005 - PASCALE

Gemiddelde leestijd: 10 min

Van de catwalk naar de keuken: de weg toont zich al wandelend. “Ik heb nooit een plan gehad. Ik heb me altijd de vraag gesteld: ‘Wat maakt me gelukkig?’” Vroeger stond ze vooral bekend als de jonge vrouw van Paul Jambers, tegenwoordig is Pascale Naessens een duivel-doet-al. “Op deze wereldbol is niet veel, je moet het allemaal zelf maken”, luidt een van haar leuzen.

Als kind creëerde ze haar eigen wereld. Nu bakt ze keramieken potten, maakt ze meubelen en olijfolie. Oh ja, ze schrijft ook kookboeken, waar je Piet Huysentruyt-gewijs het volgende uit leert: 1) neem natuurlijke ingrediënten, 2) hanteer goede voedselcombinaties en 3) gebruik goede vetten. De pure keuken: Pascale Naessens is er gepassioneerd mee bezig. Ze werkt haar boeken uit tot in de kleinste details: de vormgever heeft er amper werk aan.

Het valt op: je bent heel onafhankelijk en zelfstandig.
Pascale Naessens:
“Ja, al van jongs af aan verlangde ik naar zelfstandigheid. Ik ben opgegroeid in Eeklo: heel fijn, maar ik wilde de wijde wereld verkennen. Ik wou zo snel mogelijk op mijn eigen benen staan en zelf geld verdienen. Die mogelijkheid had ik met mijn modellenwerk: voor mij de uitgewezen job. Ik kon overal in de wereld werken waar ik wilde. Het werk op zich is niet het meest creatieve: je moet telkens doen wat anderen zeggen. Het leven dat ik daardoor kon leiden, was echt fantastisch. Ik leefde in Parijs en ook een paar maanden in Milaan. Daarna ben ik naar Japan vertrokken, vervolgens deed ik losse opdrachten over heel de wereld. Ik was zelfstandig: fantastisch. Nog altijd heb ik die drang om mijn eigen ding te doen.”

Vrijheid is een vaag begrip. Je vult het wel goed in.
Naessens:
“Vrijheid betekent voor mij: zelf kunnen doen en laten wat ik wil en onafhankelijk zijn van anderen. Niet dat ik het allemaal beter weet, maar alles zelf doen is veel leuker. Jezelf ontwikkelen en creatief bezig zijn: dat is het leukste op aarde. Af en toe eens met je kop tegen de muur lopen hoort er dan bij. Zo beleef ik iets. Daar haal ik veel meer voldoening uit dan wanneer anderen het allemaal voor mij zouden doen.”

004 - PASCALE

Nu ben je zowat de succesvrouw. Wat heb je in je modellenleven geleerd?
Naessens:
“Ik herinner me nog mijn eerste reis: maanden werkte ik in Milaan. De eerste dagen had ik het ontzettend moeilijk. Velen houden het niet uit. Je slaapt in een kleine kamer, de mijne was héél donker. Je hebt niemand, je kent niemand. Als je aankomt, heb je nog geen werk en geen geld. Het is een keiharde wereld. Daarin heb ik leren overleven. Als je naar die castings gaat, zie je plots honderden onwaarschijnlijk mooie vrouwen. ‘Wat kom ik hier doen?’, vroeg ik me af. Mijn eerste reactie was: ‘Ik ga terug naar huis.’ Maar ik wilde slagen. Uiteindelijk bleek het een ideale leerschool: je ziet hoe de wereld in elkaar zit, en je staat er helemaal alleen voor. Nu zien mensen me als een geslaagde zakenvrouw, ik vind dat ergens een mooi compliment. Maar mensen zien enkel de buitenkant. Volgens mij krijgt niemand in het leven iets in zijn schoot geworpen. Zelfs niet kinderen die de zaak van hun ouders hebben overgenomen. Zij moeten ook bewijzen dat ze het kunnen, soms is dat een verpletterende verantwoordelijkheid. Het leven is hard en moeilijk voor iedereen. De grootste kwaliteit in het leven is: gewoon doorgaan. Nooit opgeven.”

