Haar naam verwijst naar het competitiebeest uit haar volleybalverleden. Ook als artieste is Dana Winner een vechter, al volgt ze vooral haar gevoel. Uitbundig als mens, ingetogen en met het hart op de tong op het podium. Met pakkende nummers ontroert ze fans. ‘Ik kan heel gek en vrolijk zijn vlak voor een optreden. Maar eens op het podium breng ik ingetogen mijn muziek.’

“Soms moet ik me echt inhouden om de honden niet te strelen”, merkt Dana Winner halverwege wandelend op. In de buitenlucht en bewegend: vanwege corona verloopt het interview veilig langs een route rond het abdijdomein van Herkenrode. Chantal Vanlee, zo heet ze echt, blijkt een ware dierenvriend. Als vrijwilliger wandelt ze soms met andermans viervoeter. ‘Mijn eigen honden zijn vorig jaar gestorven – ze waren op leeftijd en hebben gelukkig een mooi leven gehad. Maar ik mis ze. De tijd rijpt om een nieuwe hond te nemen.”

Niet alleen in tijden van corona gaat de zangeres graag op pad. “Ik wandel heel graag. Ik ben zeer sportief en kom uit een kroostrijk gezin. Thuis bewogen we veel en gingen we met de fiets naar school. Tijdens vakanties speelde ik ’s morgens met poppen, ’s middags ging ik ravotten met mijn broers.”

Sommige passanten nemen een foto van een wandelende Dana Winner, zelf groet ze geregeld spontaan voorbijgangers. “Men moet mij niet herkennen, maar wel ontdekken”, zei ze eens in een interview. “Het is soms spijtig dat buiten singles andere nummers het daglicht niet zien. We hebben zoveel mooie liedjes (ze bracht achttien albums uit, S.C.) waarvan mensen vragen of ze van mij komen.” Een voorbeeld: ‘Als De Zomer Sterft’, een nummer uit 1996, waarvan pas een videoclip met gebarentaal werd uitgebracht.

Je zou haar de Vlaamse Céline Dion kunnen noemen, al valt ze moeilijk met andere artiesten te vergelijken. “Zelfs in Duitsland kunnen ze mij niet in één vakje steken. Met producer Hans Franken werk ik aan een nieuwe plaat. Hij vindt me heel breed. Een storyteller.” Met inhoudelijke teksten geeft Dana Winner nummers een extra dimensie. “Muziek draait om emoties. Je maakt mensen heel blij of je ontroert ze.” Vooral dat laatste geldt voor de Hasseltse. Ze spreekt veeleer een luisterpubliek aan. “Meer en meer merk ik dat ik vooral graag mensen een moment van bezinning bezorg.”

Is dat niet raar als extravert persoon?
Dana Winner:
“Ja, maar de grootste clowns zijn dikwijls de meest intrieste mensen. Ik kan heel gek en vrolijk zijn vlak voor een optreden, maar eens op het podium breng ik ingetogen mijn muziek.”

Je staat dan ook niet te springen om te playbacken.
“Nee hoor. Bij ‘Tien Om Te Zien’ werd steeds geplaybackt. Ook in Duitsland. Verschrikkelijk, want ik zing mijn nummers nooit hetzelfde. ‘One Moment In Time’ breng ik steeds op een andere manier naargelang mijn gevoel. Ik ben een enorme gevoelsmens. Zoals een acteur in zijn rol kruipt, volg ik mijn gevoel.”

 

 

KOGELSTOTEN

Je hebt een prachtige stem. Was je van jongs af aan al van plan om daar iets mee te doen?
“Nee, absoluut niet. Het was als kind nooit mijn droom om artiest te worden. Thuis kregen we het nodige nuchterheid mee.”

“Ik heb een mooie jeugd gehad. We groeiden op in Kermt. Mijn vader werkte bij de NMBS en mijn moeder zorgde met veel liefde voor ons gezin. Ze nam vijf kinderen onder haar hoede – ik heb drie broers en één zus. We zijn rechttoe rechtaan opgevoed. Met zoveel kinderen moest het thuis vooruitgaan en zeiden we snel waar het op stond.”

“Met het hele gezin speelden we geregeld gezelschapsspelletjes. Zo was Monopoly een hele activiteit die de nodige organisatie vereiste. Thuis hadden we ook een smyrnatapijt die we zelf konden knopen. Ik vond dat een heel leuke gezinsbezigheid.”

