LUC-011A

Gemiddelde leestijd: 15 minuten

Halfweg zijn carrière moest Luc Appermont kiezen tussen de toenmalige BRT en een exclusiviteitscontract bij VTM. Het werd VTM, omwille van twee concreet aangeboden tv-formats. In de liefde heeft hij tot op vandaag geen duidelijke keuze gemaakt tussen mannen en vrouwen. Het werd een exclusiviteitscontract met Bart Kaëll, omwille van de concrete persoon.

Al vier decennia gidst Luc Appermont de kijker en de luisteraar doorheen allerlei shows op de openbare en de commerciële omroep. In al zijn programma’s stelt hij zijn gasten centraal. Lange tijd was het geen ‘zoete inval’ ten huize Appermont. Al ruim 40 jaar is hij de keurige, klasrijke presentator. Maar over zijn persoonlijke leven loste hij tot voor kort nauwelijks iets. “Omdat ik het niet relevant vond,” legt hij uit. “Ik moet altijd denken aan een citaat van (de Antwerpse zangeres) La Esterella: ‘Tot aan mijn voordeur mogen ze komen, maar verder niet.’ Ik bepaal net als zij hoe ver mensen mogen gaan. Bij mij thuis zijn nog nooit journalisten over de vloer gekomen. Over bekende mensen wisten we lange tijd niets. De Nederlandse presentatoren van destijds: Sonja Barend, Paul Witteman, Mies Bouwman. Of onze grote premiers, Mark Eyskens en Théo Lefèvre, bijvoorbeeld. Tegenwoordig staan politici met hun familie en kinderen in de boekjes, met foto’s van hun interieur. Toen ging het alleen over hun vakgebied. Idem met een voetballer als Paul Van Himst, één van dé sterren vroeger. Nog een voorbeeld: Toon Hermans. Die heeft bij ons enkele gastlessen gegeven. Had die kinderen? Had die een vrouw? Dat wist je niet. En er werd nooit over gepraat of naar geïnformeerd. Ik ben ook zo opgevoed en opgegroeid. Niet dat er dingen te verbergen waren, maar gewoon omdat dit niet tot de corebusiness behoorde.”

Jouw carrière begon al in je studentenperiode, bij de radio.
Luc Appermont:
“Klopt. Toen we op Studio Herman Teirlinck zaten, mochten we een proefprogramma maken bij Jan Geysen op Radio 1. Dat programma heette ‘Trammelant’. We kregen ook les van de vrouw van de directeur van Radio Antwerpen. Dus lag het wat voor de hand dat de studenten iets mochten doen op die radiozender. En omdat ik de enige was die de richting ‘Presentator’ volgde, mocht ik van al mijn medestudenten het programma mee presenteren. Maar het is nooit mijn betrachting geweest om radiopresentator te worden.”

Je voorkeur ging eigenlijk uit naar tv?
Appermont:
“Ja. Ik was gek van presenteren. Dat komt door de legendarische spelprogramma’s op de toenmalige BRT met Tony Corsari. Ik was gefascineerd door de man, die de hele avond de mensen gidste door een spel- en showprogramma. Het gekke was dat ik dacht dat iedereen dezelfde interesse deelde. Terwijl dat helemaal niet zo was natuurlijk. Mijn broers bijvoorbeeld hadden daar niet de minste interesse in, en vonden mij een buitenbeentje. In mijn laatste jaar op Teirlinck heb ik met succes mijn ingangsexamen afgelegd als omroeper bij de BRT. Ik had me stiekem ingeschreven, want mijn directeur vond omroepen maar niets. Ietwat denigrerend liet hij verstaan: ‘Je hebt toch geen jarenlange opleiding bij ons genoten om dan maar om te roepen?’ Had ik me niet achter de rug ingeschreven voor het examen, dan zou ik mijn diploma misschien niet gekregen hebben. Een week na mijn diploma werd ik aangenomen bij de BRT. En kort na mijn start als tv-omroeper ben ik samen met Lutgart Simoens een wekelijks radioprogramma begonnen op Omroep Antwerpen. Zo is het aan het rollen gegaan. Maar een tijdpad of een carrièreplanning heb ik nooit voor ogen gehad. Ik was al dolblij dat mijn grote droom – iets op televisie mogen doen – gerealiseerd werd.”