Hoe hield je dat vol?
Naessens: “Met vallen en opstaan creëerde ik mijn karakter. Ik ben beginnen reizen op mijn achttiende. Ik wist nog niet hoe weerbaar ik was. Dat ontdek je gaandeweg. In mijn laatste boek heb ik een mooi gedicht meegegeven. ‘No hay camino’ van Antonio Machado. ‘Caminante, no hay camino, se hace camino al andar.’ Hij zegt: ‘Kijk, wandelaar: er is geen weg. De weg toont zich al wandelend.’ Zo zit het leven in elkaar, ik heb nooit een plan gehad. Alles waarmee ik ben bezig geweest, is heel klein begonnen. Ik heb me altijd de vraag gesteld: ‘Wat maakt me gelukkig?’ Neem nu mijn keramiekcollectie. In Tunesië zag ik een vrouw bezig met keramiek. ‘Dat wil ik ook kunnen’, dacht ik meteen. Toen ik thuiskwam, ben ik op zoek gegaan naar een atelier. Ik ben daarmee begonnen om eigen servies te kunnen maken. Vroeger moest ik shoppen en vond ik niet wat ik wou. Nu kan ik ze zelf maken. Mijn manier van denken is: voelen, handelen en dan denken. Het begint met voelen, zoals ik ook met koken deed: het is thuis begonnen omdat ik dat graag doe. Vervolgens handel je ernaar: op een bepaald moment volgde ik een opleiding shiatsu, drukpuntmassage. Ik was ook bezig met een opleiding als consulente voor gezonde leefgewoonten, volgde alternatieve gezondheidsopleidingen en een opleiding restauranthouder. Allemaal terwijl ik omroepster was. Mensen in mijn omgeving zeiden me: ‘Je hebt zo’n leuke job, waar ben je toch mee bezig?’ Vroeg of laat zou alles wel in de plooi vallen, maar toen wou ik dat gewoon kunnen. Dat was puur op gevoel. Nu valt wél alles samen. Ik ben zelf gestopt als omroepster. VTM was fel verbaasd. Ik heb het heel graag gedaan en het heeft mij ver gebracht. Maar bleef ik dat doen, dan zouden mensen me alleen als omroepster zien. Toch had ik op dat moment geen alternatief. Er was niks. Ik ga altijd enorm af op mijn gevoel. Mochten we meer op ons buikgevoel afgaan, dan zouden veel van onze maatschappelijke problemen worden opgelost. Iemand die een burn-out krijgt, ontvangt meer dan voldoende signalen vanuit zijn lichaam, maar hij luistert er niet naar. Het komt zijn werk ten goede, maar niet zijn gezondheid. Wanneer je vroeger zei ‘buikgevoel is heel belangrijk’, dan keken ze daar op neer. Daarom juich ik het enorm toe dat het buikgevoel een wetenschappelijke verklaring heeft gekregen. Dan gaan mensen het wél aanvaarden.”

Zo kom je weer uit bij eten dat je gelukkig maakt.
Naessens: “Daar ben ik van overtuigd. Blijf je bij natuurlijke voeding, dan functioneren je darmen en hersenen veel beter. Zelf heb ik zulke voeding écht nodig, omdat ik heel druk bezig ben. Ik moet mij daar goed bij voelen en voeding speelt daar een belangrijke rol in. De Standaard belde me eens op om een week lang fastfood te eten. Om van eetpatroon te ruilen met iemand die leeft op foute voeding. Geen haar op mijn hoofd heeft eraan gedacht om dat te doen. Ik weet hoe schadelijk die geraffineerde voeding kan zijn. (lacht) Ik vond het toen eigenlijk wel jammer. Het zou mijn allereerste interview geweest zijn in De Standaard.”

007 - PASCALE

Engageer jij je op politiek en maatschappelijk vlak?
Naessens: “Op politiek vlak helemaal niet. Te ingewikkeld. Het gaat mij te traag. Met wat ik nu doe – proberen om op maatschappelijk vlak de visie op voeding te veranderen – heb ik het gevoel dat het veel sneller gaat. Die politieke structuren zijn zo log en niemand durft nog tegen de schenen te stoppen. Heel veel mensen die met mijn boeken aan de slag gaan, getuigen hoe hun leven veranderd is. Ze zijn zo overtuigd dat ze zélf anderen mensen willen helpen. Wat me nu duidelijk is: die mond-aan-mond-reclame verklaart echt het succes van mijn boeken, omdat je van onderuit heel veel kunt veranderen. Je bent vrijer en hebt het gevoel dat je zelf iets kan veranderen zonder te wachten. Mensen willen mee de touwtjes in handen hebben. Ze worden ook mondiger. En via internet heb je toegang tot alles. Ik kan bijvoorbeeld alle wetenschappelijke studies raadplegen.”

Een voorzichtige berekening van gezondheidseconoom Lieven Annemans leert dat je boeken de overheid 150 miljoen euro besparen. Kriebelt het dan niet om eens telefoontje te doen naar Volksgezondheid?
Naessens: “Ik heb al eens gedacht dat ik er mee moet afspreken. Misschien moet ik het wel doen, maar ik vrees wat voor die logge politieke machine. De overheid moét ook werken met de klassieke voedingsdriehoek: daar is geen ontsnappen aan.”

