe impulsen. Want die heb ik nodig.”
Wat mogen we op jouw grafzerk schrijven?
Van Tielen: “Ik weet niet hoe ik het in één zin kan formuleren, maar het komt hier op neer: dat je van zo weinig mogelijk dingen spijt moet hebben, en dat je zodanig moet geleefd hebben dat het uiteindelijk bijna niet erg is dat je sterft. Je moet te allen tijde kunnen zeggen: ‘Het is goed geweest, ik heb heel veel mooie dingen mogen doen.’ Dat iedere dag de beste dag wordt, daar streef ik naar.”
Beluister hier een kort interview-fragment met Erika Van Tielen.
Foto’s (c) Cheese Photography & Intervista