Wisten je ouders dat je je stiekem had ingeschreven voor dat examen als omroeper?
Appermont:
“Dat denk ik wel. Mijn moeder heeft een tijd in het onderwijs gestaan, mijn vader was bediende. Zij kenden die tv-wereld helemaal niet maar lieten me doen. Ze werkten het niet tegen, maar echt stimuleren zat er ook niet in. Al is mijn moeder wel ooit eens naar Brussel geweest met mij. Toen ik 15 jaar was, heb ik deelgenomen aan een dj-wedstrijd op Radio 1, op het Flageyplein in Brussel. Mijn moeder is met mij vanuit onze woonplaats Bilzen met de tram, trein en bus naar Brussel getrokken. Ik moest een stemproef doen, maar dat leek nergens op. Ik lispelde en sprak met de Franse ‘r’ – dat mocht toen nog niet. Natuurlijk heb ik later nooit nog iets gehoord van dat examen. (lacht) Maar alleen al het feit dat ik in het Flageygebouw was, achter een glazen wand mocht plaatsnemen achter een microfoon en de bekende dj’s Zaki en Mike Verdrengh zag, was enorm.”

Je komt uit een katholiek nest. Zagen je ouders jou eerder in die richting evolueren?
Appermont:
“Oh ja. Ik ben naar een internaat gestuurd, het Klein Seminarie in Sint-Truiden. De zus van mijn moeder was non en haar broer is priester geworden. In haar achterhoofd dacht mijn moeder: ‘Priester worden is misschien ook iets voor onze Luc.’ Maar ik was doodongelukkig op het internaat, en na twee jaar hebben mijn ouders er mij weggehaald. Wijs dat ze dat ingezien hebben. Al vond ik de kerkdienst, de gewaden van de priester, het theatrale, wel fascinerend. Ik heb ook tot 18 jaar in het zangkoor gezongen. Inmiddels is mijn visie uiteraard heel erg geëvolueerd. Ik heb geen enkel probleem met welke geloofsovertuiging dan ook, indien die uitgaat van wederzijds respect. Voor mij is alles energie. En die eeuwigdurende energie is voor sommigen God, Allah of Boeddha.

Je moeder leerde je vroeger een mooie zin over ‘in het eigen hart kijken’.
Appermont:
“Inderdaad. Het komt uit een gedicht van Alice Nahon: ’t Is goed ’s avonds in ’t eigen hert te kijken, nog even voor het slapen gaan. De dag kunnen afsluiten en bedenken of je niemand kwaad hebt gedaan: daar gaat het gedicht over. Ik ben geen moralist en ga niet aan anderen zeggen wat ze moeten doen en laten. Maar voor mij werkt dat.”

Wat heb je verder meegekregen van die katholieke opvoeding?
Appermont:
“Respect. Dat is toch wel één van mijn credo’s. Ik weet dat ik ooit een oorveeg gekregen heb van mijn moeder. Er was een dispuut met de buren. Op een dag kwam ik thuis en zei mijn moeder: ‘Vanaf nu mag je geen goedendag meer zeggen tegen onze buren.’ En ik, een jongentje van nauwelijks 10 jaar dat katholiek opgevoed was, antwoordde: ‘Allez, dat kan toch niet? Je bent toch katholiek?’ Ik had gelezen van Jezus Christus dat hij zijn andere wang aanbood. Waarop ik die oorveeg kreeg, omdat ze zo machteloos was. Als snotaap had ik mijn moeder geconfronteerd met haar eigen inconsequentie.”

Ze kon niet op tegen de logica van een kind?
Appermont:
“Juist. Dat bedoel ik.”

 LUC-004A

JANTJE MIDDELMAAT

Jullie waren thuis met vijf kinderen, jij bent de derde.
Appermont:
“Inderdaad. Maar ik was vrij zelfstandig en betaalde mijn studies zelf omdat ik op mijn eigen benen wilde staan. Ook op dat gebied was ik een buitenbeentje.”

Klopt het dat presenteren en ‘in de belangstelling staan’ er bij jou al heel vroeg in zat, op familiefeestjes en zo?
Appermont:
“Oh ja. Ik was een aandachtsjerk. Ik hoorde niet bij de twee oudste en niet bij de twee jongste. Ik liep een beetje verloren. Karakterieel en qua interesses viel ik ook buiten al het andere. Dus moest ik opgemerkt worden. Ik wou mijn plaats afdwingen, maar ik had die niet. Ik was Jantje Middelmaat. Ik had niets om op te vallen. Daarom klom ik op een stoel als de nonkels en tantes kwamen. Ook als Will Tura optrad, of de circus werd opgebouwd, stond ik op de eerste rij.”