Je kan het toch eens wagen, dan treedt je uit je comfortzone.
Naessens: “Ik word er soms over aangesproken, maar ik treed nu al uit mijn comfortzone. Tijdens mijn modellentijd moest ik mager zijn. Bij mijn eerste diëten is het fout gelopen. Ik heb een aantal jaren een strijd geleverd met mijn eetgewoonten. Op een bepaald moment ben ik overgestapt naar de traditionele voedingsleer. Ze hebben mij niet kunnen helpen, integendeel. Daarom heb ik zelf een manier van eten samengesteld. Plots zag ik dat mensen eindelijk weer begonnen te genieten van eten, en vermagerden zonder dat ze het gevoel hadden te diëten. Zij herhalen wat ik heb meegemaakt. Daarom heb ik nu het gevoel dat ik hier iets mee moet doen. Soms is dat niet evident, omdat ik me niet houd aan de conventionele voedingsleer.”

Je hebt veel rondgereisd in het Oosten. Wat heb je daar zoal geleerd?
Naessens: “Ik geraakte enorm gefascineerd door hun filosofie op preventie. Wij denken enkel aan onze gezondheid als we ziek zijn. Als je hier uitslag hebt, behandelen we de symptomen. We vragen ons niet af: ‘Hoe komt het dat je die uitslag hebt?’ De oosterse visie kijkt naar de oorzaak. In het klassieke Oosten worden sommige dokters betaald om preventief te werken, zodat mensen niet ziek worden. Anders hebben ze hun werk niet goed gedaan. Ze zijn zoal bezig met yoga, yin-yang … Ik herinner me dat ik in China vaak om vijf uur opstond om naar de pleintjes te gaan om daar de mensen tai chi te zien doen. Dat is onwaarschijnlijk mooi. Het is niet alleen een bewegingsoefening, maar ook een vorm van mediteren. Die oosterse visie ligt aan de basis van wat ik nu doe. Daardoor ben ik shiatsu en tai chi gaan volgen. Ook mijn keramiek, zeker de eerste Pure-collectie, is oosters geïnspireerd. Wat heel jammer is: de nieuwe generatie oosterlingen heeft exact dezelfde westerse problemen. Chinezen hebben veel last van diabetes type 2, zij krijgen nog sneller suikerziekte dan wij. In de geïndustrialiseerde landen zie je overal diezelfde typische ziektebeelden. Die welvaartsziektes zie je niet bij natuurvolkeren.”

Mediteer je zelf ook? Of doe je aan yoga?
Naessens: “Meditatie af en toe. Sinds een klein jaar hebben Paul en ik yoga ontdekt. We proberen dat wel. Bewegen is minstens even belangrijk als voeding. Toch vind ik het vaak moeilijk om er tijd voor te maken. We proberen minstens een van deze dringen te doen: een fikse wandeling van een halfuur, yoga of wat ook heel leuk is: de vijf Tibetaanse ritmes. Dat is een vorm van yoga en meditatie: een beetje alles door elkaar. Het is praktisch heel doenbaar en je voelt dat je lichaam veel soepeler wordt.”

010 - PASCALE

Als kind deed je waterballet.
Naessens: “We zaten met vriendinnen in een club in Eeklo, het was vooral voor de fun. Toch ben ik eens met een duo-act vierde geweest op het Belgisch kampioenschap. (lacht) Altijd leuk om daar nog mee uit te pakken. Ik ben er niet mee doorgegaan omdat ik geen competitiegevoel had. Wat ik eraan heb overgehouden is dat ik ongelofelijk veel van het water houd. Ik duik regelmatig.”

Heb je als kind veel uitgeprobeerd?
Naessens: “Ja. Ik heb nog jiujitsu gedaan. Ik zat ook op de muziekschool. Het was de ideale periode om van alles te doen. Ik heb jaren in een jeugdbeweging gezeten. Dat vond ik heel fijn en belangrijk. Op mijn achttiende gaf ik leiding aan zestienjarigen: dat vond ik grappig. Ik draag nu nog veel mee vanuit die tijd. Dicht bij de natuur staan bijvoorbeeld. Jongeren staan zo ver verwijderd van de natuur en dus ook van zichzelf, want wij zijn een stuk natuur. Vraag je aan kinderen waar ze willen spelen, dan antwoorden de meesten: binnen, daar zijn meer stopcontacten. Er zijn studies naar gedaan: het lukt jongeren niet meer om drie vogelsoorten op te noemen. Idem met planten. Dat heeft een term gekregen: het children nature deficit disorder. Ze zijn het contact met de natuur verloren. In een reportage brachten ze eens jongens en meisjes naar een landbouwbedrijf. Een meisje was constant aan het huilen, ze zei: ‘Ik wil geen melk van die vieze koe. Ik wil melk uit de doos.’ Kinderen weten niet meer vanwaar melk komt. Hoe gaan die kinderen later zorg dragen voor de natuur? Zulke zaken leer je wél bij in een jeugdbeweging.”