“Ik zat ook in de jeugdbeweging en heb heel graag aan sport gedaan. Volleybal was mijn passie. Vooral de teamspirit vond ik fijn. Als ploeg sta je samen aan één kant van het veld en versla je de tegenstander zonder ze neer te halen. Op school deed ik ook aan kogelstoten. Als tenger meisje – de lichtste van allemaal – nam ik het op tegen forten en won ik op techniek. Daarop durfde ik nauwelijks mijn trofee op het podium te ontvangen. Ook hardlopen en estafette gingen me goed af. Ik heb dus van veel mogen proeven en uiteindelijk mijn ding gevonden.”

In het zingen.
“Nadat mijn volleybalploeg me voor de grap inschreef voor een zangwedstrijd, ging de bal aan het rollen. Ik had nog geen ervaring. Op podia werd ik voor de leeuwen gegooid. Het gaf me wel de nodige assertiviteit om mijn zangcarrière uit te bouwen.”

Vanwaar de naam Dana Winner?
“Ik ben begonnen in 1988. Via John Terra ben ik bij producer Jean Kluger terechtgekomen. Hij vond een artiestennaam heel belangrijk. Aangezien ik sportief en competitief ben, werd ‘Winner’ snel geboren. Omdat er ooit een Ierse zangeres met Dana als artiestennaam het Songfestival won (in 1970, S.C.), ontstond vervolgens de volledige naam Dana Winner.”

Mede door het volleybal ontstond dus je artiestennaam. Al wilde je eigenlijk profspeelster of sportleerkrachte worden.
“Ik had mijn lengte niet mee. Om dat te compenseren begon ik al een maand voor de start van het seizoen met zandzakjes aan mijn benen door de bossen van Bolderberg te huppelen om extra veerkracht te krijgen. Die tol betaalde ik met plezier. Ik was bezeten. Maar op mijn vijfentwintigste moest ik kiezen: met Houthalen in de eredivisie spelen of voor mijn zangcarrière gaan. Ik ben heel blij dat ik toch voor het laatste heb gekozen.”

 

BAK BIER

Je zegt geregeld dat je een vechter bent, refererend aan je sportmentaliteit. Hoe kan je ook vechten in de muziekwereld?
“Daar is het vechten tegen mezelf om te zorgen dat ik er sta. Hits komen niet vanzelf, het is steeds een wedstrijd. Van mijn vader leerde ik keihard te werken om iets te bereiken.”

Hij overleed in 2005. Je mist hem nog iedere dag.
“Hij is nog redelijk goed aanwezig in mijn leven. Hij heeft me mede gemaakt en gevormd tot wie ik ben. We hadden ongeveer hetzelfde karakter en gingen vaak in de clinch. Maar eens iets gezegd werd, lieten we het achter ons.”

In 1993 brak je door met ‘Woordenloos’. Had je in het begin van je carrière veel te danken aan programma’s zoals ‘Tien Om Te Zien’?
“Ik ben begonnen in dezelfde periode als Clouseau. Muziekprogramma’s zoals ‘Tien Om Te Zien’ waren toen een godsgeschenk. Nu zijn er programma’s zoals ‘The Voice’, maar ik ben op een bak bier beginnen optreden. Vandaag staan artiesten van meet af aan op een redelijk platform. Ze werken met coaches en alles staat meteen op punt, zo’n voorsprong hadden wij vroeger niet.”

Je bent begonnen in het Nederlands, maar zong als snel ook in het Engels, Duits en Frans. Vanwaar al die verschillende talen?
“Er kwam interesse vanuit Duitsland, dus moest ik Duits zingen. Daarop vertaalden we de nummers. In Zuid-Afrika, Zweden, Denemarken en dergelijke moest ik dan weer Engels zingen. Zingen in meerdere talen lag dus vrij voor de hand. Het is wel niet altijd evident om nummers in een andere taal te brengen. Duits is net zoals Nederlands een hele harde taal. Engels of Frans klinken ook anders. In één bepaalde taal zijn nummers toch het beste.”

Ging het Duits je goed af?
“Ik ben redelijk goed in talen, dus het zingen lukte wel. In Duitsland vonden ze mijn accent met een hoek af leuk klinken. Om perfect te zingen nam ik in de studio een coach mee. Kwalitatief werd het goed en de producties stonden hoog aangeschreven. Ik vind het belangrijk om de lat hoog te blijven leggen. Idem bij het sporten. (benadrukt) Ik wilde niet op de bank zitten. Dus ik trainde keihard om te spelen.”