Hoe rad van tong was je toen?
Appermont:
“Volgens mijn moeder liep ik vaak rond met een flesje terwijl ik aan het babbelen was, alsof ik in een microfoon sprak. Ooit moet een kennis van mijn ouders gezegd hebben: ‘Jullie Luc wordt een tweede Luc Varenne.’ Varenne was één van de topradiopresentatoren op de RTBF en stond bekend om zijn ratelende taal. Later heb ik me ook aangesloten bij een cabaretgroepje en bij alle mogelijke koren.”

Je vertelde daarnet dat je lispelde in je jeugdjaren. Zat je daar mee in?
Appermont:
“Neen. Ik had het trouwens niet door. Tot ze me dit op Studio Herman Teirlinck duidelijk maakten. ‘Zo kan jij niet naar het tweede jaar.’ En dus heb ik alles gedaan wat moest gedaan worden: logopedie gevolgd en zelfs een vrijwillige kaakbeenoperatie ondergaan. Mijn tanden sloten namelijk niet goed aan. Na die operatie kon ik de ‘s’ wel correct uitspreken, net als de tongpunt ‘r’. De eerste keer dat de Franse ‘r’ vervangen werd door de tongpunt ‘r’: dat was een orgasme.” (lacht) Omroepen heb ik uiteindelijk zeventien jaar gedaan. Tot ik me realiseerde: ‘Dit brengt me niets meer bij.’ Al die jaren presenteerde ik ook shows op tv en radio, onder andere het populaire ‘Binnen en buiten’ op zondagmiddag, en ik verzorgde privé-presentaties overal in het land. In die tijd was het zo dat je bij de televisie werkte voor de eer. De gages van een omroeper waren te laag om van te leven. Op een gegeven moment kon ik een vast contract versieren op de openbare omroep, een hoge positie in het kader, als producer. Maar daarvoor moest ik al die shows opgeven. En dat zag ik niet zitten.”

Welk programma heb je het liefst gepresenteerd bij de BRT?
Appermont:
“’Sterrenwacht’. Dat was een talentenjacht, een heel stijlvol programma met een heel breed bereik.”

In 1990 ben je van BRT naar VTM gegaan. Hoe is dat precies gegaan?
Appermont:
“Dat komt door Bart Kaëll, die toen voor VTM werkte. ‘Mike en Guido willen je spreken,’ vertelde hij. Op een geheime plek in Wallonië zijn we toen gaan eten. ‘Ik kan dat niet maken tegenover de BRT. Ik heb er alles mogen leren en alle kansen gekregen,’ zei ik aan Mike en Guido. Ik was een heel trouwe hond. Bij de BRT deed ik op dat moment nog ‘Sterrenwacht’. Maar voor de rest was er niets concreet. Ik was toen 40 jaar. Twee jaar voordien had ik beslist om te stoppen met omroepen. Mike en Guido hadden twee concrete formats. Het eerste format was ‘Waagstuk’, en dat voelde meteen goed aan. Het tweede format was een eigen varieté-show op zaterdagavond. Toen heb ik mijn drie BRT-directeurs elk bij hen thuis opgezocht, want al dan niet naar VTM gaan was een zwaar dilemma. Twee van de drie directeurs zeiden: ‘Geen enkel probleem, de deur blijft open.’ Jan Geysen zaliger, mijn directe baas en de man van wie ik het het minst verwachtte, antwoordde: ‘Als je dat doet, kom je hier nooit meer binnen.’ Achteraf hoorde ik dat diezelfde Jan Geysen op dat moment zelf aan het onderhandelen was met VTM. Maar goed, over de afwezigen niets dan goed, zeg ik dan maar.”

Maar de hondstrouwe Luc Appermont koos dan toch voor een exclusiviteitscontract bij VTM?
Appermont:
“Ja, maar dat had dus vooral te maken met het gebrek aan voorstellen bij de BRT en de concrete formats van VTM. Bovendien, zo merkte ik snel, was de werksfeer er compleet anders dan bij de openbare omroep. Er was veel meer kameraadschap. Een verademing. Urbanus heeft ooit de overstap gemaakt van de openbare naar de commerciële omroep, omdat hij een ruiker bloemen, een flesje en wat fruit kreeg. Natuurlijk is de toenmalige BRT niet te vergelijken met de huidige VRT. Destijds werd je niet gehonoreerd en gewaardeerd om wat je kon.”