Terug naar je vrijheid. Je bent nogal jong getrouwd: staat dat niet haaks op je onafhankelijkheid?
Naessens: “De maand na de trouw werd ik 24. Ik had de wereld al verkend en ik voelde me absoluut niet jong. Ik vond dat een heel leuke, logische stap. Toen we trouwden, kregen we van iedereen zo veel commentaar. Het gaf bijna het gevoel: wij tegen de wereld. Zo versterkten we onze relatie. Ik heb vroeger altijd gezegd: ‘Ik ga nooit trouwen. Als ik trouw, is het in het zwart en in het kort.’ (lacht) Ik stond daar in het wit en in het lang. Onlangs zag ik de beelden nog eens. Het is nog altijd een van de beste keuzes in mijn leven geweest.”

Je spreekt altijd heel fier over Paul. De meeste vrouwen zoeken louter geborgenheid in een man. Hij daagt je ook uit. Hij stimuleert je.
Naessens: “Mooi dat je dat zegt. Weinig mensen zien dat, terwijl het de kracht van onze relatie is: we versterken elkaar. Veel koppels stimuleren elkaar niet om groot te worden uit schrik om elkaar te verliezen. Wij zijn het omgekeerde type. Ik ben Paul daar heel dankbaar voor. Hoe meer hij mij stimuleert, hoe meer ik kan groeien, hoe beter ik me in mijn vel voel en hoe dankbaarder ik hem ben. Ik zou koppels aanraden om juist hetzelfde te doen. Het komt absoluut de liefde ten goede. Het cliché ‘hoe meer je geeft, hoe meer je terugkrijgt’ klopt. Mijn relatie heeft het gevoel van een warm nest. De geborgenheid, gezelligheid en warmte zoek ik thuis. Zou dat maar half en half zijn, dan zou ik veel liever alleen zijn. Ik wil een soort duidelijkheid en eenvoud in mijn leven. Ik heb die zekerheid nodig om vrij te kunnen zijn. Als ik daar niet op kan terugvallen, hoeft het voor mij niet. Ik kan heel goed alleen zijn. Dat is ook wat ik in mijn modellentijd heb geleerd. Daardoor hoef ik geen schrik te hebben, dat is een enorme kracht. Als Paul en ik bij elkaar zijn, is het omdat we het zelf willen. Ik wil geen huwelijk als vorm van bescherming. Binnen een relatie moet ik altijd het gevoel hebben dat ik morgen kan opstappen. Als koppel wil ik samen zijn uit vrijheid, niet uit afhankelijkheid.”

Als je gaat zeilen, stap je in een heel ander, trager ritme. Is het gemakkelijk om daar meteen in mee te gaan?
Naessens: “De eerste dagen loop je op zo’n boot letterlijk en figuurlijk tegen alles aan. Je moet leven op het ritme van de natuur. Als je vaart, heb je ook alle aandacht nodig voor de boot, anders loopt het fout. Een uitstekende manier om te onthaasten. Het is ook een ideale relatietest: je moet samenwerken. In het begin was dat niet evident. Er kan maar één kapitein zijn die bevelen geeft. Bij ons is dat duidelijk: diegene die aan het roer staat, is kapitein. Dus niet per definitie één iemand. Het is wel wat gegroeid: ik trek graag aan de touwen en Paul staat meestal aan het roer. Het kan wisselen, daar hebben we geen probleem mee. Er is wel een tijdje moeten overgaan. Maar we hadden geen keuze: wilden we verder zeilen, dan moesten we ons alle twee plooien.”

Leeft Paul gezonder door jou?
Naessens: “Ja, zonder twijfel. Paul stond daar in het begin al voor open. Toen we elkaar leerden kennen, hadden we elk hetzelfde boek over groenten en fruit. Paul was toen een goede 10 kilo vermagerd. Ik denk dat alles op dat moment een beetje samenviel. Hij leefde van de liefde. Toen we een koppel waren, kreeg hij ook meer regelmaat in zijn voedingspatroon. Een van de meest romantische dingen die je samen kan doen is koken en eten. De liefde gaat door de maag.”

Wat mogen we op jouw grafzerk schrijven?
Naessens:
“Daar ben ik echt niet mee bezig. Ik hoef zelfs geen graf: weg is weg. We moeten leven in het nu. Pluk de dag. Haal eruit wat er in zit. Ik denk dat alles begint met passie. Passie moet je voelen: zulke dingen geven zin aan je leven.”

001-PASCALE

Foto’s door Kristof Claeys (Cheese Photography).

Pin It on Pinterest