Je maakte met succes ook covers, zoals ‘Ik hou van jou’ van Maribelle en ‘Westenwind’ van The Cats.
“Ik interpreteer ze op mijn eigen manier. Nochtans is het absoluut niet eenvoudig om te coveren. Covers moeten minstens even goed klinken als het origineel.”

In het programma ‘Liefde Voor Muziek’ coverde je in 2016 Whitney Houston. ‘One Moment In Time’ werd een enorm succes en haalt op YouTube opgeteld meer dan 60 miljoen views.

Had je zo’n succes verwacht?
“Absoluut niet. Ik zing het nummer wel heel graag. Ook buitenlandse fans vonden het nummer met veel overtuiging gebracht. In Brazilië scoorde het goed, onder meer omdat een jonge fan het een eigen leven liet leiden en het daardoor op tv kwam.

Van ‘De oude man en de zee’ tot ‘One Moment In Time’: je trekt een divers publiek aan.
“Artiesten moeten voor ieder publiek kunnen optreden. Ik zal het nóóit vergeten: ik ben begonnen met zingen voor mensen met een beperking. Toen ik van het podium trad, sloeg ik met mijn hoofd tegen de muur. “Wat is dees?”, vroeg ik me af. Ik heb geleerd om eender welk publiek te omarmen, dan pas kan ik me artiest wanen. Ook buiten het zingen moeten mensen geboeid blijven. Vooral bij theatershows willen mensen aan je lippen hangen.”

Hoe ga je de interactie aan?
“Ik ben altijd goed voorbereid, toch houd ik me nooit aan mijn schema. Ik ben intuïtief en speel in op mijn publiek. In het theater kan ik mijn ei kwijt: twee uur lang toon ik het beste van mezelf. Veel mensen komen vaak terug. Daarvoor doe ik het.”

 

GEBED

Het is speciaal om als artiest theatertours te doen. Hoe ben je daar bij gekomen?
“Nog voor Dana Winner geboren werd, deed ik kaas- en wijnavonden met de kleinkunstgroep Scharnier, een bandje met blokfluit, gitaar, drum … Ik deed dat supergraag. We brachten luistermuziek op niveau. Als Dana Winner rolde ik later in een commerciële muziekwereld en draaide ik mee in de mallemolen. Ik sprong op die trein en kon er niet van af. Soms deed ik tot vijf optredens op één avond. Dat was heavy. Ik vroeg mezelf af of ik dit echt wilde. Heel lang stond ik alleen op de planken, maar ik had mensen rondom mij nodig. Daarom besloot ik met een band de theaterzalen in Vlaanderen en Nederland in te gaan.”

Ook internationaal ben je populair. In Zuid-Afrika werd je meermaals uitgeroepen tot beste buitenlandse artieste.
“In 1997 speelde ik er voor het eerst en werd ik meteen omarmd. Ik hou ook enorm van Zuid-Afrika. Ieder bezoek is zeer hartverwarmend. De fans zijn er helemaal niet opdringerig. Na een show ging ik eens goeiendag zeggen en ze stonden me mooi in een rij op te wachten. Heel hoffelijk. Hun harten veroveren is meer dan zomaar een liedje zingen. Om succesvol te zijn moet het hele plaatje kloppen. Zonder die ene schakel zal het ook met de mooiste stem niet lukken.”

In het praatprogramma Chambres d’Amis in 2005 vertelde je broer Luc dat er een groot verschil zat tussen de zangeres en haar zus. Dana Winner vond hij een heilige dame en Chantal een spring-in-’t-veld.
“Hij kent me al van jongs af aan, maar media tonen altijd een andere invalshoek. Je komt altijd anders over. Thuis spraken we bijvoorbeeld streektaal, maar voor de camera moest ik natuurlijk ABN praten. Thuis gedragen mensen zich sowieso anders dan op hun werk.”

Heb je als artieste stress?
“Elke keer opnieuw. Eens het ijs na één à twee nummers is gebroken, lukt het wel. Vroeger ervoer ik hetzelfde gevoel bij volleybalwedstrijden. Had ik geen zenuwen, dan speelde ik een slechte wedstrijd.”

Heb je bepaalde rituelen voor je begint op te treden?
“Nog steeds maak ik voor het opgaan een kruisteken, net zoals voetballers dat doen voor ze het veld opgaan.