Speelde geld een rol?
Appermont:
“Neen. Op het einde van de BRT werd ik goed verloond. Bij VTM kon ik zeker het dubbele verdienen. Maar geld heeft nooit een rol gespeeld.”

Kwam VTM op een ideaal moment voor jou?
Appermont:
“Ja. Het juiste moment op de juiste plaats. Dat is vaak zo geweest in mijn leven. Ik wilde destijds politieke en sociale wetenschappen studeren. Maar op de trein op weg naar de KU Leuven las ik in De Standaard: ‘Minister van Onderwijs voegt aan de bestaande opleiding ‘Toneel’ een nieuwe opleiding ‘Kleinkunst’ toe.’ Toen ben ik van Leuven rechtstreeks naar Antwerpen gegaan.”

Aan welk VTM-programma bewaar je de beste herinneringen?
Appermont:
“’Waagstuk’ en ‘Het Mooiste Moment’. Van ‘Luc’ hebben we ook vaak leuke afleveringen gemaakt. Ik noemde dat altijd de drie on’en: ongewoon, ontroerend, onthullend. Wanneer een gesprekspartner beantwoordde aan twee van de drie maar liefst nog alle drie, was dat een ideale gast voor ons programma.”

Welk VTM-programma vond je minder?
Appermont:
“‘De Super De Luc Show’. Ik hoef niet het middelpunt te zijn van een programma en voel me beter in een dienende rol. Ik zou een ideale butler geweest zijn. Al mijn vrienden zijn dolblij als ik er bij ben op een feest. Want dan weten ze dat de afwas, de opkuis en de bediening gedaan is. Zij zeggen dat ook zo vlakaf. (lacht) Bart is anders. Die wordt liever bediend.” (lacht)

LUC-009A

DE ONTVOOGDING VAN DE VLAMING

BRT werd VRT. En er was de komst van VTM. Er wordt wel eens gezegd dat hierdoor almaar minder Vlamingen naar Franstalige zenders kijken, en al helemaal niet meer naar Nederlandse of andere buitenlandse zenders.
Appermont:
“Dat klopt volledig. Ik wil nog altijd weten wat er buiten onze landsgrenzen gebeurt: Nederland, Frankrijk, Duitsland. De meeste Vlaamse kijkers zijn niet zo. Noem mij eens vijf mediafiguren van de RTBF?”

Dat zal me niet lukken.
Appermont:
“Voilà.”

En vind je dat een kwalijke evolutie?
Appermont:
“Het is niet aan mij om hierover te oordelen. Ik kan alleen maar vaststellen dat we niet meer over de heuvel kijken.”

De stelling van hierboven houdt ook deels in dat er bij VRT en VTM een focus is op Vlaanderen. In het nieuws bijvoorbeeld worden geen ‘Belgische’ enquêtes meer gehouden, maar uitsluitend ‘Vlaamse’ enquêtes.
Appermont:
“Dat vind ik een heel goeie zaak. Je moet eerst je eigen cultuur grondig beheersen, kennen en verspreiden vooraleer je open kan staan voor andere culturen. Het heeft voor de ontvoogding van de Vlaming gezorgd. Die is veel mondiger geworden. Internationaal staan Vlamingen tegenwoordig ook zeer hoog aangeschreven. Kijk maar naar de ondernemingswereld.”

Kan je die ontvoogding ook politiek doortrekken? Dat er met andere woorden ‘Vlaamser’ wordt gedacht in de politiek?
Appermont:
“Ja. Maar ook dat vind ik een heel goeie zaak. Ik ben voor de ontvoogding, wereldwijd, van de regio’s. Geef het Baskenland aan de Basken, geef Catalonië aan de Catalanen. Maar: altijd met wederzijds respect voor andere culturen. Tegelijk ben ik voor de eenmaking van Europa. En het probleem in ons land zou volledig opgelost zijn als je Brussel een onafhankelijk statuut geeft, zoals Washington DC. Brussel is al de hoofdstad van Europa, maar het krijgt de middelen niet. Die 19 baronieën moeten afgeschaft worden, want dat is van de pot gerukt. De Brusselaars, voor wie ik veel respect heb, zitten in een keurslijf. De Vlamingen en de Walen mogen Brussel niet claimen. Zij moeten er afstand van kunnen nemen. Wallonië is Wallonië en Vlaanderen is Vlaanderen. Dat mag onder de noemer België blijven – daar heb ik geen enkel probleem mee. Maar met zo’n oplossing zullen we op een meer volwassen manier met elkaar omgaan. En moeten er dan transacties zijn van de ene regio naar de andere: natuurlijk, want je moet solidair zijn. Maar het moet wel gebeuren met verantwoordelijkheid. Nu gaan er miljarden van Vlaanderen naar Wallonië zonder dat daar verantwoording en transparantie over is. Dat kan niet. Ga uit van de kracht en de sterkte van elke regio.”

Gaat België verdampen?
Appermont:
“Misschien. Voorlopig heeft België nog een meerwaarde, bijvoorbeeld als onze premier naar het buitenland gaat. Maar tijden veranderen. Alles is in evolutie. Hoe het gaat evolueren, weet ik niet.”

Jouw zus is getrouwd met een Waal. Hoe denken ze in Wallonië over België?
Appermont:
“Daar zijn ze nog een beetje bang. De man van één van mijn nichten heeft gewerkt op het kabinet van Elio Di Rupo. Ik praat wel eens met hem en mijn nicht over dit onderwerp. En de angst zit er in. ‘Wij hebben de Vlamingen en hun geld nodig, omdat wij economisch niet zo succesvol zijn,’ hoor ik. En ook: ‘De Vlamingen zijn superieur.’ In de muzieksector, de sector van Bart, vallen de Walen achterover hoeveel werk onze Vlaamse artiesten hebben. Wallonië heeft geen equivalent voor bijvoorbeeld Clouseau. Het talent zit meer in Brussel: Maurane, Dani Klein, Stromae. En al wat in Wallonië iets of wat succes heeft, is weg en trekt naar Parijs. Vraag aan een Waal om de programma’s op te sommen waar hij het liefst naar kijkt, dan zal hij alles van TF1, Antenne 2 en France 3 opnoemen. Daarna pas RTL en als laatste RTBF. Daar ben ik zeker van. In Vlaanderen is dat net het tegenovergestelde. De Vlaamse zenders en daarna misschien enkele Nederlandse zenders. Maar zeker geen Franstalige programma’s.”

Dan denk ik aan het woord ‘rattachement’: Wallonië dat bij Frankrijk hoort of zou willen horen.
Appermont:
“Ja. Ik denk dat er in Wallonië veel mensen zo denken. Zij willen zich liever één maken met Frankrijk.”

LUC-006A

VOOR DE MANNEN

Laten we het eens hebben over Bart Kaëll. Zijn naam is al enkele keren gevallen. Ik wil het hele verhaal niet opnieuw doen. Wat ik me wel bedenk: Bart en jij hebben jullie relatie lange tijd verzwegen. ‘Om onze carrières niet te schaden,’ was jullie uitleg. Ik kan me voorstellen dat als tegenwoordig jouw naam valt, of die van Bart, het altijd eerst over jullie relatie gaat, in plaats over de carrières.
Appermont:
“Had het aan mij gelegen, dan had onze relatie openbaar maken nog altijd niet gemoeten. Voor mij heeft het geen enkele consequentie gehad. Voor Bart wel. Hij is een zanger en zingt over gevoelens. In het begin van zijn carrière deden platenfirma’s en producers hem liedjes zingen die over meisjes gingen. Later is hij wel consequenter geworden. Zodra hij zijn carrière in eigen handen nam, heeft hij dit vermeden. Hoewel, het is niet omdat iemand homoseksueel is dat hij niet over Rosalie zou kunnen zingen. Het kàn. Een liedje is een toneelstuk. Waarom zou een homo geen hetero kunnen spelen of een hetero geen homo? Maar ik heb altijd gezegd: mocht ik een vrouw en kinderen gehad hebben, zou ik die evenzeer uit de media gehouden hebben. Precies zoals we in het begin van ons gesprek vertelden: ik bepaal zelf wat ik wil delen. Intussen is de maatschappij natuurlijk in die mate geëvolueerd dat er meer interesse is voor wat je doet buiten je vakgebied dan er in. Maar met de bekendmaking had ik geen enkel probleem. En onze achterban, familie, vrienden en kennissen evenmin.”