Je bent gelovig. Welke plaats heeft geloof in je leven?
“Ik ga niet wekelijks naar de mis. Maar na een kappersbezoek kom ik wel eens in de kerk van Kortenbos. Dan is er niemand en vind ik een moment van bezinning. Voor het slapengaan doe ik ook steeds mijn gebed. Het sluit mijn dag dankbaar af.”

 

MARKETING

Je bent ook bezig met je verschijning en won al eens een award voor ‘best geklede vrouw’. Vind je je voorkomen belangrijk?
“Ik doe het in de eerste plaats voor mezelf. Zeker op een podium is het belangrijk om je goed te voelen bij wat je draagt. Voor kerstshows ontwerp ik mijn eigen kledij. Daar steekt veel energie en geld in. Mensen zijn ieder jaar benieuwd naar mijn outfit.”

Nog iets omtrent schoonheid: je komt er openlijk voor uit dat je botox neemt.
“Ik heb botox vooral gebruikt voor mijn verschrikkelijke migraine. Ik ben ervoor uitgekomen omdat botox om medische redenen voor veel mensen heel belangrijk is. Intussen kan ik het op mijn leeftijd ook om esthetische redenen doen. Gelukkig heb ik intussen minder last van migraine en dateert mijn laatste spuit al van even geleden.”

Iets anders. Je hebt een jaar marketing gestudeerd…
(pikt in) “Maar dat was niets voor mij.”

Waarom ben je er dan aan begonnen?
“Dat is een goede vraag … Ik wilde eigenlijk lichamelijke opvoeding volgen. Maar thuis zagen ze er geen toekomst in. Dan ben ik maar iets gaan doen om iets te doen. Dat was het beste voorbeeld van hoe het niet moet. Ik heb geleerd om mijn hart te volgen. Mijn advies is: luister goed naar jezelf, want we zijn heel beïnvloedbaar. Doe wat je graag doet en ga er vólledig voor.”

Dat zijn mooie woorden. Zo ook in ‘Bloemen’, waarin je zingt: ‘De mooiste bloemen staan aan de rand van ravijn’.
“Daarmee bedoel ik: het is allemaal relatief: aan de ravijn kunnen ook mooie bloemen staan en niet alleen lelijke.”

Moet je dan ook risico’s nemen om de mooie bloemen te zien?
“Uiteraard. Het leven is aan de durvers. Soms loop je dan met je hoofd tegen de muur, maar het brengt je verder.”

Zijn er zaken die je anders zou hebben gedaan?
“De plaat ‘Tussen nu en morgen’ werd me door de platenfirma voorgedragen, maar had ik nooit mogen uitbrengen. Ik coverde steengoede Nederlandstalige nummers, maar ik kon ze niet meer verbeteren. Het album sloeg niet aan, deels omdat ik er niet helemaal achterstond.”

 

 

REÏNCARNATIE

Opmerkelijk: je album ‘Geef me je droom’ was niet zelf geschreven maar voelde voor jou wel aan als autobiografisch.
“Ik zit vaak met mijn tekstschrijvers samen over thema’s. Soms herken ik mezelf meteen in hun teksten, zo niet laat ik ze aanpassen. Ik vind wel: wie de tekst schrijft moet die eer ook toekomen.”

Veel nummers van jou gaan over de liefde. ‘Ik hou van jou’, ook een cover, speel je het liefste.
“Het is een klassieker en scoort op ieder optreden.”

Enkele van je nummers zoals ‘Vaarwel Vader’ en ‘Wonderlijke liefde’ worden ook op begrafenissen afgespeeld. Roep je bewust die sfeer op bij het maken van zulke nummers?
“Nee, ik maak nummers die me liggen. ‘Ik hou van jou’ wordt ook op begrafenissen gedraaid.”

Denk jij soms aan de dood?
“Ja, uiteraard. Ik hoop dat ik iets heb kunnen betekenen. Een patiënte vroeg eens aan de dokter of hij mijn muziek wilde afspelen tijdens de operatie. Zo ver kan het gaan. Het enige wat artiesten kunnen doen is zingen over wat leeft in de wereld en mensen ermee raken. Ik hoop dat ik een inspiratiebron ben geweest. Ik denk dat we hier allen een taak hebben en dat we ook een herkansing krijgen. Ik geloof dat we terugkomen als mens op aarde.”

Wat mogen we op jouw grafzerk schrijven?
“Dank je wel voor alles.”

 

Foto’s © door James Arthur Photography.

Pin It on Pinterest