Dat Bart en jij jullie relatie niet alleen verzwegen maar ook ontkenden, gaf wel aanleiding tot kritiek.
Appermont:
“Sergio vertelde ons dat onlangs ook, tijdens een ontmoeting in Benidorm, waar Bart moest optreden. ‘Jullie hebben dikwijls komedie gespeeld. Ik heb jullie vaak op luchthavens gezien. Bart ging meteen het vliegtuig op en jij wachtte altijd even.’ Ik heb hem de echte reden verteld. Wij reisden soms met handbagage en zaten altijd op de eerste rij. Maar ook al vlieg je op die manier, daarom mag nog niet eerder het vliegtuig op. Bart probeert altijd zo snel mogelijk het vliegtuig op te gaan, zodat hij de handbagage als eerste kan deponeren in de bakjes, om zich dan te installeren. Want als hij als laatste op het vliegtuig stapt, moet hij soms zeven rijen verder een plek zoeken voor die bagage. En dat is niet leuk als bekend persoon. In een vliegtuig zit je gevangen, je kan niet weg, hè? Iedereen kan aan je, iedereen kan bij je. En als heel dat vliegtuig de ‘Marie-Louise’ begint te zingen omdat ze jou herkennen… (lacht) Er zijn leukere dingen ’s morgens om 5 uur. Ik heb die behoefte niet zo. Maar Bart wel, en hij wil dan plaats houden voor mij. Ik lees in de luchthaven nog wat mijn krant of haal een broodje. Maar dat is dus puur uit praktische overweging. ‘Zo had ik het nog niet bekeken,’ zei Sergio.”

Dit had inderdaad een praktische reden. Maar de vraag blijft: waarom hield jij de relatie geheim?
Appermont:
“Ik had gewoon niet de behoefte om wat ook te delen en vond daar geen meerwaarde aan. Wat ik ook ben – hetero, homo of travestiet – dat heeft geen belang voor mijn werk. Voor Bart als zanger wel. Daarom heeft hij het uitgebracht. Bart ging ook uit in discotheken waar ik nooit ben geweest. Dat is mijn ding en mijn leefwereld ook nooit geweest. Toen ik 50 werd, had Bart een verrassingsfeestje georganiseerd. Aan de ene kant van de zaal zaten Barts vrienden: allemaal homo’s. Aan de andere kant zaten mijn vrienden: allemaal hetero’s. Maar dat kan perfect samen gaan.”

‘Ik heb nooit een keuze kunnen maken tussen mannen en vrouwen,’ heb je in het tv-programma ‘Het Huis’ verteld.
Appermont:
“Dat is zo. Door Bart te leren kennen, heb ik ingezien dat het om de mens draait, of dat nu een man of een vrouw is.”

Heb je na de ontmoeting met Bart nog verliefde gevoelens gehad voor vrouwen?
Appermont:
“Ja. Ik zie graag mooie vrouwen en ben graag in hun gezelschap. Maar ook hier ben ik hondstrouw. Bart is de man van mijn leven. En dat zal zo zijn tot de dood ons scheidt.”

Waarom heeft Bart uiteindelijk besloten om toch met jullie relatie naar buiten te komen?
Appermont:
“Omdat het hem voor het eerst op de man af werd gevraagd. De vraag van de journalist luidde: ‘Het schijnt dat jij op mannen valt?’ Bart antwoordde hierop: ‘Het schijnt, het schijnt… Er schijnt zoveel. De zon schijnt ook.’ Hij ontkende het niet, maar hij bevestigde het evenmin. De dag nadien leest hij de tekst na. ‘Het schijnt dat jij op mannen valt?’ Van Barts antwoord had de journalist gemaakt: ‘Dat is ook zo.’ ‘Wat doen we hiermee?’ vroeg Bart aan mij. ‘Het is de eerste die het je vraagt. Laat het staan,’ was mijn antwoord. ‘Ik weet dat het niet koosjer is van de journalist. But why not?’ Voor ons maakte die outing weinig uit. Maar voor onze vrienden en kennissen was het voordien altijd moeilijk geweest. Iedereen vroeg aan hen ‘hoe het nu zat’. Want zo gaat het: ze gaan nooit de persoon in kwestie uithoren, maar stappen wel naar de entourage.”

Wil je een voorbeeldfunctie zijn voor andere holebi’s?
Appermont:
“Neen. Ik ben ook nooit een barricade-mens geweest. Nooit heb ik achter vlaggen gelopen. Als mensen me rechtstreeks de vraag stellen en ik kan hen behulpzaam zijn, geef ik advies. Maar mijn wereld is niet meteen de hunne, ieder heeft zijn persoonlijk verhaal. En ik ga het niet promoten en etaleren.”

LUC-001A

NOOIT RANCUNEUS

In 2012 trok je opnieuw naar de Reyerslaan om het quizprogramma ‘Vroeger of later’ te presenteren. We mochten het geen comeback noemen, het feit dat je opnieuw op het VRT-scherm kwam.
Appermont:
“Inderdaad. (lacht) Ik ben nooit echt weggeweest. Ik ben voor het format gevallen. Net zoals ik destijds gevallen ben voor de formats die VTM had aangeboden. Leeftijd mag geen rol spelen. Alleen in Vlaanderen hebben we er problemen mee. In Wallonië, Nederland, Duitsland, Frankrijk: overal elders zie je wel oudere presentatoren.”

Had je vertrek bij VTM in 2007 met je leeftijd te maken?
Appermont:
“Neen. Dat had te maken met de komst van een nieuwe directie die niet meteen een programma en een format voor me hadden. Programmadirecteur Jan Segers vertelde mij dat hij voor ‘Sterren op de dansvloer’ twee kandidaturen weerhouden had: ik en Jacques Vermeire. ‘Maar Jacques Vermeire heeft de factor humor die jij minder hebt, dus we kiezen voor hem.’ Prima, dat is een keuze geweest. Maar wat wil het resultaat: Jacques vond achteraf dat hij het programma nooit had mogen presenteren.”

Jij had daar moeten staan?
Appermont:
“Ik denk dat het voor het programma en voor de zender iets beter zou geweest zijn, ja. Maar ik ben nooit rancuneus. En het gevoel van jaloezie ken ik evenmin. Mijn ego is zo bediend in de loop der jaren. Dat is echt waar voldaan op alle gebied.”

Anderzijds heb je in eerdere interviews wel al eens kritiek geuit op marketeers.
Appermont:
“Klopt. Het begrip marketing bestond nog niet toen ik begon. Tegenwoordig neemt iedereen dat woord in de mond. Mike Verdrengh heeft ooit gezegd: ‘De dag dat de marketeers zich moeien met de programma’s, is het om zeep.’ En eigenlijk is dat nu voor een stuk zo. Toen VTM begon, en Coca Cola of Dash wilden op het scherm, zei de commerciële directeur van VTM: ‘Dat kan. Wij zetten je reclamefilmpje op die dag, tijdens dat programma, op dat uur.’ Intussen gaat het zo ver dat diezelfde bedrijven zeggen: ‘Wij pakken reclame, maar we willen wel dat het gepresenteerd wordt door die meneer of mevrouw en dat het uitgezonden wordt op dat uur.’ Dat is de omgekeerde wereld. De macht ligt bij de marketeers. Marketing is wel nodig om een programma of een product in de markt te plaatsen en kan zo een toegevoegde waade zijn. Maar een programma moet kunnen uitgaan van zijn eigen sterkte.”

Op Radio 2 presenteer je opnieuw het succesvolle programma ‘De zoete inval’. Hoe lang wil je nog doorgaan?
Appermont:
“Zolang de energie en de goesting er nog is. ‘Goesting’ is het mooiste Nederlandse woord dat er bestaat.”

Je zou kunnen stoppen met werken. Want je bent pensioengerechtigd.
Appermont:
“Ik zou dat inderdaad kunnen doen. Maar Bart is nog in de fleur van zijn carrière. Zoals het nu is, vind ik het perfect. We hebben allebei onze bezigheden, maar we lassen heel geregeld tijd in om te reizen en weg te gaan. Vroeger stonden de vakanties in functie van de agenda. Nu geven we voorrang aan privé-aangelegenheden en moet het werk maar ingevuld worden in de ruimte die nog over is. Die andere manier van werken realiseren we nu stilaan. Maar ik kan perfect morgen achter of buiten de schermen werken.”

Wat mogen we op jouw grafzerk schrijven?
Appermont:
“Hij leefde het leven en ging mee met de stroom van elke dag.”

LUC-012A

Foto’s: Cheese Photography, Kristof Claeys

Pin It on Pinterest